Recensie: Oorlogen en Oceanen
Door Ivo de Jong
Nadat ik eind november 2019, bij de vrijzinnigen in Veenendaal de gedachtenisdienst geleid had, bezocht ik daar vlak bij de plek waar dominee Bastiaan Jan Ader in 20 november 1944 gefusilleerd is.
Er lagen bloemen op het monument.
Het ontroerde en verwarde me. Zonder zijn gewelddadige dood had ik hier niet gestaan.
Het verhaal van de dominee: ik moet daar wat mee.
Mijn vader was WIKA (“Werker in Kerkelijke Arbeid”). In 1951 kreeg hij een betrekking in Drieborg (Oost-Groningen) namens de dominee Aderstichting voor “werk onder de randkerkelijke jongeren”. Dat deed hij met accordeon en frisse overmoed. Toen en daar ontmoetten mijn ouders elkaar. Ze trouwden in 1955, mevrouw Ader staat met hen op de foto. In 1956 werd ik geboren. Toen mijn ouders hun zilveren bruiloft vierden, was ook zij van de partij.
En nu heb ik twee boeken van hun beide zoons in huis.
De kunstcatalogus van oudste zoon Bas Jan Ader kocht ik in het Van Abbe museum (Eindhoven). Daar lag toen een kopie van de Guppy3, het minizeilbootje waarmee hij de Oceaan overstak in 1975. Het spoelde negen maanden later onbemand aan
Bas Jan maakte intense kunst. Daarbij heeft hij zichzelf nooit gespaard.
Erik werd twee jaar na zijn broer en twee weken na de moord op zijn vader geboren. Nooit gekend, nooit gemist?
In zijn boek reist hij zijn vader achterna. “Domie” was in 1935 naar Palestina gefietst. Tijdens die tocht werd hem de toestand in Europa helder; het nationalisme, het antisemitisme.
Erik onderzoekt in zijn boek zijn vaders brieven, voetsporen en drijfveren; zijn geloof, zijn bevlogenheid, zijn moed en zijn positiekeuze. Vier eigenschappen? Misschien valt geloof samen te vatten in de laatste drie. Dan hebben beide broers het geloof van hun ouders geërfd. Zeker, wanneer je hun totale ervaring van het zeezeilen als mystiek beleeft.
Drie indrukwekkende boeken.
Dominee Ader heeft samen met zijn vrouw 300 joodse Nederlanders gered. Zij gelden in Israël als helden. Er is een gedenksteen; er is een bos naar hen genoemd. Erik is de geredde onderduikers en de gedenkplekken daar gaan opzoeken.
Hij botste met het Zionistische fundamentalisme; met de verdrijving en onderdrukking van de Palestijnen. Erik beschrijft het verhaal van het bos van zijn vader; dat het geplant blijkt op het terrein van door de bezetter vernielde olijfboomgaarden. Tien jaar geleden plantte hij een nieuw bos van 1000 olijfbomen op Palestijnse grond, met een gedenksteen ter nagedachtenis aan zijn vader. Het is een geschiedenis die we moeten volgen, want de nederzettingen rukken op en kolonisten vernietigen systematisch alles wat Filistijnen hoop zou kunnen bieden.
Het boek is bij vlagen onverdragelijk, maar: we moeten het weten, het moet tot ons doordringen:
“Het bloed van Abel roept nog steeds tot ons geweten: Wie ’t zingend overstemt, is Kaïns deelgenoot (lied 272 3e couplet)”.
Geloof is een houding; is het houden van mensen; eist verzet waar mensenrechten worden vertrapt.
Erik Ader, Oorlogen en Oceanen, Querido 2020, 406p.