Hanna Arendt (1906-1975) is een van de belangrijkste politieke denkers van de twintigste eeuw. Door de politiek van de nazi’s werd ze zich bewust van haar joodse wortels en sloeg ze de weg in van de politieke filosofie. Zij ontwikkelt zich tot een zeer origineel en controversieel politiek denker die voor velen een inspiratiebron is geweest. Onlangs werd haar boek ‘The Human Condition’ door Nederlandse en Vlaamse hoogleraren gekozen in de top tien van belangrijkste filosofische werken aller tijden.
Arendt is een vurige verdediger van een gezonde publieke sfeer waarin mensen elkaar ontmoeten als gelijken. Zij heeft felle kritiek op mensenrechten die volgens haar niet in staat zijn gebleken bescherming te bieden aan hen die die bescherming het meest nodig hadden.
In gedachteloosheid schuilt volgens haar het kwaad. ‘Het is een trieste waarheid ‘schrijft ze, ‘dat het meeste kwaad wordt aangericht door mensen die nooit hebben besloten om goed of kwaad te zijn’.
Bert van Dam is een gepensioneerd overheidsmanager. Met een late roeping voor de (westerse) filosofie die hij vooral boeiend vindt in relatie met sociologie, psychologie en geschiedenis. Als non-theïstisch humanist heeft hij een vast geloof in de mogelijkheden van de mens die het in deze wereld maar moet zien klaar te spelen zonder een hogere macht die hem bestiert. Voor en tijdens zijn pensionering bouwde hij een vrijwilligerscarrière op in o.m. mensenrechteneducatie bij Amnesty International en het aansturen en trainen van vrijwilligers die via Humanitas schuldhulp verlenen. De laatste 4 jaar verzorgt hij als gespreksleider cursussen filosofie en humanisme in o.m. de gevangenissen in Almere en Lelystad.