Die Zauberflöte, de laatste opera van Mozart, heeft vanaf de première in 1791 tot nu toe de gemoederen sterk bezig gehouden. Heeft de muziek van meet af aan tienduizenden weten te ontroeren, over de strekking van het verhaal zelf bleef men fundamenteel verdeeld.

Tjeu van den Berk heeft enkele jaren geleden een opmerkelijke bijdrage geleverd aan de ontsluiering van het libretto. Volgens hem beeldt de opera de mystieke inwijding van de menselijke ziel uit met behulp van alchemistische symbolen. Mozart was vrijmetselaar in Wenen. Nu werd de Weense vrijmetselarij op het einde van de achttiende sterk beïnvloed door de alchemie. De alchemisten wilden ‘vuur’ en ‘water’ verbinden tot een ‘heilig huwelijk’, tegenstellingen verenigen, zowel op materieel als op spiritueel vlak. In de vrijmetselaarsrituelen stonden deze alchemistische symbolen centraal. Voor de vrijmetselaar Mozart en zijn logebroeders betrofhet hier een spiritualiteit, waarin de duistere en lichtende krachten in een mens een huwelijk dienden aan te gaan.

In twee voordrachten zal Van den Berk inzicht geven in de verschillende levensbeschouwelijke dimensies van de opera en zal hij wijzen op de nog steeds actuele relevantie van deze alchemistische spiritualiteit, die niet specifiek geldt voor vrijmetselaars. Zij bestond al eeuwen lang in hermetische kringen en wordt bijvoorbeeld sterk uitgewerkt in de psychologie van Carl Gustav Jung.
In de voordrachten zullen we naar fragmenten uit de opera luisteren en worden er beelden uit de opera vertoond.

Op 14 oktober om 19.30 uur vindt de 2e lezing plaats.