Nederlands gezin ‘adopteert’ gezin uit AZC

Pappa en mamma zijn. Dan wil je dat je kind gelukkig wordt. Veilig is. Niet bang hoeft te zijn. Vanuit die gedachte legde het gezin van Annechien contact met een gezin uit een asielzoekerscentrum. In zes ontmoetingen leerden zij elkaar kennen: ontmoetingen waarin angsten worden overwonnen, weer gelachen wordt en over werk en ambitie gepraat mag worden. Waar kinderen genieten van een dagje uit met ontspannen ouders.

Het begon zes jaar geleden allemaal met de komst van een nieuwe dorpsgenoot’, zegt Annechien. ‘Ik kwam Fleur tegen op het schoolplein. Zij vertelde me over de stichting De Vrolijkheid, die activiteiten organiseert voor kinderen van asielzoekers. In die tijd stelde De Vrolijkheid juist wat geld beschikbaar voor een pilot, waarbij Nederlandse gezinnen iets zouden aangaan met vluchtelinggezinnen.’

Langs de deuren

‘Op de een of andere manier paste dat precies. Wij gaven wel geld aan een kindje in Afrika, waar we ook mee schreven, maar ik had al een paar keer gedacht: ik zou wel wat meer willen doen. Dus dit kwam perfect uit.

Fleur stelde voor om samen iets op te zetten. Het was allemaal nieuw en we wisten ook niet precies hoe we het moesten aanpakken, dus we besloten maar gewoon in het asielzoekerscentrum langs de deuren te gaan.  Niet ieder gezin kwam in aanmerking. We wilden graag rechtstreeks, zonder tolk, met elkaar kunnen praten, dus iemand in het gezin moest wel Engels of Frans spreken.

Na een heleboel kopjes thee, veel zoetigheid en nog een paar keer teruggaan, hadden we zes gezinnen. Daar hebben we in ons eigen netwerk vier gezinnen bij gezocht, die een beetje matchten op hobby’s, leeftijd van de kinderen of werk. Wij zelf legden contact met een heel leuk gezin uit Irak: Nabeel, Rascha, Mohammed en Mahmoud. Nabeel was bakker geweest, Rasha en ik houden allebei van koken en de jongens van voetbal.’

Ontzettend welkom

‘Fleur en ik hadden een jaarprogramma bedacht met in ieder geval zes contactmomenten. We zouden een keer met z’n allen bij elkaar komen en daarna zouden de gezinnen elkaar een keer uitnodigen. Dan was er weer een gezamenlijke bijeenkomst, waarna het Nederlandse gezin een uitje zou organiseren. En na een afsluitende bijeenkomst  zouden wij het dan loslaten en de gezinnen op eigen kracht verder gaan.

Het liep boven verwachting goed. Waar het klikte tussen de gezinnen, ontstonden er zulke mooie dingen. We ontdekten dat we nauwelijks iets over vluchtelingen wisten. Het was voor onze kinderen heel bijzonder om op bezoek te gaan in een asielzoekerscentrum. Om te merken dat er scheuren in de bank zitten en dat het er niet zo fris ruikt, maar dat de tafel wel vol met lekker eten staat en je ontzettend welkom bent.

Omgekeerd vroeg Rasha, toen ze bij ons op bezoek waren: mag ik eens in jouw keukenkastjes kijken? Wat eten jullie en welke kruiden gebruiken jullie?  En hoe doen jullie dat eigenlijk met de opvoeding? Slaan jullie de kinderen? Dus het ging al heel snel over van alles en nog wat. Het was voor Rasha en Nabeel vooral fijn om contact te hebben met ‘gewone’ mensen. Ze zien vaak alleen hulpverleners.’

Creatief

‘Ze hebben we hele dag niets te doen, dus ze wilden heel graag iets ondernemen. En het was voor ons heel leuk om daarin mee te denken. Zo heb ik ervoor gezorgd dat Nabeel een dag kon meelopen met een bakker hier in de buurt. Rasha is heel creatief en wilde daar iets mee, maar wist niet goed wat. Samen hebben we een tocht gemaakt langs allerlei creatieve winkeltjes en ateliertjes in Alkmaar. Ik wilde haar laten zien wat er kan en ook dat de Nederlandse smaak niet helemaal matcht met de Irakese. Met hulp van De Vrolijkheid heeft ze daarna in de vrouwenruimte van het azc een cursus kleding maken opgezet.

Soms vroegen we: waar hebben jullie zin in? De jongens zijn heel sportief, dus we hebben ze een paar keer meegenomen naar een sportactiviteit en zijn een dag met ze gaan varen. Zij zijn een keer mee geweest naar een Kerstviering en wij hebben een dag met de Ramadan meegedaan. In die tijd trekken ze heel erg naar elkaar toe en doen ze veel spelletjes. De jongens leerden die spelletjes aan onze kinderen en schreven hun namen in het Arabisch en zo. Dat was heel gezellig.
Een keer brachten ze foto’s mee en toen hebben we allemaal zitten huilen om wat zijn kwijtgeraakt. Bijvoorbeeld toen we de foto’s zagen van het voetbalteam van die jongens: helemaal uit elkaar gevallen.’

Ook de kinderen werden door de ontmoetingen en de verhalen geraakt. ‘Ik vind het heel moeilijk en ook heel erg om me voor te stellen dat zij gevlucht zijn uit hun leven en dat ze alles hebben moeten achterlaten’, zegt Tobias (12).  En Karlijn (14) herinnert zich het eerste bezoek aan het asielzoekerscentrum nog precies. ‘Het was heel bijzonder om te zien hoe ze in het asielzoekerscentrum woonden.  Ze zaten met twee gezinnen in een ruimte. En ze hadden eigenlijk helemaal niks.’

Annechien

Groeien

‘Omdat het zo goed ging, wilden we graag dat het ging groeien’, zegt Annechien. ‘Dus het jaar daarop hebben we in het azc en in ons eigen netwerk zes nieuwe gezinnen gezocht. Bij de eerste bijeenkomst nodigden we de gezinnen van het eerste jaar uit. Nabeel en Rasha kregen na drie jaar een status, maar zijn bij de groep gebleven en hebben geholpen om de volgende stappen te zetten. Ook Karlijn en Tobias helpen altijd mee bij de ontmoetingen van de nieuwe gezinnen. Dan doen ze iets met de kinderen of geven ze een workshop. Daar zijn ze alle twee trots op en ze leren er veel van. Zij zullen niet zomaar een groep veroordelen. Want ze weten dat het gaat om mensen en kinderen die hun eigen leven zijn kwijtgeraakt.

Er zijn een paar gezinnen afgevallen. Soms ging een gezin naar een uitzetcentrum of werd het daadwerkelijk uitgezet. Maar met de gezinnen die zijn gebleven is er nog steeds contact. In het ene geval wat intensiever dan in het andere.
Juist in de tijd nadat een gezin een status krijgt, is er veel hulp nodig. Dan is het fijn als je een wasmachine kunt regelen, of  kunt helpen schilderen en verhuizen. Je kunt bijvoorbeeld ook meedenken over een goede school, of mee gaan naar school als er problemen zijn. Soms kun je een van de kinderen een weekendje in huis nemen – dan zijn ze even uit het azc. Soms helpen we met het tekenen van papieren. En sommige gezinnen vieren de verjaardagen samen.’

Volendam

‘Wij vonden het belangrijk om vooral leuke dingen met elkaar te doen. Echt pappa’s en mamma’s te zijn. Daarom hebben we ons niet bemoeid met de juridische zaken die natuurlijk ook spelen. Op een gegeven moment zei mijn vader dat hij ook wel wat wilde doen. Hij heeft de juridische kant opgepakt.
Bij de naturalisatieceremonie vorig jaar waren we er allemaal bij. Mijn vader had een boek voor ze gekocht met foto’s van Nederland en zei: bekijk het goed en kies de plaats die jullie het leukste lijkt. Dan ga ik daar samen met jullie naar toe. Tot ons plezier kozen ze voor Volendam en Marken.

Het gaat ze goed. Nabeel is begeleider van een grote bakkerij die arabische broodjes maakt. Rasha doet een vervolg cursus Nederlands en maakt in opdracht de meest prachtigste taarten. Mohammed studeert bouwkunde en Mahmoud doet dit jaar examen op het vmbo en gaat straks op het mbo een economische richting op.  Beide jongens zijn heel erg gemotiveerd om hier een goede toekomst op te bouwen.

Allemaal trots

Ik zou willen dat ieder Nederlands gezin contact legt met één vluchteling gezin. Dan kunnen we zulke mooie dingen gebeuren. Afgelopen zaterdag zijn we er weer geweest, samen met m’n vader en zijn vriendin. We hebben ontzettend gezellig en lekker gegeten: Rasha heeft bijna twee dagen in de keuken gestaan om een feestelijke Irakese maaltijd voor ons te bereiden. Ze had voor de feestelijkheid ook een traditioneel Iraaks gewaad aangedaan – dat had ik nog nooit gezien.
We hebben heel gezellig gepraat: over hoe het met hen gaat, met ons gaat, over de politiek, over het kinderpardon. Op een gelijkwaardige manier en in een vriendschappelijke sfeer. En grotendeels al in het Nederlands.
Na zo’n avond zijn we allemaal heel trots en blij dat we deze vriendschap hebben gevonden. We weten dat we er voor elkaar zijn. Als we elkaar nodig hebben, weten we elkaar te vinden.’

Bron: www.zininopvoeding.nl

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *