Verbeelding
Het overkomt je soms dat iemand aan je vraagt wat vrijzinnigheid nou eigenlijk precies is. De vraagsteller is meestal afkomstig uit een lang vergeten kerkelijke traditie. Jij begint aan een moeizame uitleg. Het is eigenlijk geen echte kerk. De vrijzinnigheid komt wel voort uit het christendom, maar is daar niet aan gebonden. Wij lezen de bijbel serieus, maar niet letterlijk. We doen wel aan God, maar anders dan je zou denken. Terwijl je je antwoord aan het formuleren bent, zie je de blik van de vrager steeds glaziger worden. Je opmerkingen roepen geen enkele herkenning of begrip op en het besef dringt zich aan je op: vrijzinnigen zijn niet in staat om hun manier van geloven puntig weer te geven.
En dat is ook zo. Als je aan vrijzinnigen vraagt wat geloven is, dan trek je aan een geweldige bos spaghetti en er komt geen handzaam patroon tevoorschijn. Maar wat blijft, dat is de kracht van de verbeelding. De bijbelschrijvers hebben verhalen geschapen die wij als mythen, sagen en legenden herkennen. Ze bevatten een schat aan reflectie op de grote thema’s als geboorte, leven en dood. Daardoor laten ze zich lezen als verslagen van mensen die op zoek zijn naar hun eigen kern. In de Mozesfiguur uit het Oude Testament weerspiegelt zich ons verlangen naar vrijheid en zelferkenning, in het Nieuwe Testament bevraagt Jezus ons naar de toestand van onze ziel.
Met verbeelding kom je achter de universele betekenis van die oude vertellingen. En die verbeelding leidt steeds weer tot de uitkomst: de bijbelse verhalen gaan ten diepste over onszelf.
Johan de Wit
voorganger in Zeist
trekken aan een geweldige bos spaghetti, zeer herkenbaar en goed uitgedrukt
Inderdaad die slierten spaghetti uit de dogmatische traditie trekken dat geeft een enorme bevrijding aan de ene kant, maar grote verantwoordelijkheid aan de andere kant tav je sociale gedrag. Hoe we daar mee kunnen leven zou je ook in andere kerken uitgelegd moeten krijgen. Je ethisch besef zou daarmee sterk worden vergroot.