Ik vertrouw het nog niet

Ik zag vanmorgen de eerste bloeiende narcissen in het park, maar ik geloof ze niet.

Het regent en het is koud, het wordt nog geen voorjaar. Als ik naar het station zou lopen, zou ik de zonsopgang kunnen zien vanuit de trein. Het wordt al lichter ‘s morgens, maar ik geloof het niet. Ik mag nog steeds niet op visite of op vakantie, laat het winter blijven.

De vogels zingen al vroeg, luister niet naar ze, ze houden je voor de gek. We mogen er niet op uit we moeten binnenblijven, bij de kachel en het kaarslicht. Dus geloof ze niet die narcissen en de vogels. Het blijft winter!

Ik houd mezelf voor de gek, omdat ik er zo’n zin in heb. In zon op mijn huid, in frisse buitenlucht en buiten koffiedrinken. Als je iets heel graag wilt en je wilt niet teleurgesteld worden dan kun je twee dingen doen. De feiten ontkennen en net doen of het anders is, of hopen op een wonder.

Maar wil je wel hopen? Hopen kan ook vermoeiend zijn, steeds weer op iets hopen wat dan toch niet lukt is slopend. Hoop zweept je op, neemt je mee, maar laat je ook hard vallen.

Hopen kan ook afleiden van de werkelijkheid, de ogen zijn dan steeds gericht op het object, de horizon of er al iets komt, maar ze vergeten te kijken waar de voeten de grond raken. Je zou dan de vraag kunnen stellen: ‘Heeft deze periode ook positieve kanten?’ Voor sommige mensen misschien wel, dat kun je nooit voor een ander zeggen.

Naar buiten, daar hoop ik op, ik weet dat de cijfers en de regering er anders over denken, en ik zal ook braaf zijn. Maar ik hoop op buiten, zo gauw mogelijk en allemaal. Hoop geeft mij energie, maar die narcissen vertrouw ik nog niet.

Wies Houweling
algemeen secretaris

meer blogs …

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *