Apostelkind – in de greep van een gesloten gemeenschap  

Ivo de Jong schreef een recensie van het boek van Renske Doorenspleet over haar jeugd in het Apostolisch Genootschap.

Apostelkind – in de greep van een gesloten gemeenschap, uitgeverij Balans 2020, 365 p.

Dit is een indringend, moedig, spannend, helder en goed geschreven boek. Een autobiografie die een spiegel voorhoudt, want: wat zijn jouw blinde vlekken, wat zit er in je dode hoek? Waar komt jouw visie en (gebrek aan) vertrouwen vandaan? Waar ben jij bedrogen uitgekomen, en kun je daar wel iemand de schuld van geven? Kunnen, willen wij mensen leven zonder bedrogen te worden? En dan en dus: Wanneer je alle schillen van de ui gepeld hebt, wat hou je dan nog over – behalve tranen?

Misschien bedoelde de schrijfster niet dit alles te veroorzaken. Maar ik kan me goed voorstellen dat Renske Doorenspleet, toen ze na (haar eerste 25) jaren van het AG (Apostolisch Genootschap, ApGen) afscheid nam, uiteindelijk later in een identiteitsconflict terecht kwam. Iedereen die een scheiding heeft mee gemaakt vraagt zich immers af wie hij of zij geweest was zonder dat verleden. Wanneer je als opvoeder of leraar eerlijkheid wilt uitdragen, moet je jezelf onder ogen durven komen. Die uitdaging gaat politicologe Renske Doorenspleet aan.

Dat maakt haar kwetsbaar. Als “apostelkind” stelt zij deze lastige vragen noodgedwongen en dat kan dat een pijnlijk en schaamtevol proces zijn.

Apostolischen groeiden op in een parallelle wereld, of zoals de schrijfster zegt: in twee werelden. Die andere wereld, daar wist niemand van af; en niemand mocht ervan af weten. In haar tijd (schrijfster is geboren in 1973) die de periode beslaat van apostel Lambertus Slok en diens opvolger en zoon Slok junior (“oom apostel”) telde het genootschap 20.000 leden. Er kwam (behalve door huwelijk) niemand bij, en er trad ook vrijwel niemand uit. Iedereen was familie (broeder en zuster) van elkaar. Vriendschappen en sociale controle waren sterk. Binnen het genootschap (“géén kerk!”) zingt men eigen liederen, gebruikt men voor buitenstaanders vreemde begrippen en waren de leden vol warmte naar elkaar en vertrouwen in hun apostel, die zichzelf beschouwde als de tegenwoordige Christus. Niemand buiten “het gebouw”, of “het werk” zou dat toch ook kunnen begrijpen?

En dat is ook werkelijk waar. Ik ben een buitenstaander, en heb het boek soms met ontzetting gelezen. Het gaat hier niet om Jehovah’s met hun egoïstische heilsleer; niet om een club als die rond Bhagwan met vrijheidszoekende individualisten, nee: mensen binnen het Apgen vormen in zekere zin de ruggengraat van de Nederlandse samenleving in plichtsgetrouwheid, burgerlijkheid en volgzaamheid. Het zijn onopvallende modelburgers en de behoefte aan privacy was tot voor kort groot.

Er is allang geen Bijbel meer; tot voor kort bestond er geen noodzaak tot samenwerking met andere gemeenschappen; geen hiernamaals, geen bovennatuurlijke God; uitzonderingen daargelaten.

Apostolischen vielen vroeger niet op terwijl ze, naast hun school en gewone werk, ieder vrij moment met die andere werkelijkheid, bezield door de apostel, bezig waren. Geen tijd voor voet- of volleybal en toneel; muziek en theater was er méér dan genoeg binnen het eigen AG.

Het is vooral door de invloed van de media, de stroom der tijdgeest en de moed van zelfbewuste leden, dat de deuren en vensters zijn opengezet. De geslotenheid valt niet langer te handhaven zonder de eigen groep onherstelbaar te beschadigen.

Deze openheid hebben velen niet meer mee kunnen maken; ze waren al vertrokken. Zoals de schrijfster van dit boek.

Al doet het AG zijn oprechte best om bij te tijd te komen en modern te zijn: het verleden vormt je, en de nestgeur was je wellicht nooit helemaal van je af. Binnen het AG is veel te doen om deze publicatie en dat pleit voor hen.

Tenslotte een persoonlijke noot. De vrijzinnigen Brielle werken op een inspirerende manier samen met het AG Rockanje. We hebben al heel wat lief en leed gedeeld, in groepen en diensten samengewerkt, ons over elkaar verwonderd in alle openheid.  Ons past solidariteit en meeleven.

Ivo de Jong

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *