Brexit ofwel bezint eer gij begint
Lidmaatschap
Je bent lid van een club. Een sportclub of misschien wel een vrijmetselaarsloge of een kerkgenootschap. Nu heb je een buurman waar je, zoals dat heet, ‘goed’ mee bent. Je drinkt wel eens een glas wijn met de buurman, maakt wel eens een wandeling samen en je past af en toe op de hond. Zonder dat je het eigenlijk in de gaten hebt praat buurman wel eens op je in.
‘Wat zie je toch in die club?’ vraagt hij dan. En dan blijkt dat je toch niet zo makkelijk een antwoord formuleert. Je vindt het moeilijk om de buurman uit te leggen wat je aan die club bindt. Stiekem denk je aan de forse contributie die je net weer hebt voldaan. En een stemmetje dat je niet wil horen vraagt je of het dat allemaal nog wel waard is. Daarbovenop komt dan de herinnering aan de woorden die je had met de voorzitter. Je bent al langer lid dan die voorzitter en de man denkt dat hij de club wel even kan reorganiseren.
Zinvol?
‘Voor mij is het een zinvol lidmaatschap,’ zeg je, ‘want de leden worden in hun waarde gelaten. De vereniging op zich heeft daarbij diverse culturele activiteiten waar niet alleen ik maar ook mijn vrouw plezier aan hebben.’ En meteen denk je aan de laatste barbecue toen je met een vlek op je nieuwe broek thuiskwam.
Tijdens de volgende bijeenkomst krijg je weer woorden, ditmaal met een ander bestuurslid. Je komt thuis en zegt enigszins verhit:
‘Ze kunnen me wat. Ik stop ermee. Ik stap eruit.’ Vrouwlief zegt de volgende ochtend nog wat kalmerende woorden, maar je hebt de voorzitter al gemaild. De voorzitter reageert direct: daar moeten we eerst over praten. Maar je bent vastbesloten, dat wil je niet meer. Twee maanden later krijg je wroeging. Je mist je wekelijkse bijeenkomsten. Je mist je kennissen. Jammer, maar je kunt niet meer terug.
Schrale troost
Een schrale troost. Je bent de enige niet die zo handelt. Hele volksstammen gaan op deze manier de fout in. Ze klampen zich soms vast aan referenda die statistisch gezien nauwelijks enige waarde hebben. Dat allemaal door een gekrenkte trots en het onvermogen te zien dat het ene volk niet beter is dan het andere.
Terug naar je club. Gevoelens van boosheid kennen we allemaal. Maar voordat je je impulsen de ruimte geeft, praat er over. Bedenk dat boosheid slechts een gevoel is binnen in jou. Als je de club hebt verlaten heb je je schepen achter je verbrand. Dat kun je geen zingeving meer noemen.
Wouter Blokhuis