Na jaren van economische voorspoed waarbij de bomen tot in de hemel leken te groeien, werd in 2007-2008 duidelijk dat deze economische droomwereld op drijfzand gebouwd bleek te zijn. Hierdoor moest niet alleen de tering naar de nering gezet worden, maar kwamen ook de vragen naar boven: waar doen we het nu eigenlijk voor? Wat is wezenlijk, en wat is overbodig?
Zingeving van onze economie
Waartoe dient onze economie? De crisis kan op deze manier gezien worden als een confrontatie met vragen naar zin en betekenis van onze economie. Als een uitdaging tot ‘soul searching’.
Economie en waarden zijn lange tijd door economen beschouwd als gescheiden werelden. Een markteconomie werd gezien als een natuurkundig mechanisme, waarbij het aan de politici was om te beslissen ‘wat’ er moest gebeuren – de economen bogen zich dan over het ‘hoe’. Dit onderscheid lijkt in toenemende mate onhoudbaar te zijn. Als autonome en vrije burgers nemen wij allen dagelijks economische beslissingen die een impact hebben op onze directe omgeving, maar als gevolg van de globalisering ook in landen ver hier vandaan. Met andere woorden: onze alledaagse economische beslissingen zijn waarde-geladen. Zij kunnen gericht zijn op het dichterbij brengen van een toekomstige samenleving die door ons als waardevol en betekenisvol wordt gezien, of juist daar tegenin gaan.
Deze gedachte creëert mogelijkheden tot waardevol economisch handelen, maar roept ook vragen op ten aanzien van onze verantwoordelijkheid en ‘accountability’. Deze vragen spelen in het bijzonder in de financiële sector die sinds de crisis onder een vergrootglas is komen te liggen, maar ook in andere sectoren en voor ieder van ons als individuele economische ‘actor’.
Dr. Wijngaards
Dr. Aloys Wijngaards is gepromoveerd op de relatie tussen publieke theologie en economische wetenschap, Worldly theology. Hij studeerde religiewetenschap en economie en is als beleidsadviseur en Specialist Governance verbonden aan de Nederlandse Bank.
De muzikale omlijsting wordt verzorgd door Henk Jagtenberg, gitaar.
