Ruimtetijd
‘Heb je morgen nog ruimte in je agenda voor een bespreking?’
‘Ga je ver weg met vakantie?’ Antwoord: ‘we vliegen vier uur.’ Bij de eerste vraag ging het over tijd, in plaats van ruimte. De vraag was eigenlijk: heb je morgen nog tijd? Bij de tweede vraag werd de afstand afgemeten aan het aantal vlieguren.
Vierde dimensie
In het spraakgebruik gebruiken we ruimte en tijd door elkaar. Het is mede aan Einstein te danken dat knappe mensen ruimte en tijd zien als onlosmakelijk aan elkaar verbonden. Zij spreken van ruimtetijd. Daarmee verheffen zij ruimtetijd tot een vierde dimensie.
Onbegrijpelijk
Als je niet bent groot gebracht in die materie dan komt dat als onvoorstelbaar over. Ons bestaan speelt zich af in drie dimensies, lengte, breedte en hoogte. Ooit wandelde ik met mijn hond door een bos, toen een vlucht ganzen al gakkerend overvloog. Mijn hond begon paadje in, paadje uit te rennen achter de ganzen aan – dacht hij. In zijn twee-dimensionale wereld ontbrak de hoogte. Voor ons mensen is dat geen probleem: wij kijken omhoog en zien de ganzen overvliegen. Maar een vierde dimensie vinden de meesten onder ons onbegrijpelijk.
Moderne mens
De moderne mens kijkt echter verder dan zijn aardse bestaan. Met telescopen die zichtbaar licht vangen, maar ook met radiotelescopen wordt de hemel afgespeurd. De waarnemingen die men daarmee doet willen wetenschappers verklaren. En met de theorieën van Einstein komt men een heel eind. Maar van een wereldbeeld kan men naar mijn idee nauwelijks meer spreken, eerder van een ‘universumbeeld’. Het onvoorstelbare blijft echter intrigeren omdat daarmee ook vragen opkomen. Vragen als: waar komt ons leven nu vandaan? En waar komt het heelal vandaan? Wat was dan die oerknal?
Het wonderlijke is nu dat we soms wel, soms niet antwoorden krijgen op onze vragen, maar altijd via medemensen. Religieus denkend zou je dan kunnen zeggen dat God door de mensen tot jou spreekt.
Spiritualiteit
Ooit, in een turbulente periode in mijn leven gaf iemand mij een raad. Dat gebeurde zomaar, op een camping. In een gesprek zei een dame opeens:
‘Probeer altijd open te staan voor wat anderen je kunnen geven.’ Zo op het eerste gezicht klinkt dat wat eenzijdig. Wat anderen je kunnen geven. Dat houdt echter in dat je in ieder geval aandacht geeft. Er biedt zich dus iets aan, en je geeft er aandacht voor terug. Voor mij begint daarmee de spiritualiteit: aandacht geven aan je medemens.
Wouter Blokhuis
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!