Stroom
Stroom
Pas las ik het boek Alles is Machine van de jonge filosoof Arjen Kleinherenbrink. Een wat merkwaardige titel voor een filosofisch boek dacht ik. Maar al lezende kwamen er toch denkbeelden op die zeer aantrekkelijk zijn. Teveel om op deze plaats uitgebreid te behandelen, maar omdat de schrijver toch een gevoelige snaar bij mij raakte, wil ik er niet zomaar aan voorbij gaan.
Betekenis
Kleinenbrink gaat er in dit boek vanuit dat alles iets van betekenis is, en met alles bedoelt hij alle voorwerpen, omstandigheden, mensen en organisaties. Alles is een entiteit. Dus mijn bureaulamp, mijn smartphone, het Groene Boekje op mijn bureau en mijn camera zijn allemaal entiteiten met een eigen kern en een buitenkant, net als mijn buurman en de plaatselijke afdeling van Vrijzinnigen Nederland. Merkwaardig is dat wij als mensen in aanraking komen met de buitenkant van een entiteit zonder direct of misschien wel helemaal nooit tot de kern door te dringen, maar niet aan de invloed ervan ontkomen.
Inhoud
Wij lezen dat de zondagsdienst van Vrijzinnigen om 10.30 uur begint maar dat is slechts de buitenkant. Dat zegt nog niets over de inhoud. Als we een medemens ontmoeten kijken we het eerst naar de buitenkant. In het proces van evolutie heeft homo sapiens geleerd om uit lijfsbehoud in een paar tellen te taxeren of het gaat om een medestander of een tegenstander, vriendelijker gezegd of de medemens ons sympathiek of antipathiek is. Of we willen of niet, dit in onze genen vastgelegde proces vindt altijd plaats. Waar wij echter de grootste moeite hebben om al met de spreuk Ken U Zelve om te gaan is het benaderen en kennisnemen van de kern van onze medemens een utopie. De vraag is of dit nu ook voor andere entiteiten geldt. Toen ik mij dit afvroeg schoot mij een van mijn eigen gedichten binnen dat ik schreef bij een foto van een rivieroever die water, wat struiken en een stuk steen laat zien. Dit wil ik u niet onthouden:
Waterkant
Al eeuwen stroomt de rivier/ Langs dezelfde weg/ Door het zelfde bed/
De mens rommelt wat/ Een dijk, een aanlegplaats/ Een brug, een pont/
Het is de rivier om het even
’s Mensen leven/ Gaat voorbij/ Er komen anderen/ Die mooier en beter weten/
Dan blijft slechts/ Wat overwoekerd steen/ De maker is reeds heen/
Alleen de rivier zal blijven
De kern van de rivier is voor mij verborgen. Maar voor mij is hij een stroom van spiritualiteit .
Wouter B. Blokhuis
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!