Hebben we vrede of doen we vrede?
Bijna 75 jaar kent Europa vrede. Het is een ongekend lange periode voor een continent dat eeuwenlang grossierde in onderlinge oorlogen.
De burgeroorlog in de jaren negentig in voormalig Joegoslavië was een korte, voor ieder onverwachte uitzondering. Na de val van de Muur waande dat vredige Europa zich even de wereld: na de ineenstorting van het Oostblok zou een verenigd Europa alle strijd voorgoed uitbannen, niet alleen op haar eigen continent, maar over de gehele planeet. Filosofen als Francis Fukuyama lieten zich meeslepen door het moment, en kondigden het ‘Einde van de Geschiedenis’ aan. En toen voerden opeens op de Balkan diverse volkeren, met elk hun eigen claim op etnische, nationale, culturele en religieuze eigenheid, een bloedige oorlog.
We hebben bijna 75 jaar vrede. Maar het Joegoslavische conflict, nog zo vers in het geheugen, laat zien dat die vrede toch iets leegs heeft. We ‘hebben’ vrede, en dat betekent: geen oorlog, geen militair geweld tussen naties.
Maar vrede betekent meer dan een toestand zonder oorlog. Vrede is ook in 2019 een immense opdracht. Vrede moeten we doen, dag in dag uit, met vallen en opstaan.
Allereerst binnen Europa, waar het nieuwe nationalisme steeds luider klinkt, waar grenzen, zowel geografische als culturele, allang niet meer ouderwets klinken en staan voor identiteit, houvast en veiligheid. Het gezegde ‘Grenzen zijn er om overschreden te worden’ heeft ook in Europa zijn beste tijd gehad, lijkt het. Populistische leiders maken daar gebruik van. En toch moeten we het niet alleen van grenzen hebben. Grenzen kunnen onze levens onleefbaar maken: ze verdelen, sluiten in en uit, en zetten de deur open voor geweld en oorlog.
Maar vrede doen geldt natuurlijk nog veel sterker voor de wereld buiten dat kleine eiland dat Europa heet. Daar was er de laatste 75 jaar altijd oorlog, dan weer hier, dan weer daar, daar heersen de bendes, de corruptie, daar vluchten mensen voor dictators of voor verdroging van de aarde. Een vredesweek, laten we eerlijk zijn, klinkt in grote delen van de hele wereld als een vorm van naïef idealisme.
Nu is er van 21 tot en met 29 september 2019 weer een nieuwe Vredesweek in Nederland. Het gekozen thema is alles behalve naïef: ‘Vrede verbindt over grenzen’. Er zit een spanning in deze woorden, want wie verbinding zoekt, heeft grenzen nodig: verbinding en verbondenheid gaan over concrete mensen die zoeken naar wat ze delen en gemeen hebben. Verbinding is nooit grenzeloos. Alleen het verstokte individualisme dat neoliberale politici ons aanpraten verkondigt nog de grenzeloosheid van een wereldmarkt waar ‘iedereen’ kansen zou hebben en waar de verbinding vanzelf tot stand zou komen. We weten wel beter.
De auteurs van de ‘verdiepingstekst’ die voor de Vredesweek 2019 werd geschreven, hebben duidelijk oog voor deze spanning. Ze laten zien dat een grens overgaan riskant is en ons in onzekerheid brengt. Dat is menselijk. Tegelijkertijd moeten we samenleven, en dat betekent: jezelf een grens stellen. De auteurs laten zien hoe vrede niets met bezit of status quo te maken heeft, maar eerder een werkwoord is: vrede doen. Maar wat doen we als we vrede doen? Misschien voorlopig niet veel meer dan onszelf een moeilijke vraag stellen: hoe kunnen we (ik citeer de verdiepingstekst) ‘samenleven in spanning en in vrede?’. Ik vind dat een goede vraag, een urgente vraag ook in onze tijd. Vrede doen is… vragen naar vrede – en denk niet te snel dat je het antwoord weet.
Vragen naar vrede: dat is vragen naar het vreemde samenspel tussen begrenzing en ontgrenzing, daar waar grenzen nu eens geen muren zijn, maar, zoals de Antilliaanse schrijver Édouard Glissant het noemde: zones van ontmoeting.
Laurens ten Kate
Meer informatie over het thema van de Vredesweek 2019 is te vinden op https://vredesweek.nl/thema-2019. Wie met het thema aan de slag wil, kan daar ook de verdiepingstekst lezen.