Hans Bouma spreekt over medemenselijkheid en medeschepselijkheid, een zelfbedacht woord van Bouma. Met medeschepselijkheid wil hij aanduiden dat mens en dier veel met elkaar gemeen hebben. Ze zijn beiden creaties en maken deel uit van de schepping. Dat blijkt immers uit hun lichamelijkheid en levensbehoeften als lucht en licht.

Medemenselijkheid is mooi, maar zegt niet alles. Het is volgens hem nu tijd voor de volgende stap op de ingeslagen weg van respect en mededogen: van de medemenselijkheid naar de medeschepselijkheid, om uiteindelijk te komen tot de voltooiing van de humaniteit. Albert Schweitzer is in deze een inspirerende gids met zijn ethiek ‘Eerbied voor het leven’.

Hans Bouma

Hans Bouma studeerde theologie aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. Hij was 13 jaar werkzaam als predikant daarna werkte hij, tot 1999, als uitgever. Hij publiceerde vele succesvolle boeken en geniet landelijke bekendheid als schrijver, als dichter en als spreker.

Er is een boekentafel aanwezig. Aan het eind van de lezing is Bouma bereid boeken en bundels te signeren.