Het Elfde gebod
Geboorte
’s Morgens om zeven uur ging de telefoon al. Het was 24 februari 1972. Ik wilde opnemen maar er kwam slechts een hevige hoestbui die vijf minuten aanhield. Eenmaal uitgehoest kon ik mijn naam zeggen en vragen wat er aan de hand was.
‘Het is zover, dokter,’ klonk het aan mijn oor, uitgesproken door een stem vervuld met een mengeling van blijde verwachting en opgewondenheid.
‘Kom er zo aan,’ zei ik en schoot haastig wat kleren aan. ‘Bevalling,’ riep ik naar mijn vrouw. Dat waren omstandigheden waar alles voor moest wijken. Gauw griste ik de verlostas mee en verdween in de auto. Een uur later was de dorpse bevolking verrijkt met een wolk van een baby.
Stoppen met roken
Op weg naar huis dacht ik terug aan mijn hoestbui. Maar ook aan de laatste artikelen die ik had gelezen over de invloed van roken op je gezondheid. Dus, op weg naar huis nam ik een beslissing: ik stop met roken. Drie weken lang voelde ik mij niet lekker en drie maanden was ik humeurig, zodanig dat mijn vrouw zich soms afvroeg of het niet beter voor de huiselijke vrede was als ik weer ging roken. Na die periode klaarde mijn gemoed op, het hoesten was weg en ik had veel meer lucht.
Later raakte ik er steeds meer van overtuigd dat roken in sommige gevallen lekker kan zijn, maar dat het een verslaving met zich meebrengt. Duidelijk is dat je radicaal moet stoppen. Want ook maar twee eenheden – pijp, sigaar of sigaret – per dag roken produceert voldoende stoffen in het bloed om het vaatstelsel aan te tasten.
Advies
Na afloop van een bijeenkomst met vrienden sprak Karel mij aan:
‘Ik heb de hele avond niet gerookt, maar straks in de auto steek ik toch een sigaartje op.’ Dit soort opmerkingen worden gemaakt met de on- of bewuste hoop dat ik dat goed zal keuren. Helaas steek ik zo niet in elkaar. Daarbij weet ik dat hij het dringend advies heeft gekregen te stoppen. Dus vertelde ik hem iets over de bijwerkingen van roken.
Wees niet onverschillig
Op de holocaust herdenking sprak een overlevende van Auschwitz. Zijn toespraak was indrukwekkend. Hij zei onder meer dat genoeg bekend is wat de tien geboden inhouden maar dat daar een elfde gebod aan toegevoegd moet worden: Wees niet onverschillig. Het terechtwijzend opgeheven vingertje vind ik afkeurenswaardig maar zelfs tegenover een vriend verdoezel ik niet dat hij met zijn gezondheid speelt. Anders doe ik mijn levensbeschouwing geweld aan.
Wouter B. Blokhuis
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!