Paasverhaal

Pasen is in de christelijke wereld het feest van de wederopstanding. Het doet er niet toe of je protestant of katholiek bent, wederopstanding is het motief van Pasen. Soms is een mens vergelijkbaar met de ongelovige Thomas, in die zin dat hij bevestigd wil zien dat wat hij gelooft door een teken. Iets tastbaars is ook goed, als het hem maar bevestigt dat hij op de goede weg is.

Scheepsklok

Omdat ik er vol van ben wil ik u daarover vertellen. Bij mij aan de muur hangt een scheepsklok. U weet wel, zo’n klok in een messing huis, met romeinse cijfers die de uren aanduiden. Een seconden wijzer completeert het geheel. Tweemaal per jaar gaat het deksel open, namelijk om de klok gelijk te zetten met de zomer- of wintertijd. Een scheepsklok vraagt u, bij een uitgesproken landrot? Dat zal ik uitleggen.

Camper

Toen ik met pensioen ging, was de keus: een boot of een camper. Zelf voelde ik wel voor een boot. Het huwelijk bestaat echter uit twee personen, dus had mijn vrouw een gewichtige stem. ‘Als jij zo nodig moet varen, dan ga je maar alleen.’ Dat was duidelijke taal. We hebben prachtige reizen gemaakt en veel van Europa gezien. Ergens had ik toch een gevoel van jammer, en daarom heb ik de scheepsklok een plaatsje gegeven in de camper.

Nu heb ik de camper niet meer, en hangt de klok aan de muur. En toen kwam de zomertijd. Gelijkzetten lukte wonderwel, maar de klok vertikte het om te lopen. Misschien is het batterijtje op, dacht ik hoopvol. Maar een vers batterijtje bood geen soelaas. De klok liep niet. De volgende dag beide batterijtjes getest, beide waren goed. Dan blijft er niets over dan de klok naar de klokkenmaker te brengen.

Maar mijn enthousiasme was niet groot. Voelde ik wat er komen ging? De klok hing er een week, zonder een poging tot lopen te ondernemen. Maar in de nacht van zaterdag op eerste paasdag gebeurde het. Hij ging spontaan lopen. Bij het openen van de gordijnen zag ik het. En hij loopt nog.

Paasfeest

Voor mij kon het paasfeest niet meer stuk. Het is raar, maar een mens heeft soms een vingerwijzing nodig. Daarmee wordt hij gesterkt in zijn levensbeschouwing. Die vingerwijzing komt soms uit een onverwachte hoek. Je moet er oog voor hebben, en erop voorbereid zijn dat het kan komen.

Wouter B. Blokhuis

Meer blogs …

Ik weet het ook niet meer

Mythe of waarheid

De discussie over het wel of niet wijzigen van uitdrukkingen in de boeken van Roald Dahl, wat veel opwinding veroorzaakte, riep bij mij allerlei vragen op. En die vraagstukken zijn helemaal niet zo simpel te beantwoorden. Ik heb veel boeken en veel hadden er, als er met een moderne stofkam door mijn boekenkast heen was gegaan, niet meer gestaan. Om verschillende redenen. Het is zowaar nog ingewikkeld! Ik heb bijvoorbeeld een boek over mythen en sagen. Daar staat onder andere de mythe in van de geboorte van Boeddha. Maya, de moeder van  Boeddha, droomde dat een witte olifant, in welke gedaante de Boeddha geestelijk verbleef, haar zijde aanraakte. Tien maanden later werd Boeddha van onder haar rechterarm geboren. Wat niet in dat boek staat is het geboorteverhaal van Jezus Christus uit de maagd Maria. De schrijvers zagen dat laatste geboorteverhaal namelijk niet als een mythe maar als een waarheid. Moet nu een dergelijk mythologieboek gecensureerd worden omdat er een blanke superioriteitsvisie aan ten grondslag ligt?

Vrouwen en koloniën

Ik heb ook een wat oudere 20e eeuwse encyclopedie. Er staan opvallend weinig vrouwen in genoemd. Moet nu die encyclopedie weg?  In mijn kunstboeken, ook die van de laatste jaren, staan daarentegen juist wèl weer relatief veel afbeeldingen van vrouwen. Maar dat betreft ook veel vrouwelijke naakten. Daar zijn ‘voldoende’ vrouwen te zien maar weer niet op de ‘gewenste manier’ weergegeven!  Moeten musea deze ‘pornografie’ nog wel vertonen? Diverse oude kinderboeken die ik nog bezit zijn hoogstwaarschijnlijk ook niet in orde. Ot en Sien houden zich in het boek van Jan Ligthart  ‘Ot en Sien in Nederlands Oost-Indië’, onbeschaamd in de vroegere kolonie op. Vader draagt witte tropenkleding. De mooie illustraties van C. Jetses hebben een nostalgische waarde maar het boek bevestigt ook vreselijke scheve verhoudingen tussen mensen. Kun je die boeken niet beter uit de handel halen? Je kunt hier vanuit diverse invalshoeken over denken. Wat voor de één goed en ‘bevrijdend’ is, is voor de ander griezelig en ‘beklemmend’. Ik weet geregeld niet meer wat ik zelf ergens van vind.

Katrijne Bezemer
voorganger in Zuid-Kennemerland en Voorburg

Meer blogs …

Vlek

Er zit een vlek op je broek. Een weinig vleiende opmerking, gemaakt op een bijna verwijtende toon. Schuldbewust kijk ik naar de aangegeven plek des onheils. En jawel, ontkennen helpt niet, er prijkt een vlek op mijn broek. Dat het mannen eigen is om het met eten niet zo serieus te nemen, werkt ook al niet in mijn voordeel. Andere smoezen, zoals ja maar ik had ook geen servet, werkt ook niet. Tenslotte voer ik mijn leeftijd nog op, maar dat werkt slechts averechts. Moet ik dan een schort ombinden? Tja, dat wil ik ook niet. Als iets stigmatiserend is, dan is het wel een extra kledingstuk. Ach, de broek gaat in de was en de producten van Unilever maken de vlek weer weg.

Vlekje op de ziel

Iets anders is een vlekje op je ziel. Dat is gemakkelijk te verdoezelen, maar wegwerken is een ander verhaal. Nu helpen de producten van Unilever niet, en gebruiksaanwijzing is er niet. Het is niet zichtbaar, dus je hoeft het niet te tonen. Er is niemand die de vlek constateert. In eerste instantie. Maar als iemand je beter leert kennen, kan het maar zo zijn dat hij zegt ‘een aardige vent, maar er klopt iets niet’. Misschien wil hij erover praten, misschien ook niet. Juist omdat het wel een aardige vent is, zal ik wel eens een balletje opgooien.

 Zo’n relatie is als het ware de producten van Unilever voor de ziel. Praten is namelijk heilzaam. Erover praten vergt moed. Juist als je iemand iets beter leert kennen gebeurt het maar al te vaak dat je zegt: aardige vent, maar er is iets.

Praten vergt nog iets: luisteren. Niet iedereen kan dat. Gezellige praters zijn vaak slechte luisteraars. Vooral in deze tijd geldt wie het hoogste woord heeft, die wordt geloofd. Toch heeft het zin eens even je mond te houden en naar de ander te luisteren. Het is merkwaardig, maar je stijgt in aanzien als je ook kunt luisteren.

Even een vlekje wegwerken, zo luide een drankreclame in vroeger tijden. Zo simpel is het echter niet. Zit het vlekje op je broek, dan is het een kwestie van samenwerken met Unilever. Zit het vlekje op je ziel, dan is in het gunstigste geval een ontmoeting met iemand die begrijpt wat zingeving is de oplossing. Wat dat betreft schuilt er in ieder van ons een ‘oplosser’ als we maar willen luisteren naar wat de ander te zeggen heeft.

Wouter B. Blokhuis

Meer blogs …

 

De schepping

In Genesis vinden we het scheppingsverhaal. Dit verhaal is de basis geworden voor de klassieke christelijke theologie die de zondeval als fundament gebruikt voor de verzoeningstheorie. Die theorie komt er kort gezegd op neer dat door de zonde van de eerste mensen (Adam en Eva) alle mensen nadien belast zijn met de erfzonde en de kruisdood van Jezus nodig was om God weer met die zondige mensheid te verzoenen. De leer van de erfzonde is door Augustinus ontworpen, hoewel het woord zonde in Genesis niet voortkomt. Augustinus heeft dit ontleend aan Paulus die in zijn brief aan de Romeinen schrijft dat met de zonde van de eerste mens de universele dood over allen is gekomen omdat allen zondigen.

Alle theologie over Genesis ziet de mens als de kroon van de schepping, maar dat staat helemaal niet zo in de bijbel. In Genesis zijn de hemel en de aarde de hoofdzaak. In het veel uitgebreidere scheppingsverhaal in Job 38-40 vraagt God aan Job wat hij allemaal weet over de schepping. Heb jij ooit de morgen ontboden, de dageraad op zijn plaats gewezen? Ken jij de wetten van de hemel? Zo gaat het meer dan honderd regels door zonder dat de mens daarin één keer wordt genoemd. De spot in Gods vragen aan Job is duidelijk voelbaar. Hij toont Job een schepping waarin de mens maar een nietig schakeltje is in het grote universum.

Het gaat dus in de scheppingsverhalen van de bijbel niet om de zondeval en niet om de mens. Het gaat over de hele kosmos en de aarde en de mensheid maakt daar maar een heel klein deel van uit. In de omgang met de schepping past de mens daarom enige bescheidenheid. Die bescheidenheid, actueler dan ooit, ontbreekt dus in de niet-vrijzinnige christelijke theologie.

Johan de Wit
voorganger Walkartgemeenschap Zeist

Meer blogs …

Religieuze kunst

Vermeer in Amsterdam

Het begeleidende boek van de Vermeer tentoonstelling in het Rijksmuseum ligt voor me. Ik ben van plan als de eerste drukte voorbij is in Amsterdam te gaan kijken. Johannes Vermeer (1632-1675) heeft een relatief klein oeuvre nagelaten en er is over hemzelf ook weinig bekend. Ontegenzeggelijk hoort hij bij de grootste der Nederlandse schilders. Ik bekijk het boek bladzijde voor bladzijde. De bekende raampartijen met het licht van links komen me tegemoet. Bijzondere schakeringen rood, geel en blauw. Ik zie liefelijke meisjesgezichten; ‘tronies’ geheten in termen der schilderkunst. Ik kijk naar simpel lijkende blauwachtige slierten die het marmer op witte tegels weergeven en detaillistisch nageschilderde landkaarten.

Religie en cultuur

Vrijzinnigen hebben vanaf eind negentiende – en begin twintigste eeuw de kunsten, waaronder literatuur, de beeldhouw- en schilderkunst, muziek en ontdekkingen van de moderne wetenschap nadrukkelijk een plaats willen geven in hun verenigingen. Het idee was dat in de samenkomsten er aandacht voor de ‘hoogstaande cultuuruitingen’ zou zijn. Uiteindelijk gingen veel afdelingen naast het godsdienstonderwijs voor kinderen, kerkdiensten op zondagen organiseren. Er werd nog maar af en toe een lezing of concert gehouden. Nu is dat bij diverse afdelingen (weer) meer verdeeld en gebalanceerd. Voor mij is er, het ligt wel aan de artiest, een duidelijke overeenkomst tussen religie en kunst (bijvoorbeeld de schilderkunst). Vermeer maakte in mijn ogen religieuze kunst.

Religieuze beleving

Wat is er religieus of zo je wilt ‘spiritueel’ aan de werken van Vermeer? Er zijn op deze tentoonstelling drie werken met een direct religieus thema. Vermeer, die katholiek was, beeldde Christus in het huis van Martha en Maria af, de vrouwelijke heilige Sint Praxedis en maakte een ‘Allegorie op het geloof’ (d.w.z. het katholicisme). Maar volgens mij is religieuze kunst veel breder en gaat het dan ook om de gevoelens die willekeurig elk ander schilderij in de toeschouwers kan oproepen. En dat doen Vermeers schilderijen. Daarvoor begeven zich uit de hele wereld nu mensen naar het Rijksmuseum. Bij mij zijn dat verrassing, inspiratie, ontroering, bewondering… een glimlach. Ze laten me de eigen tijd met alle problemen vergeten. Ondergedompeld in kleur en perfectie wordt het stil van binnen. Ik word even boven mezelf uitgetild. Voor mij is dat religie!

Katrijne Bezemer
voorganger bij vrijzinnigen Zuid-Kennemerland en Voorburg/Sassenheim

Meer blogs …

Zon

Vandaag schijnt de zon. Dat is zo langzamerhand iets bijzonders. Het was voortdurend regen afgewisseld met grijze lucht. Een wolkendek waar geen zonnestraaltje doorheen kwam. En dan verlangt een Hollander naar eens wat anders. Maar het is maar goed, denk ik dan, om in Nederland te wonen, want als er iets afwisselend is dan is het wel het weer. Ooit verbleef ik in de tropen en als daar het regenseizoen aanbrak dan wist je niet waar je het zoeken moest.

Alles werd nat en overstromingen dreigden de boel onder water te zetten. En de regen hielt maar niet op. Er was één troost: de Nederlandse televisie maakte er melding van. Onze landsaard is zodanig dat het weer een grote rol in ons leven speelt. In de wachtkamer van een arts begint iemand over het weer om het ijs te breken. Vaak heerst er een haast angstig stilzwijgen en als dan iemand over het weer begint dan wordt daar dankbaar op ingegaan. In de tropen is zoiets haast niet mogelijk. Het licht gaat om zes uur aan en twaalf uur later weer uit. Een schemering is maar van heel korte duur. Het was daar zonnig of regenachtig, anders was er niet. Kortom, veel variatie was er niet.

Maar het is duidelijk: die op onze hoogte woont is gewend aan afwisseling. Die afwisseling gaat soms gepaard met prachtige luchten. Dat krijgen we er gratis bij. Voor de Hollandse luchten kwamen schilders vroeger van heinde en verre, ook uit het buitenland. Nergens was het licht zo bijzonder als in Nederland. Terwijl de strenge leer van de protestanten in vorige eeuwen bepaaldelijk geen vrijheid blijheid inhield. ’s Zondags tweemaal ter kerke om met angst en beven de nieuwe week te beginnen. Vrijzinnigheid was er niet bij. Dat men überhaupt vrij kon denken was dat slechts aan een enkeling gegeven.

Er was dus een grote tegenstelling in de sfeer van het land en de mentaliteit van de bewoners. Je kunt je afvragen of dat nog zo is. Als mensen soms na jaren terugkeren, dan zijn ze blij weer terug te zijn in Nederland waar alles zo goed geregeld is. Terwijl de Nederlander klaagt en moppert omdat er niets blijkt te kloppen. Het is crisis op crisis. Door de sleur van alle dag zou men uit het oog verliezen dat er meer is in het leven dan de crisis die heerst. Dat is zingeving in je leven.

Wouter B. Blokhuis

Meer blogs …

Porties

Vreemd perspectief

Tijdens de vakantie zorgden wij voor de 4 konijnen van de buren. Ze hebben een hok met twee etages en uitloop. De buurvrouw heeft een lijst gemaakt van wat ze dagelijks moeten eten. Wortels 2 of 3, 1 selderijsteel, appels 1 of 2, een stapeltje hooi, 3 handen vol harde konijnenbrokjes en vers water. Na enkele dagen dringen de konijnen zich op als ik kom. Ze hebben in feite alleen interesse in het eten maar ik spreek ze toch altijd ook even toe.

Porties wegen

Ik moet direct aan dit lijsje van instructies denken als ik een brief lees die een Delfste politica in de krant heeft gezet. Het is een brief van de teammanager facilitair aan de bewoners van het woonzorgcentrum Die Buytenweye. De bewoners krijgen bericht dat er bezuinigd moet worden en ze nu minder gevulde soep en minder vlees krijgen. Het vreemdste in mijn ogen staat in de laatste alinea in de brief. “Vanaf 1 januari 2023 hanteren we vanuit de centrale keuken per bewoner per dag de norm/portiegrootte van 150 gram aardappelen, 150 gram groenten en 80 à 100 gram vlees/vis per bewoner per dag”. (…) De medewerkers en vrijwilligers die het eten opscheppen worden met een weegschaal uitgerust en instructies omtrent portiegroottes.”

Angst voor later

Griezelig dat de schrijver dit als een normale brief aan ‘zijn’ bewoners beschouwt. Wat voor dingen gebeuren in dat woonzorgcentrum nog meer om te bezuinigen? Ik praat geregeld met ouderen over ‘later’. De grootste angst is voor velen ‘om de regie te verliezen’. Die angst gerelateerd aan zo’n bovengenoemde brief is extra begrijpelijk. Je vraagt je af hoe ouderen worden beschouwd in een dergelijk huis behalve dan als kostenpost. Waar is het respect voor de Ander gebleven? Zou het niet heerlijk zijn als de bewoners van dit woonzorgcentrum zouden roepen: “Wij gaan hier weg. Wij hebben er 100 procent genoeg van en willen jullie 120% niet meer zien!” Maar ze zijn afhankelijk, ze kunnen dat niet. Na enkele dagen kwam er wel een brief met verontschuldigingen van Die Buytenweye. De eerdere brief had ‘niet verstuurd mogen worden’ en zou ‘onduidelijk’ zijn.

Katrijne Bezemer
voorganger bij vrijzinnigen Zuid-Kennemerland en Voorburg/Sassenheim

Meer blogs ….

Lief zijn

Om mijn huis heen wonen drie kraaien. Deze zwarte vogels horen hier, want ik woon tegenover een begraafplaats. En een begraafplaats is niet compleet als er geen kraaien wonen. Overigens heb ik al een tijd geleden over de kraaien verteld. Maar door de jaren heen zijn mijn vrouw en ik geheel vertrouwd met de kraaien geraakt dat wij spreken ‘van die jongens’ als we het over de kraaien hebben. Hun populariteit hebben ze echter zeker ook te danken aan het feit dat ze alles wat eetbaar is opruimen.

Nu wil ik echter iets over die jongens vertellen wat mij zeer getroffen heeft. Het was op een wintermorgen dat ik naar buiten stond te kijken naar de bomen aan de overkant. Deze bomen horen bij de begraafplaats. Omdat het winter was waren de takken goed zichtbaar. Op een tak ontwaarde ik twee kraaien met enige tussenruimte. Op zich weinig bijzonders. Maar op een gegeven moment ging er één naar de ander toe en gaf de ander een knuffel zouden wij zeggen. Gezien de afstand was het niet duidelijk of het een knuffel was, maar in ieder geval een liefkozing. Daarna nam de kraai weer zijn oude plaats in.

Liefde

Mijn dag was goed. Het heeft iets ontroerends om een uiting van liefde te zien. Maar gewoon van de kraaien, het raakte een gevoelige snaar in mij. Als dat onder kraaien kan gebeuren, hoe zit het dan met mensen?

Totdat corona een belangrijke rol in ons leven ging spelen hoorden drie zoenen tot het begroetingsritueel. Over de kwaliteit van een dergelijk kusgebeuren mag uzelf oordelen. De meeste zoenen troffen niet eens doel. Na corona is er gelukkig een einde gekomen aan deze gewoonte. Terugkijkend op de scene met mijn kraaien denk ik wat een les speelde zich voor mijn ogen af. Gewoon eens even liefde tonen. Echte genegenheid voor een ander. Het hoeft niet altijd een knuffel te zijn, of drie zoenen in de lucht. Een vriendelijk woord is al genoeg. Natuurlijk bedoel ik niet genegenheid in de vorm van grensoverschrijdend gedrag. Maar genegenheid gebaseerd op respect. Als kraaien het kunnen dan moet het voor mensen ook mogelijk zijn.

In deze tijd zijn we allemaal gehaast. Tijd voor een ander is er eigenlijk niet. Zorgen kwellen ons. In de haast lopen we elkaar soms straal voorbij. Voorbij aan een mens die misschien in hetzelfde schuitje zit. Mijn wens is dat u dan nog eens aan mijn kraaien denkt. De volgende gedachte zal zingeving zijn.

Wouter B. Blokhuis

Meer blogs …

 

Terugkijken

Verhalen waarin mensen op hun leven terugkijken, spreken mij erg aan. Vaak zijn het verhalen waarin scholing, grote families, armoede en de oorlogsjaren een rol in spelen. Maar nog interessanter vind ik de verhalen waarin mensen terugkijken op hun innerlijk leven; hun meningen en gedachten. Daar geniet ik helemaal van. De opvattingen en veranderingen daarin, laten je de grote veelzijdigheid en veerkracht van mensen zien.

Mensbeeld

Zo hoorde ik het verhaal van iemand die als jonge man een groot bewonderaar was van het Russisch communisme. De betrokkene reisde naar de Sovjet-Unie om de ‘arbeidersheilstaat’ te bezoeken en keerde gedesillusioneerd terug. De schok was vooral dat er een rijke klasse was, die anderen uitbuitte en voorloog. Dat mensen zo oneerlijk waren vond de verteller het meest teleurstellende. Kortom, zijn mensbeeld was aan stukken gevallen. Hij was er nog steeds verontwaardigd over. Dat hij zelf ook een foute visie had gehad, realiseerde hij zich nauwelijks.

Zwart-wit denken

Een vrouw vertelde mij dat zij zich op jonge leeftijd actief had ingezet voor de vrouwenbeweging. Ze liep rond met ‘Baas in eigen buik’ op het lichaam geschilderd. Haar partner, een man, moest opeens de stofzuiger pakken en koken. Enkele avonden per week ging ze met andere bevrijde vrouwen ‘op les’ of onderling gewoon gezellig uit. Ze voelde zich serieus ‘ontwaakt’. De partners en ook haar echtgenoot, had het moeilijk. Was hij begripvol dan was hij een meeloper, indien kritisch; een bruut. Terugkijkend begreep ze niet waarom ze zo zwart-wit had gedacht in die jaren.

Kunst in handen van leken

Mooi, vond ik ook een dilemma dat een kunstenaar mij vertelde. Hij richtte zich op de schilderkunst wat hem geen vetpot opleverde. Op een bepaald moment kon hij extra gelden van de gemeente waar hij woonde krijgen, door mee te werken aan de Kunstuitleen. Die bracht publiek en kunstenaars bij elkaar. Hij moest daarvoor “een eigen, zeer geliefd kunstwerk loslaten in handen van leken”, zo beschreef hij dat. Een alternatief was, wat willekeurigs te produceren en in te leveren. Hij koos voor zomaar wat inleveren en had daar later enorme spijt van. Het publiek had zo nooit zijn pure werk leren kennen!

Katrijne Bezemer
voorganger van Voorburg-Sassenheim en Zuid-Kennemerland

Meer blogs …

Zorg

Als het jaar ten einde spoedt, word ik soms overvallen door een contemplatieve bui. Ik kom dan in een stemming van beschouwing en overweging. Eigenlijk hoor ik dan thuis in een kerkzaal, maar de aanval van stemming hierboven beschreven komt vrijwel nooit op zondag. Het is dus een gewone doordeweekse gebeurtenis, die ik echter u niet wil onthouden. Het gaat namelijk over zorg. Eigenlijk over dé zorg.

Dat komt natuurlijk niet uit de lucht vallen. Als je jaren achtereen alleen de griepprik haalt, is je bemoeienis met de zorg verwaarloosbaar. Maar als er opeens een kink in de kabel komt, en je gezondheid brozer is dan je denkt, dan krijg je met de zorg te maken. En dan vallen een paar dingen op: de enorme papierwinkel, de stroom sms-jes en mailtjes, en hoe aardig de mensen zijn die ermee moeten werken.

Het is de aardigheid van deze mensen die mij fascineert. De enorme papierwinkel komt denk ik voort uit wantrouwen van managers en zorgverzekeraars. De stroom sms-jes en mailtjes komt voort uit een behoefte zo duidelijk mogelijk te zijn. Maar daarmee is de vriendelijkheid van de mensen die er mee werken nog niet verklaard. Terwijl ons dagelijks wordt ingehamerd dat werken in de zorg gelijkstaat aan slavernij. En al is het 150 jaar geleden, de regering wil excuses maken. Maar excuses naar werkers in de zorg worden niet gemaakt … En toch zijn deze mensen aardig. Er moet dus een andere drijfveer zijn. Een drijfveer die we gemakshalve over het hoofd zien. Het kan de verdienste niet zijn. Ook de woonruimte niet. Een werker in de zorg verdient te weinig om een ruime woning te kunnen bekostigen.

Die ontbrekende factor, lijkt me, valt onder het hoofdstuk medemenselijkheid. Er zijn dus nog mensen die iets om een ander geven. Misschien zijn het veel meer dan je zo zou denken. Mensen met empathie. Mensen die een andere mens in nood graag willen helpen. Dat zijn mensen die niet op de voorgrond treden. Mensen die zelden in het zonnetje worden gezet.

Mijn beschouwelijke stemming heeft zijn doel bereikt. En met een variant op een titel van een boek zeg ik: deze mensen deugen. Als je zingeving ervaart in het bijstaan van een medemens dan mag er een extra kaarsje voor je worden aangestoken. Kerstmis wordt dan een feest van licht. Verdiend licht.

Wouter B. Blokhuis

Meer blogs …