Een mooi project
De geschiedenissectie van het Veurs Lyceum in Leidschendam had een bijzonder project georganiseerd waar ik aan meewerkte. Representanten van divere religies en levensbeschouwelijke organisaties waren uitgenodigd om iets over henzelf aan brugklassers te vertellen. De leerlingen zouden de levensbeschouwingen ordenen en die in een venndiagram zetten. Ik was gevraagd om het protestantisme te vertegenwoordigen. Er was een katholiek collega, maar ook een andere protestantse collega (hoewel niet vrijzinnig protestant). Er was een iman, een pandit, twee rabbijnen en een vertegenwoordiging van het humanisme en het universeel soefisme.
Verschillende achtergrond
Ik zag aan de kinderen dat de opzet wel in goede aarde zou vallen. De kinderen hadden duidelijk heel verschillende achtergronden. Naast meisjes met lang loshangend haar waren er ook meisjes met hoofddoek, bedekt in lange rokken tot de grond. Er waren diverse kinderen met niet witte huidskleur, allemaal broederlijk en zusterlijk naast elkaar. Het zou mooi zijn als dat zo zou blijven, ook als ze de schooljaren vaarwel hadden gezegd. Uiteraard had ik mijn verhaal, dat steeds maar 20 minuten mocht duren over het protestantisme, gesimplificeerd.
Kennismaking met elkaar
“De katholieke priesters trouwden niet. Protestantse predikanten, ook vrouwen, mochten wel trouwen en droegen meestal zwarte toga’s, een soort jurk of mantel in de kerk”, vertelde ik. Het vrijzinnige liet ik maar even helemaal weg. Een meisje stelde als vraag: “Waarom moet je zo’n zwarte jurk aan en kun je geen gezellige jurk met bloemen aan?“ “Het zijn vaak ook gewoontes”, zei ik. Misschien had ik ook beter het woord ‘jurk’ niet voor toga moeten noemen. “Waarom vloeken sommige mensen zo, en noemen ze God of Christus in hun vloek?”, vroeg een ander. Uiteraard keek ik gepast zorgelijk bij die vraag. Aan het eind van een les kwamen enkele leerlingen mij bedanken. “Ik ben protestants”, zei een meisje daarbij. “Maar”, zei ik, “dan wist je toch alles al?” “Ja, maar u vertelde het zo mooi”, zei ze. Na de bijeenkomst zagen de representanten elkaar ook nog even. Ieder was opgetogen over het project en de verbroedering die het project beoogt. “Volgend jaar weer?” “Ja zeker!”
Katrijne Bezemer
voorganger van Zuid-Kennemerland en Voorburg-Sassenheim
Wat mooi en wat is het fijn om zoiets positiefs te horen. Dank he wek!
Groet, Tilly de Groen