Anne Zernike verbeeldde zich heel wat
In De mensch en zijn godsdienst, gepubliceerd in het eerste bezettingsjaar, brak de radicaalvrijzinnige theologe en NPB-predikante Anne (Manke) Zernike (1887-1972) een lans voor die vormen van vrijzinnigheid die geen uitwendige autoriteit erkenden van kerk, bijbel of dogma’s.[1]
Enkele jaren daarvoor had zij religie al eens geduid als een eeuwig licht dat, vallend door een wereldlijk prisma, waarin het uiteenspat in vele kleuren en vormen, altijd herleid kan worden naar die ene, ondeelbare, bron.[2] Voor Zernike lag in dat besef geen terugkeer naar de veiligheid van kerkmuren of christendom. Het inzicht vormde voor haar juist een schakel in het proces van het verder openbreken van de in haar ogen soms te dogmatische vrijzinnigheid. Een belangrijke rol zag zij daarin weggelegd voor de verdraagzaamheid.[3]
Katalysator
Het was de horror van het bombardement van Rotterdam – in de meidagen van 1940 – die had gefungeerd als een katalysator in haar denken hierover. Terwijl in haar kerk (Het Nieuwe Verbond – Rotterdam Zuid) hen die alles verloren hadden en op de vlucht geslagen waren werden opvangen realiseerde Zernike zich dat ze niet langer – zoals ze in de jaren daarvoor wel had gedaan – op het aambeeld van de absolute weerloosheid moest slaan, maar op zoek moest naar manieren om te midden van verschillen samen verder te leven.
Anne (Mankes) Zernike (met ketting) te midden van leden van ‘haar’ NPB-afdeling op Rotterdam-Zuid – eind jaren ’30 (privé-collectie)
Verdraagzaamheid
Elkaar verdragen. Het met elkaar uithouden. In een tijd waarin om mij heen allerhande koersen van uitsluiting in zijn en worden geslagen – en ik het daarmee soms maar moeilijk uithoud – inspireert en motiveert Zernike me om te zoeken naar die, soms ook wel eens wat utopische aanvoelende, contouren van verdraagzaamheid. Aanwijzingen vind ik in haar latere werk, maar ook in het overzien van haar levenswandel. Zelf was ze bepaald geen conflictvrije persoonlijkheid. Geen heilige. Geen rolmodel voor ‘pais en vree’. Een echt mens met een woelig leven, waarin werd nagedacht, gevoeld, gewonnen, verloren, gewikt, gewogen en heel veel gediscussieerd.
Anne Zernike raakt me vooral als ze, soms tastend, maar meestal met een scherpe pen of stem, aanwezig is in het debat en op zoek is naar ruimte. In het vinden van consensus of in gladstrijkende vriendelijkheden lijkt ze totaal niet geïnteresseerd. Het is haar vooral aangelegen ons duidelijk te maken dat te allen tijde de betrekkelijkheid van de vorm van de richting waar we denken toe te behoren ingezien moet worden. Dat geeft lucht en daar kan ware humaniteit beginnen.
Dialoog
De contouren van Zernikes’ denken over verdraagzaamheid zie ik de laatste jaren terug in het werk van mijn collega’s aan de Universiteit voor Humanistiek. In het doordenken van de ‘vreemde vrijheid van het scheppen […]’(Camus, 1954) of van het Tayloriaanse begrip ‘social imaginaries’, waarin gedeelde sociale verbeeldingen worden verkend om vanuit die verbeelding zowel te scheppen als zelf geschapen te worden.
Ook zie ik het terug in het idee van ‘learning in tension’, waarin mensen vanuit verschillende achtergronden – en zonder het ooit met elkaar eens te hoeven worden – in dialoog gaan, om letterlijk en figuurlijk een ruimte te scheppen voor zichzelf en elkaar.[4] Zijn het utopische gedachten en aanpakken? Ik denk het wel. Zijn ze daarmee ook ‘onmogelijke werkelijkheden’? [5] Dat geloof ik niet.
Froukje Pitstra
Noten
Anne (Mankes) Zernike (met ketting) te midden van leden van ‘haar’ NPB-afdeling op Rotterdam-Zuid – eind jaren ’30 (privé-collectie)
[1] A. Mankes-Zernike, De Mensch en zijn Godsdienst (Naarden 1941) [2] A. Mankes-Zernike, ‘Historische Godsdiensten en Universeele Religie’. Geschrift nr. 5 van de Linker-werkgroep van Moderne Theologen (Assen 1938) pp. 25-29. ‘Moge het goddelijke licht, door verschillende facetten van het prisma gebroken, voor ieder een andere kleur hebben, het [is] toch een en hetzelfde licht, dat alle godsdiensten aanbidden.’ [3]De Mensch en zijn Godsdienst, pp. 122-123. ‘Het beste erfgoed der vrijzinnigheid is waarschijnlijk de verdraagzaamheid’. [4] Zie o.a. publicaties van prof. dr. Hans Alma, prof. dr. Laurens ten Kate en dr. Caroline Suransky (allen leerstoel Globalisering en Dialoogstudies). Lees over de ‘vreemde vrijheid’ meer in de inaugurele rede van Ten Kate, bijzonder hoogleraar Vrijzinnige Religiositeit en Humanisme: L. ten Kate, De vreemde vrijheid. Nieuwe betekenissen van vrijzinnigheid en humanisme in de 21ste eeuw (Amsterdam, 2016) [5] Utopie is een literair-filosofische term die vaak omschreven wordt als een ‘onmogelijke werkelijkheid’, een ideale wereld, een ideaal welke echter niet bereikt kan worden.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!