Een gesprek met de afdeling Zeist
“We zijn verbonden met christendom, niet gebonden aan…”
“Waar veel kerken krimpen, zijn wij een gemeenschap met potentie.” We spreken vandaag met Marian Mackay en Johan de Wit, respectievelijk voorzitter en voorganger bij onze afdeling in Zeist. Een afdeling die de afgelopen jaren wist te groeien tot 91 leden en vrienden. “Een heel betrokken afdeling”, typeert Marian de gemeenschap. “Van mensen die naar elkaar omzien. Het koffiemoment na de zondagse viering duurt zowat even lang als de dienst zelf!”
Kunnen jullie om het af te trappen kort iets vertellen over de afdeling?
Johan lacht: “Een echte vraag voor Marian.” “Dat klopt”, trapt zij haar verhaal af. “Allereerst zitten we in een mooi kerkje: de Walkartkerk in Zeist. Iedereen die hier voor het eerst binnenloopt, is positief verrast als ze het prachtige wandkleed en de gebrandschilderde ramen zien. Als vereniging richten we ons op mensen van 50 jaar en ouder. Mensen die zich bezig willen houden met niet-aardse zaken en daar de tijd voor hebben. In de praktijk komt dat erop neer dat de meeste leden mensen boven de 60 jaar zijn; één lid is nog in de 30. In 2007 bestonden we 100 jaar en dat hebben we mooi gevierd met een docudrama met allerlei historische foto’s en een mooi verhaal. Johan heeft dat toen verzorgd.”
Bijbel als verzameling mythen met tijdloze betekenissen
Johan wordt in 2001 voorganger van de afdeling “en inmiddels een stuk van het meubilair.” Hij noemt als belangrijke eigenschap van de leden dat ze allemaal iets willen opsteken. Willen bijleren. De Bijbel staat bij ons centraal, maar niet als woord van God. We zien het als een mensenboek, een bibliotheek van boeken waar je inspiratie uit put. Via symbolische en psychologische benaderingen haal ik er dingen uit die van betekenis zijn voor de mensen van nu. Het gaat niet om de verhalen als historische gebeurtenissen, maar ik zie ze als een aantal mythes en sagen met tijdloze betekenissen en moralen die de mensen van nu aanspreken. Andere (oosterse) religies zoals hindoeïsme, boeddhisme en de islam spelen geen rol bij ons; wel laten we ons inspireren door het Jodendom. Deze religie heeft direct betrekking op het Oude Testament. Wat ik altijd zo interessant vind? Om bij het lezen van Bijbelverhalen joodse commentaren te raadplegen; die geven vaak weer nieuwe inzichten waar we zelf niet aan hadden gedacht.”
Christelijke waarden
Johan vertelt dat ze als Vrijzinnigen verbonden zijn met het christendom, maar niet gebonden aan. Jezus is voor hen een bijzonder voorbeeldmens, niet de Zoon van God. Wel loopt het christendom als een rode draad door de vereniging. “Dat past ook bij mijn levenshouding”, legt Johan uit. “Ik ben opgevoed in een maatschappij die gestempeld is door christelijke waarden. Waarden die in het Nieuwe Testament vorm kregen dóór Jezus.” Marian voegt toe dat iedere afdeling wel een eigen identiteit heeft: “Johan is wel eens gast-predikant bij andere afdelingen en merkt dan wel de verschillen. De ene afdeling noemt zich vrijzinnig christelijk, de andere vrijzinnig. En allebei is natuurlijk goed.”
“De mens roept God, niet andersom”
Gaandeweg het interview praten we door over het thema vrijzinnigheid. Johan: “Vrijzinnigheid is allereerst geen religie, maar een levenshouding. Het allerbelangrijkste vind ik dat we als vrijzinnigen een bepaalde verbinding zoeken met de onderstroom van het leven. Een stroom die je ook in de kosmos vindt en die op een heel mysterieuze manier het leven bepaalt. We bevinden ons in de alledaagse werkelijkheid, maar daarnaast is er een verborgen werkelijkheid die ons bestaan kleurt. Dat is waar het om gaat. Als vrijzinnigen zoeken we naar een verdieping die niet-vrijzinnige gelovigen niet ervaren. We gaan uit van een godsbesef dat uitgaat van de mens. In gereformeerde kerken zeggen ze nog wel eens dat ‘God de mens roept’, wij draaien het om: ‘de mens roept God’.”
“Ik denk dat dit voor alle vrijzinnigen geldt”, voegt Marian toe. “Geloof komt vanuit de mens, daar geloven we in. Dat geloof is heel persoonlijk. We hebben onder de leden en vrienden mensen die kerken hebben verlaten, maar die nog wel ‘iets’ geloven. Dat persoonlijke geloof respecteren we. We zouden mensen nooit ondervragen over de manier waarop ze geloven.”
De toekomst van de vrijzinnigheid
Impliciet komt het onderwerp van de toekomst ter sprake. Marian spreekt uit dat ze het jammer vindt dat de vrijzinnigheid niet meer naar buiten kan treden. “Ik denk dat heel veel mensen behoefte hebben aan een warme gemeenschap zoals wij die bieden en die niet kunnen vinden. Mensen die hun kerk verlaten, willen vaak ook niets anders proberen omdat ze blijven hangen in de beelden die ze hebben meegekregen. En ze gaan niet meer op zoek.”
Daarnaast passen bepaalde eigenschappen van vrijzinnigheid niet bij de huidige tijd. “Vrijzinnigen zijn heel redelijk, maar het lijkt wel alsof het in onze samenleving altijd zwart-wit, hard-zacht moeten zijn. Scherpe tegenstellingen: voor het grijze gebied is er niet veel ruimte. Er is maar beperkte ruimte voor redelijkheid.”