Huurders
Ieder jaar opnieuw bieden mijn vrouw en ik een bescheiden woonruimte te huur aan. Meestal is daar belangstelling voor. Over het algemeen gedragen deze tijdelijke huurders zich netjes. Het zijn geen asocialen die van de gelegenheid gebruik maken. Maar van de huurpenningen zie ik niets terug. Desalniettemin beleef ik toch wat vreugde aan hun aanwezigheid. Sterker nog iedere keer dat mijn bescheiden woonruimte door mijn huurders in bezit is genomen krijg ik een demonstratie in goed ouderschap.
De vader is onvermoeibaar van de vroege morgen tot de late avond in de weer voor zijn gezin. Echt heel bijzonder. En dan denk ik weleens waar vind je dat nog? Zeker in een tijd waarin maaltijden op school worden aangeboden, omdat de kinderen slecht kunnen leren met een lege maag. Oke. Er moet ook nog gewerkt worden. En dat is een noodzaak. Maar de toewijding van mijn vader huurder is indrukwekkend.
Ik hoef u niet uit te leggen dat mijn huurders mezen zijn. Eerst nemen ze het nestkastje in ogenschouw. Als het is goedgekeurd bouwen ze een nest. Ook dat is een wonder van toewijding. Op de een of andere manier ziet het mezenpaar kans om zodanig materieel te vergaren dat als het ware een donzen bed ontstaat. Hierop kan moedertje met een gerust hart haar eitjes leggen.
Terwijl moeder broedt zorgt vader voor de voedselvoorziening. Maar die bezigheid wordt intensiever als de jongen geboren zijn. Dan begint voor vader de drukste tijd. Onvermoeibaar draagt hij kleine insecten aan om zijn kinderen te voeden. En dan opeens is er een vreemde rust. Alsof er niemand meer woont, het huis is verlaten. De vogels zijn uitgevlogen. Even gemakkelijk als vader zorgde neemt hij nu de houding aan van probeer maar op eigen vleugels te vliegen. Hij blijft nog even in de buurt om zo nodig de helpende vleugel te bieden.
Belangeloos zich inzetten voor het nageslacht. Dat is ieder jaar weer de spiegel die deze simpele vogeltjes mij voorhouden. Het blijven zorgen voor die ander, die je nooit meer zult zien. Zorgen dat je hem of haar alles meegeeft wat in je vermogen ligt. Is dat niet zingeving optima forma?
Dat is de les die eenvoudige vogeltjes mij voorhouden. Denk eens om de kinderen. Het is eigenlijk een plicht. Op een gegeven moment vliegen ze uit, maar aanvankelijk ben je in de buurt om, als dat nodig is de helpende hand te bieden.
Wouter B. Blokhuis