Je hart is de mond van God

11 november 2024: Afscheidsparty van zoon Jop en vriendin Cyrine. Morgen vertrekken ze voor een half jaar lopen in New Zealand. Het huis is vol vrienden en familie. Cyrine’s moeder Kaouther komt uit Tunis en is moslima. Zij geeft me – een pauwenveer.

Mijn hart slaat over. Ik vertel Jops geschiedenis van het hart en de pauwenveer.

Een week daarna is een documentaire over rabbijn Soetendorp op TV.

Nu moet ik het verhaal wel opschrijven.

Het begint op een zondagochtend, half negen. Jop is 4; het zal 2003 geweest zijn. Ik doe mijn traditionele zondagmorgenontbijt: vierminutenei op een bruinbroodboterham kaas.
“Broterham”, zegt Jop.
Hij ook een eitje. “Ga jij naar je kerk vandaag”, vraagt hij. “Ja, zo”. “O dan ga ik mee”. “A nee joh, ga toch lekker Oma Hondje kijken en de Daltons, bij mamma en Coen in bed”. “Nee ik wil mee. Wat ga je doen?”

“Doopdienst”. “Ha leuk! Mag ik dan ook weer water meenemen?” Nou toe dan maar. Snel aankleden en spullen pakken. Jop achter in de billenbak. Drie kwartier rijden naar Velp, de liturgieën moeten nog gevouwen. Ik heb een mooi programma geprint. Door de kinderen gekleurde regenboog voorop; we lezen De ark van Noach, zingen mijn vertaling van “Somewhere over the Rainbow” en draaien Nina Simone: “I wish that I knew/ how it feels to be free” en ‘In the morning”. Er zijn kinderen in de kerk met water uit alle windstreken; zelfs uit Lourdes en van de Jordaan.
Jop zit op de voorste rij en ziet alles met grote ogen aan.

Op de terugweg over de Schelmseweg, volgens mij een van de mooiste wegen van Nederland met van die ontfermende hoge beuken aan weerszijden, zeg ik:“Nou? Hoe vond je het?!”
“Mooi pappa! Volgens mij word jij steeds beter!” Ik grijns. Met zijn vier jaren heeft hij nog niet veel meegemaakt, maar toch: “Je krijgt vier van de vijf sterren. Vijf als ik alles begrepen had.”
“Wat vond je het mooiste van de dienst?”

 In mijn achteruitkijkspiegel zie ik Jop denken, zijn ogen links omhoog.
“Het gebit”.
Weer kijk ik in de spiegel: het kunnen mijn tanden toch echt niet geweest zijn.
“Wat vond je mooi aan het gebed?”
“Het stil gebit”.
Dat is een van de enige momenten in een dienst dat ik stil ben. “Hoezo, het stil gebed?”
“Pappa. Het jij wel eens dat God met je praat?” Ik zette de wagen stil (weet nog precies waar) en draai mijn hoofd naar hem om.

“Jop! Hoor jij stemmetjes?” Hij zucht. “Pappa. Jij moet toch weten dat het niet zo werkt.”
“Hoe dan?”
Weer denkt Jop diep na: “Achter mijn bed staat een pauwenveer. Als ik niet kan slapen waai ik me daarmee over mijn gezicht.”

Ai maar wat mooi …! Ik start de wagen weer op en rijd met een grijns de oprit naar Apeldoorn op. Jop blijft links naar boven kijken en zegt na een paar minuten:
“Pappa. Volgens mij is je hart de mond van God”.

Ik schiet vol. Wat hij zegt raakt mij recht in het hart. Zoveel boeken over God gelezen, maar zo mooi had ik het nog nooit gehoord. Psalm 8: “Uit de mond van kinderen hebt Gij uw wijsheid gegrondvest”. Eenmaal thuis blijkt Jop alles vergeten. Maar ik bewaarde deze woorden, ze overwegende in mijn hart.

Even later ben ik voorganger in Lunteren en conventsvoorzitter geworden van onze (toen nog) NPB.

We hebben een driedaagse op het Bosgoed. Onderdeel Rabbijn Avraham Soetendorp had ik georganiseerd. Hij houdt een vurig betoog en vertelt ook over “The Feather Project”: een adelaarsveer overgegeven aan een van de religieuze wijzen. Soefi’s, priesters, roshi’s, sjamanen, rabbijnen delen iets van hun wijsheden mee. Ze staan op Youtube.

Tien minuten voor zijn trein op het klein stationnetje vertrekt, vertel ik hem het verhaal van Jops pauwenveer. Duidelijk aangedaan vraagt hij of hij Jop (“Ja met een P”) mag groeten. Ik trek mijn iphone4 uit mijn jaszak; hij kijkt recht in de lens, wijst met zijn vinger en zegt: “Ja Jop, met een P. Dat jij nú al weet, dat je hart de mond van God is…! Ik bid, dat die mond jou nog vaak zal kussen…!”

Dichter bij God kan bijna niet. Hoeft ook niet. Als ik weer thuis ben laat ik het filmpje zien aan Jop. Hij haalt de schouders op; weet er niets meer van.

Het is tien jaren later, Soetendorp spreekt weer in Lunteren: nu in het Witte kerkje van de NPB. Ons contact is nog steeds hartelijk. Hij vraagt of hij Jop nog eens groeten mag? Ik pak mijn iphone8 en film zijn boodschap.

Weer twee jaar later doet Jop HAVO4. Het is zondagavond 10 uur en hij kijkt in zijn agenda: morgen een proefwerk LeVo (levensbeschouwelijke vorming), o jee, vergeten. “Pappa pappa, morgen proefwerk Jodendom, wil je me nog even helpen? Ik ga alvast naar boven en ben hartstikke moe. Dus niet lullen of preken asjeblieft, alleen de vragen!”

Het is de derde toets op rij; eerst het christendom, toen Islam en nu zijn de joden aan de beurt.

Vraag 1: Wat is het Heilige boek van het Jodendom. 2: Waar wonen de meeste Joden. 3: Wat vindt een Jood van de dood. 4: Wat mag je niet binnen het Jodendom.
Ik zucht eens diep en dan ga ik naar boven, hij ligt al onder zijn dekbed. “Jop hoe laat heb jij dat proefwerk?” “Het zevende uur”. “Hoe heeft jouw school ook alweer?” “Ja dat weet je best: Etty Hillesum college! Hoezo!” “Nou zij was Joods”

“Nou en?!?”

“Hoe weet je dat ze Joods was?” “Dat weet ík niet, maar wat maakt dat uit!”

Jop is knorrig en moe. Ik vertel dat hij morgen in de pauze wat van de uitspraken van Etty moet lezen die op diverse plekken op school op de muren staan. En dat haar dagboek een van de mooiste boeken is die ik ooit gelezen heb. Daarna geef ik antwoord op de proefwerkvragen; hij herhaalt de antwoorden en gaat slapen. Liedje zingen is er al een paar jaar niet meer bij. Aai over zijn bol, licht uit en Jop is vertrokken.

Maandag om vier komt hij thuis, gooit zijn tas op de bank: “Je raad nooit wat ik op LeVo had? Een negen!” “Hoe kwam dat?” “Nou ik ging gewoon wat over Etty Hilversum zitten lullen en ze vond dat prachtig!”

Dan gaat de telefoon. Jop neemt op. “Pappa, een meneer Zoetendorp voor jou”. Ik neem over: “Haaa. Avraham! Ma shalom cha?” We keuvelen een minuut of twintig; ik vertel over Jops proefwerk. Daarna kijkt Jop me aan: “Wie was dát dan?”
“Dat is Abraham Soetendorp, directeur van het Jodendom in Nederland”.

“Hoe ken jij die dan?!” “Maar hij kent jou ook, hoor”.

Ik vertel, Jop kijkt me vol ongeloof aan en gaat wat anders doen. Hij heeft geen tijd voor de filmpjes.

Jop is 14 wanneer de rabbijn nogmaals Lunteren bezoekt; nu in het witte kerkje. Jop was niet mee, maar Soetendorp vraagt of mijn zoon nog steeds spiritueel is. Hij wil hem groeten. Ik pak mijn Ivone 10:

Als Jop 16 is gaat hij mee naar mijn kerkje in Velp: Soetendorp spreekt. Hij is emotioneel: hier was hij als baby ondergedoken in de oorlog. In de pauze vraagt iemand vriendelijk verwonderd aan Jop, per slot de jongste in de kerk, of hij alles wel interessant vond? Jop: “Mevrouw ik had het gevoel dat hij het direct tegen mij had!”

Acht jaar later is Jop 24 en doet PABO. Hij kan op excursie naar Israël en Palestina: vierentwintig meisjes, drie jongens. Ze bezoeken onderwijsinstellingen, Kibboetsiem, een internationale school en het onderwijs op de Westbank. Een van de begeleiders is, hoe raad je het: Soetendorp.

Tien dagen later sta ik bij de gate van Schiphol. Daar komen ze aan: Jop, gearmd met Soetendorp. Ze grappen en lachen en lijken maatjes te zijn geworden. Dan valt zijn oog op mij en kijkt hij me met verwonderde ogen aan: “Ivo de Jong?!?

Maar – wat doe jij hier?” Jop valt mij in de armen; hij had hij had “een toffe tijd gehad”.

Ik vertel Avraham dat dit nou de Jop geworden is van de veer en de mond. Daarop huppelt Jop naar zijn leeftijdsgenoten. Wij kijken hem verwonderd na.

In 2021 is Jop is Jop al twee jaar meester op de Vrije School Arnhem en heeft hij verkering met Cyrine. Jop is op bezoek bij zijn schoonfamilie in Tunesië.

Die middag spreekt Soetendorp in Velp. We maken beeldcontact met de iphone11; Jop is dan in de moskee. Soetendorp vindt dat alleen maar prachtig. Jop leidt hem rond met beeld en geluid. Soetendorp leert hem een paar mooie Arabische vredesgroeten.

Dat is het verhaal.

Deze foto is van 10 november 2024, genomen met mijn Ivone 12.

Want inmiddels lopen Jop en Cyrine de drieduizend kilometer lange Te Araroa trail in New Zealand.

Daar is veel lef voor nodig, maar dat hebben ze: love, en lef.

Ze zijn twaalf klokuren in zelfverkozen afzondering van ons verwijderd.

Dat de mond hun maar vaak mag kussen.

Ivo de Jong
emeritus voorganger

Meer blogs …

Verschil maken – het (kerst)verhaal van Janneke

Aries van Meeteren vindt het verhaal van poes Janneke net een kerstverhaal. Een verhaal dat laat zien hoe een leven zoveel meer levens kan veranderen.

Het verhaal van onze poes Janneke lijkt wel een beetje op een kerstverhaal, denk ik wel eens. Janneke is geboren in de straten van Burgas, in het oosten van Bulgarije. Ze is als kitten ernstig mishandeld en voor dood achtergelaten. Maar dankzij de inzet van enkele mensen die niet aan haar voorbij hebben willen lopen, is Janneke nu een vrolijke noot in ons leven.

Afgelopen maand hebben we Liliya ontmoet, een van de Bulgaarse redsters van Janneke. Ze was een weekend in Nederland om te vertellen over haar opvangwerk in Burgas. Anoeska en ik waren erg nieuwsgierig naar Liliya, die in het gat is gesprongen dat de Bulgaarse overheid laat vallen. Want asielen zoals bij ons zijn er niet.

Liliya is een vrouw met tomeloze energie, zo ontdekten we. Dat moet ook wel als je samen met enkele andere vrijwilligers 150 katten en honden onder je hoede hebt. De meeste dieren zijn ooit door hun baasjes afgedankt en op straat gezet. Wie dan ziek wordt,  beschoten of aangereden redt het niet.

Kans

Liliya en haar collega’s geven ze een kans. Veel honden en katten die sterk genoeg zijn, belanden gesteriliseerd weer op straat. Maar voor dieren die te huiselijk of te kwetsbaar zijn, wordt een ‘forever home’ gezocht, vooral in andere landen waar de zorg voor huisdieren beter op orde is. En zo kon Janneke naar Nederland.

Het lijkt dweilen met de kraan open. En dat is het eigenlijk ook, erkent Liliya. En toch kan ze niet anders, vertelt ze als we haar vragen waar ze de energie vandaan haalt.

“Vaak denk ik: oké, ik stop ermee. Ik kan er niet meer tegen. Ik ben moe. Ik wil niet nog meer lijden zien. Maar dan zie ik een katje met een ontbrekend oog, schreeuwend op straat, en dan verzamel ik toch weer al mijn kracht en zeg ik: oké ik zal vechten voor dit leven. En als zo iemand dan een thuis vindt, geeft dat zoveel energie! Het is één leven, het is er één uit duizenden, maar het is een heel leven. Er liggen nog jaren en jaren in het verschiet waarin dit dier gelukkig zal zijn, alleen maar omdat we onze ogen niet hebben gesloten en we het verschil hebben gemaakt.”

Wereld

Ik herken in haar woorden een uitspraak die rondgaat op Facebook: “Saving one animal will not change the world, but surely for that one animal, the world will change forever.” Goodreads schrijft het citaat toe aan Karen Davison, een Britse hondentrainster. Of dat klopt, durf ik niet te zeggen. Maar ik vind het een prachtig inzicht. Je kunt niet alle nood van de wereld oplossen. Maar soms lukt het om verschil te maken in een wereld. Die van een dier of van een mens.

Ik las wel eens dat één leven is als een universum. Er zijn zoveel andere levens mee verbonden. Ook voor die levens heeft wat we doen gevolgen. Janneke bepaalt me daar iedere dag bij. Het feit dat zij is gered, is evengoed voor ons van grote betekenis geweest. En voor Liliya, niet te vergeten. En tegenwoordig brengt Janneke op Instagram andere poezen onder de aandacht die hulp kunnen gebruiken, dichtbij en ver weg. Wat een verschil kan één leven maken.

Aries van Meeteren
voorganger Hardinxveld-Giessendam

Meer blogs …

Woorden

“Het zijn maar woorden”, het is een uitdrukking die je in het dagelijks leven wel eens tegenkomt. Meestal wil degene die het zegt daarmee tot uiting brengen dat het er niet toe doet wat er is gezegd, dat het hem niet raakt en het van hem afglijdt als water langs de veren van een eend. “Het zijn maar woorden”.

Maar woorden zijn helemaal niet onbelangrijk, woorden zijn heel machtig. Mensen kunnen spreken. Geen ander dier op deze planeet kan spreken, maar mensen hebben talen ontwikkeld waardoor ze het woord tot elkaar kunnen richten. Woorden zijn het instrument waarmee we de prachtigste dromen kunnen creëren maar ook een hel op aarde kunnen scheppen.

Altijd als wij spreken, gebeurt er iets. Met wat we zeggen scheppen we altijd een nieuwe situatie.

Je kunt duisternis creëren als je iemand zo erg bekritiseert dat hij zich tot nul gereduceerd voelt, maar je kunt iemand ook zo toespreken dat hij zich opgetild voelt en hij licht ziet waar eerst donkerte heerste.

Met woorden kun je meningen, ideeën en opvattingen uiten. Al die uitingen zijn als zaadjes die in de geest van je medemens worden geplant en daar groeien zonder dat je er echt weet van hebt.

Ooit zei een juffrouw op de basisschool tegen mij in de zangles dat ik niet moest meezingen, want ik bromde. Ik heb nooit meer een poging gedaan om te zingen, want mij was wel duidelijk dat ik hier niet aan moest beginnen. Pas als predikant durfde ik dat weer.

Ongeacht de taal die je spreekt: wat je voelt, wat je denkt, wat je werkelijk bent, je woord is altijd scheppend. Het is verstandig om daarmee behoedzaam om te gaan en op je woorden te passen alsof ze precisie-instrumenten zijn, die je liefdevol moet onderhouden en gebruiken.

Johan de Wit
voorganger afdeling Zeist

Meer blogs …

Liever hoop dan wanhoop

Het had een ‘theezakjesvraag’ kunnen zijn, maar het was een vraag die langskwam op Facebook. Iemand vroeg zich af wat mensen misten van ‘vroeger’. Sommigen noemden een bepaald soort snoepje wat al jaren nergens meer te krijgen is. Anderen wilden de V&D terug, de gulden of de SRV-wagen. Maar er was ook iemand die schreef: “Geloof in vooruitgang.”

Ik moet bekennen dat dat laatste antwoord me wel iets deed. Meteen opende het een deurtje in mijn bovenkamer. Weer zag ik de boekjes voor me die ik als kind verslond: de serie ‘Hoe en Waarom’ en niet te vergeten de tijdschriften Kijk, Natuur & techniek of Mens & Wetenschap. Stuk voor stuk vol verhalen die doordrenkt waren van een zeker vooruitgangsoptimisme.

Van fouten leren

Op de een of andere manier ging van die boeken en tijdschriften iets geruststellends uit. Zo van: “Zó zit de wereld in elkaar.” En: “Zó gaan we problemen een voor een oplossen.” Ze gaven me het vertrouwen dat het morgen zeker beter zou zijn dan vandaag, dat we ons als mensen voortdurend zouden blijven ontwikkelen en dat we zouden leren van fouten die we in het verleden hadden gemaakt.

Tja, de Facebookvraag deed me beseffen dat ook ik dat toch wat naïeve vooruitgangsgeloof van vroeger wel zo’n beetje kwijt ben. Soms denk ik wel eens dat er vooruitgangspessimisme voor terug is gekomen. En die kant wil ik helemaal niet op. Dan lijkt het net of ik vind dat vroeger alles beter was. Terwijl ik voor geen goud terug zou willen naar de tijd dat mensen overal maar rookten, naar de zesdaagse werkweek of naar auto’s zonder gordels. Maar misschien ligt het iets ingewikkelder.

Zelfoverschatting

Filosoof John Gray schreef een paar jaar geleden een uitdagend boekje, getiteld Strohonden. Daarin stelt hij vast dat we uiteraard onmiskenbaar vooruitgang hebben geboekt op het gebied van techniek en wetenschap. Maar in ethisch opzicht maken we er nog altijd een potje van. Onze spullen worden beter, maar wijzelf ontwikkelen niet mee. De hoop dat de mens zich boven zijn eigen evolutionaire noodlot zou kunnen verheffen getuigt van een typisch humanistische zelfoverschatting, vindt Gray.

Scherp gezien. En misschien is het ook wel mijn leeftijd die maakt dat ik een paar illusies armer ben geworden. Maar Gray is mij weer te pessimistisch. De moderne mens bestaat nu zo’n 300 duizend jaar. Daarvan hebben we een kleine 290 duizend jaar als jager-verzamelaars geleefd. Dat betekent dat onze huidige manier van leven zo nieuw is dat we daaraan nog maar nauwelijks zijn aangepast. Als ik dat bedenk, dan doen we het eigenlijk zo slecht nog niet. Ja, de mens is soms een roofdier, zoals Oswald Spengler schrijft in De mens en de techniek (1931). Maar, zo bracht Johan Huizinga daar voorzichtig tegenin: ‘De mens kan willen geen roofdier te zijn.’

Vallen en opstaan

We zijn tot veel meer in staat dan we misschien wel denken, zegt ook psycholoog Roel Verheul, die de mens een homo plasticus noemt. Mensen kunnen het tij keren, als ze willen. We zijn geen speelbal van de omstandigheden of ons genenpakket. Maar veranderen is wel hard werken, zo voegt Verheul eraan toe. En dus kiezen mensen, zo is zijn ervaring, geregeld voor de weg van de minste weerstand. En dat snap ik goed. De wereld is complex en we hebben op veel dingen nauwelijks invloed. Dat kan kopschuw maken.

Misschien is dat wat me, ondanks alles, blijft aantrekken in die aloude Bijbelverhalen: de schrijvers van al die bekende teksten dromen dat het anders kan. Maar ze zijn niet blind voor al onze angsten en tekortkomingen. Ze poetsen lijden en mislukkingen niet weg. Want het leven is tobben – ‘lucht en leegte’, schrijft de Prediker.

Moed van de hoop

Kiezen voor een betere toekomst, kan veel van ons vergen. Te veel soms. Maar met de Bijbelschrijvers hou ik me eraan vast dat we, ondanks alles wat er in de soep loopt, elke dag weer kunnen proberen er iets van te maken. Met de moed van de hoop, met het vertrouwen om verder te kijken dan de soms wat sombere feiten.

Komt daar mijn oude naïeve geloof in vooruitgang toch weer terug? Nou nee. De droom dat alles vanzelf goed komt en dat het morgen altijd beter is dan vandaag ben ik wel kwijt. Maar ik geloof wel dat we datgene kunnen blijven proberen te doen waarvan we denken dat het goed is, steeds opnieuw (hoe irrationeel dat John Gray dat misschien zal vinden). Omdat ik liever hoop dan wanhoop.

Aries van Meeteren
voorganger Hardinxveld-Giessendam

Meer blogs …

Alleen met twee ogen zien we diepte

Wij mensen zijn verhalen-vertellende schepsels, of, zoals literatuurwetenschapper Jonathan Gottschall zegt, ‘storytelling animals’. We hebben verhalen nodig om verbanden te zien of ergens betekenis aan te geven. We vertellen met verhalen hoe de wereld volgens ons in elkaar zit. Of hoe we zelf in elkaar zitten. En hoe vaker we verhalen herhalen, hoe dieper ze in ons verankerd raken.

Verhalen kunnen ons troosten, laten verwonderen, maar ons ook boos maken op onszelf en anderen. Dat geeft al aan dat we voorzichtig moeten zijn met verhalen. Verhalen zijn niet onschuldig. Hoezeer we eigenlijk ook wel weten dat er altijd ruimte zit tussen een verhaal en de werkelijkheid, we kunnen beide gaan verwarren. En dan kunnen makkelijk ongelukken ontstaan.


Afbeelding: Berezin.livejournal.com via Wikimedia commons

Hoor en wederhoor

Hoe voorkom je dat verhalen met ons aan de haal gaan? Het kan helpen om nieuwsgierig te blijven naar andere opvattingen, tegenstemmen, alternatieve versies van een verhaal. In de journalistiek heet dat ‘hoor en wederhoor’. Maar hoe dat moet met abjecte ideeën, daar ben ik nog niet uit. Ik ben geneigd een streep te trekken bij aantoonbare onzin en mensen met verborgen agenda’s. Maar eenvoudig is dat allerminst. Ik denk wel dat het goed is om zo nu en dan onze eigen tegenspraak te organiseren. Zoals Adriaan van Dis probeert.

Van Dis zegt in een interview in het Parool dat hij ‘ontwaakt’ is, wat net iets anders klinkt dan woke: “Er is in Nederland eerder een kenniskloof dan een kloof tussen arm en rijk. Ik weet dat het lastig is, want mensen lezen liever wat ze kennen, maar probeer je ook eens te verdiepen in de tegenstem. Ik lees op mijn telefoon zowel de Engelse versie van de Israëlische krant Ha’aretz als een culturele website uit Gaza. Als ik me ergens in verdiep, wil ik gewoon altijd twee kanten horen.”

Op de vraag van de interviewer of dat niet al te naïef is zegt hij: “Zonder naïeve mensen gaan we helemaal te gronde. Ik weet het niet, lieve man, als ik zo vrij mag zijn om je zo intiem toe te spreken. Ik weet het niet.” Hij buigt zich voorover naar de recorder die voor hem op tafel ligt: “Ik weet het ook niet! Ik ben geen gutmensch. Net als andere mensen sta ik ook te schelden tegen de radio. Maar ik wil zo graag optimistisch blijven. Ik doe het voor mezelf, omdat ik niet bang wil zijn voor de toekomst.”

Afbeelding: Giovanni Tiepolo, De optocht van het Trojaanse paard in Troje (1760), via Wikimedia commons (National Gallery)

Dwaasheid

Wie zich afsluit voor andere opvattingen kan zichzelf ernstig tekort doen. Die kan zomaar in De mars der dwaasheid (The March of Folly) belanden, schreef historica Barbara Tuchman in 1984. In haar boek met die titel stelde ze de grote vraag: Hoe komt het dat door de geschiedenis heen intelligente leiders ronduit domme beslissingen hebben genomen die schadelijk waren voor zowel zichzelf als hun onderdanen? Hiermee bedoelde ze niet de besluiten die achteraf verkeerd bleken te zijn (iedereen kan nu eenmaal dat soort fouten maken). Tuchman had het over beslissingen waarvan mensen hadden kunnen weten dat het de verkeerde waren. Er waren waarschuwingen en die negeerden ze.

Neem de klassieke legende van het houten paard van Troje, schrijft Tuchman. De inwoners van de jarenlang belegerde stad Troje trapten met open ogen in de Griekse list, ondanks de waarschuwende woorden van de priester Laocoön. Die sprak de beroemde woorden: “Ik vrees de Grieken, zelfs als ze geschenken komen brengen.” Maar mensen luisterden niet, die geloofden het verhaal dat ze oorlog hadden gewonnen en haalden het houten paard binnen. Die nacht viel Troje (want er zaten, zoals bekend, Griekse soldaten verstopt in het paard).

Blinde vlekken

Columnist Amanda Ripley van de krant Washington Post schetst wat er gebeurt als we ons niet langer breed oriënteren en ons opsluiten in de bubbel van ons eigen gelijk: “Heldere lijnen neigen zich te verharden tot gevangenistralies. We nemen geen informatie meer op die niet in ons verhaal past. Elke dag worden onze blinde vlekken groter.”

(c) Marcel Marien, l’Introuvable) (1937) via Wiki Art (fair use)

Als student geschiedenis leerde ik ooit dat de realiteit ‘objectief overdadig’ is. Meerdere inzichten kunnen tegelijk waar zijn. Ik herken me daarom wel in Ripley’s advies: “Mijd het zwart-witdenken en laat je vermoeide ogen rusten op het grijs. Dat is waar alle actie plaatsvindt.”

Maar dat is niet eenvoudig. We spreken niet voor niets van ‘blinde vlekken’. We hebben ze allemaal. Ik in ieder geval. Ik denk dat het goed is om erg te hebben in andere overtuigingen dan die we al hebben. Alleen met twee ogen zien we diepte, de objectieve overdaad van de realiteit. Misschien kunnen we ons daar wel in oefenen door het eens wat vaker lezen van poëzie, die haast per definitie meerduidig is. Of de essays van Michel de Montaigne natuurlijk.

Aries van Meeteren
Voorganger Hardinxveld-Giessendam

Meer blogs …

Waar moeten we op vakantie heen?

Vorig jaar schreef ik over de dilemma’s bij vakantie. Waar kun je nog met goed fatsoen heen? Ik eindigde zelf na allerlei overwegingen in Frankrijk. In de winter vroeg iemand mij eens. “Kunt U daar niets eens een lezing over houden? Waar we heen moeten?” Dat laatste ‘moeten’ leidde naar een schrik. Ik kan toch geen mening geven die nagevolgd moet worden? Een dwingend reisadvies? Dat is geen vrijzinnige benadering!

Maar het thema kreeg een heel nieuwe dimensie toen ik mijn levensvisie er direct bij betrok. Ik zou graag een leven willen leiden waarbij ik het leven zo min mogelijk schaad. Ik zou ook bij vakantie het leven zo min mogelijk willen schaden. Ik ga ervan uit dat het waarschijnlijk niet lukt om helemaal zonder ander leven te verstoren te leven; daarom ‘zo min mogelijk’.  Als ik dingen eet, worden mensen die dat produceren misschien onderbetaald. Ook dieren worden misschien hardhandig gebruikt voor mijn eieren of kaas. Ik kan dat niet allemaal controleren. En mijn kleding komt misschien van ver weg en zorgt voor giftige stoffen in water en lucht.

Het ideaal

Het ideaal, – het leven zo min mogelijk schaden – met hoogste ideaal NIET schaden – is enigszins verwant aan ‘eerbied voor het leven’, het adagium waar Albert Schweitzer (1875-1965) bij uitkwam. Het verhaal gaat dat Schweitzer beïnvloed was door het boeddhisme. Daarin tellen ook dieren volmondig mee. Het mooie gebed uit het boeddhisme met de wens dat alle levende wezens, groot en klein (…) gelukkig mogen zijn, is hier een sprekend voorbeeld van. Maar met de benadering van Schweitzer kom je op vakantie letterlijk niet ver, denk ik.

Je kunt al zien aankomen dat je ook met mijn insteek idealiter thuis zou moeten blijven. Dat is het veiligst, dat is te overzien. Of met een bescheiden insteek op reis? Niet goedkoop willen reizen en niet jouw genieten en het ‘welvaartsegoïsme’ (een vrij nieuw woord) centraal stellen? Ook dan blijf je misschien wel thuis. Van tevoren zei ik al: Vrijzinnigen worden verondersteld zelf te denken. Dus wees niet ongerust, niemand hoeft iets na te volgen.

Katrijne Bezemer is
voorganger Vrijzinnigen Nederland bij Vrijzinnig Centrum De Hoeksteen in Voorburg/Sassenheim en bij De Kapel in Zuid-Kennemerland.

Meer blogs …

Bijbelinterpretaties bij tot slaaf gemaakten

In The Oxford Guide to Ideas and Issues of the Bible (Oxford University Press 2001), staat een artikel over de omgang van de zwarte, tot slaaf gemaakte Amerikaanse Afrikanen met de Bijbel. Dit is bijzonder interessant omdat wij als Nederlanders ook kolonisten waren die (zwarte) medeburgers tot slaaf maakten en tegelijk tot het christendom bekeerden. Uit het artikel valt voor ons zeker ook iets te leren.

Bijbel

In eerste instantie kreeg de Bijbel weinig ‘Anklang’ bij de zwarte tot slaaf gemaakten, vertelt het artikel. Zendelingen klaagden dat hun bekering niet aansloeg. Dat kwam door de nadruk op een boek en geschreven taal. Eind 18e eeuw veranderde dat. De zwarten tot slaaf gemaakten haalden zelf thema’s uit de Bijbel die hen speciaal aanspraken. Bijvoorbeeld – ik had hier nooit eerder aan gedacht- de gevangenschap van Jezus (namelijk voor zijn terechtstelling) was voor hen een veel langduriger en centraler aspect in diens leven. Het werd met de kruisdood een fundamenteel aspect van herkenning van gedeeld lijden.

Pinksteren

Later werden teksten als van Handelingen 2, de Pinkstertekst, waarin alle volken de komst van de heilige Geest meemaken belangrijk. Ook Galaten 3: 26 gaat een rol spelen. “Het doet er niet toe of u Jood bent of Griek, slaaf of vrij mens, man of vrouw. Want samen vormt u een eenheid in Christus Jezus.” Martin Luther King kun je als late vertegenwoordiger van die beweging plaatsen. Deze benadering heeft kritiek op het koloniale land maar ook vertrouwen dat het goed komt.

Nieuwe visie

Begin 20ste eeuw ontstond nog een nieuwe visie. Zwarte kerkelijke vertegenwoordigers geloofden niet meer in integratie in de witte samenleving. Zij voelden zich verwant met de zogenaamde Garvey beweging, Islamisten en Zwarte Joden. Binnen de eigen bevolkingsgroepen groeide nu ook frictie en tegenstand. Eind 20ste eeuw ontstond nogmaals een nieuwe omgang met de Bijbel binnen de zwarte gemeenschap. Een nieuw fundamentalistische georiënteerde groepering verwierp het hele rassenvraagstuk als onbeduidend. Het ging nu om precieze interpretatie van de kerkelijke dogmatiek. Ook deze beweging, nu actueel, is zodoende kritisch op de eigen bevolking en lotgenoten. Treurig is dat een positie van achterstelling heel lange schaduwen heeft waarin ook leden van dezelfde kring elkaar gaan bestrijden. Het is duidelijk dat pijn die je bevolkingsgroepen aandoet op veel verschillende manieren weer rechtgezet moet worden, maar daar gaan veel generaties overheen.

Katrijne Bezemer
voorganger van De Hoeksteen in Voorburg en De Kapel in Bloemendaal

Meer blogs …

Een soort oma

De afgelopen maanden werd ik drie keer oud-tante! Een soort oma als je geen eigen kinderen hebt. Een nichtje en haar partner en een neef met partner die in het buitenland wonen verwachtten hun eerste kind. Zo ook een echtpaar dat ik heel goed ken in Nederland. Een mooie mogelijkheid om geboortegebruiken te vergelijken. Van het nichtje uit Barcelona kregen we al snel te horen dat zij in verwachting was. Verder geen informatie nog. Van de neef en partner uit Boulder (Colorado) kreeg ik ook snel bericht. Zij stuurden echter ook direct medische gegevens mee.

Spanje

Na zo 16 weken kwam uit Barcelona bericht dat het verwachte kind een meisje was. In Spanje is er ruime kinderopvangmogelijkheid en is alles tot in de puntjes geregeld. Uit Boulder kwam rond de 16 weken zwangerschap ook bericht dat het een meisje zou worden (grappig het woord ‘worden’ in deze context). Maar de naam van het kindje werd ook al genoemd. Dat laatste gaf wat verwondering hier. Mag dat al? Over het kind in Nederland werd verder nog geen informatie gegeven maar het paar ging nog snel op vakantie.

De baby in Barcelona werd in november geboren. De ouders lieten daarop haar naam aan iedereen weten. Zij werden drie dagen in een speciale vleugel van het ziekenhuis opgevangen. Beide ouders konden daar leren hoe met de baby om te gaan. Het kindje in de VS waarvan de naam al eerder bekend was, werd met de Rocky Mountains op de achtergrond op de foto gezet. Beide ouders verbleven ook daar in een luxueuze vleugel van het ziekenhuis om bij te komen.

Het Nederlandse kind werd in Amsterdam in het ziekenhuis geboren. Helaas was de thuisbevalling ‘niet gelukt’. Rond 2 uur ‘s ochtends werd het kindje geboren, gelukkig ook gezond. Het bleek ook een meisje. Dat werd tegelijk met de naam aan iedereen bericht. De ouders kregen de opdracht het ziekenhuis zo snel mogelijk te verlaten! Om vier uur ‘s ochtends liep het nieuwe gezin door Amsterdam op weg naar huis. Gelukkig zou hier wel spoedig kraamzorg komen. Alle drie kinderen veroorzaakten grote blijdschap.

Katrijne Bezemer
voorganger  De Hoeksteen in Voorburg en in Bloemendaal (Zuid-Kennemerland)

Meer blogs …

Vrij zijn

Navalny

Het overlijden van Aleksej Navalny op 16 februari raakte mij zeer. Als ik niet maar half fit was geweest, was ik naar de Russische ambassade in Den Haag gegaan om ‘iets te laten horen’. De dagen die volgden hield ik al het nieuws over de toedracht van zijn overlijden bij. Tijdens ’een wandeling’ overleden. Het klonk alsof je daar in het strafkamp geregeld wandelingetjes mocht maken. Ook de beelden van de afscheidsdienst en de begrafenis op het kerkhof volgde ik op diverse nieuwskanalen. Ik zag dappere mensen die ondanks het gevaar voor hun eigen leven de straat opgingen om Aleksej Navalny te eren. Waarom raakte dit alles mij zo?

Overheid en burger

Voordat ik theologie studeerde werkte ik tijdens mijn studie geschiedenis diverse jaren eerst als student-assistent en later assistent-onderzoeker bij de vakgroep Politieke Theorieën in Leiden.  Ik was in die richting ‘gespecialiseerd’. Mijn interesse lag bij denkers als John Stuart Mill, Jean-Jaques Rousseau en John Locke en de burgerlijke vrijheden. Interessant waren vraagstukken toen, of een staat mocht eisen dat je een autogordel draagt? Of zich bemoeit met ‘gezond’ eten. Alles wat de moderne natiestaat betrof en de relatie overheid-burger had mijn belangstelling. Het ging mij daarbij steeds om de vrijheden van burgers ten opzichte van overheden. Eerst waren die bevochten op tirannen, later bleken moderne staten steeds weer vrijheden om ‘administratieve’ op pragmatische redenen van individuen te beperken.

Vrijheid

Toen ik later alsnog theologie studeerde, was voor mij vrijheid nog steeds zo’n belangrijk concept. Nu de vrijheid om de eigen religie vorm te geven. Geen toeval dat ik aangesloten ben bij Vrijzinnigen Nederland. De vrijzinnigen wilden immers ook vrij zijn! Vrij van dogma’s en vrij van beperkingen. Er is, zoals ik het zie, ook geen groot verschil tussen politieke en religieuze vrijheden.  Dus als de politiek je geen ruimte gunt is er ook op religieus gebied in feite geen vrijheid of andersom. Voor de mens is vrijheid van zo’n groot gewicht omdat hij of zij ruimte moet hebben zich te vormen hoe die wil. Ook nieuwe ontdekkingen hebben die vrijheid nodig. Of die nu op artistiek, wetenschappelijk of technisch gebied liggen. Navalny stond voor die vrijheid en heeft daar een ongelooflijk hoge prijs voor betaald.

Katrijne Bezemer
voorganger van Zuid-Kennemerland en Voorburg/Sassenheim

Meer blogs …

Een nieuwe religie

Kenmerken van een religie

Omdat ik vroeger in Zwitserland heb gewoond, interesseert mij nog steeds wat daar gebeurt op maatschappelijk gebied. Online lees ik de Neue Zürcher Zeitung. Een artikel van 25 januari van Zeno Geisseler vermeldt hoe in Zürich de protestantse kerken met de ‘nieuwe religie’ van duurzaamheid/de klimaatbeweging omgaan. Waarom wordt de klimaatbeweging hier een ‘nieuwe religie genoemd? Nu, ze heeft er alle kenmerken van, stelt Geisseler. Een doelstelling, gedragscodes, martelaren en leiders. Ook zijn er afvalligen en bekeerlingen. Ik realiseer me, dit lezende, dat veel emoties die vroeger rond de persoon van de lijdende Christus bestonden, zich nu hebben geconcentreerd rond het beeld van een lijdende planeet aarde.

Fossiele brandstoffen centraal

Het artikel laat dit onderwerp verder rusten maar beschrijft hoe de protestantse kerken van Zürich zo snel mogelijk het gebruik van fossiele brandstoffen voor hun gebouwen willen terugschroeven. Sneller dan de politiek van de bedrijven en instellingen verlangt. Ze willen dit bovendien laten opnemen in hun kerkorden. Zo dragen de kerken tegelijk zorg voor hemelse en ‘athmosphärische’ doelstellingen, is de geestige kop van een alinea in het artikel. Een geïnterviewde predikant, Willi Honegger, is zeer verbolgen en vindt de insteek van de kerken ergerlijk. Het plan zou alleen voor ‘die Bühne’ zijn, om te laten zien hoe klimaatvriendelijkheid de kerken wel zijn. Hij slaat het feit over hoe bijzonder het is, dat ‘van onderaf’, een volksbeweging, een wijziging van de kerkorden is geïnitieerd.

Nederlandse parallellen

De invloed van de klimaatbeweging op de kerken is ook in Nederland toegenomen. In diverse gemeenten werken hier kerken samen. Tussen kerkleden ontstaan zo ook nieuwe contacten. Eén kerkgebouw open op zondag in plaats van bijvoorbeeld drie, scheelt veel aan verwarmingscapaciteit. Dat helpt het besparen van fossiele brandstoffen. Maar het is wel nodig ook andere overwegingen erbij te betrekken. De kerken moeten niet te ver weg zijn om naar toe te gaan. Ook moet het in het open gebouw niet te koud zijn. Juist ouderen hebben een wat hogere temperatuurinstelling nodig. Ook wijzigingen op kleine schaal voegen toe. Niet elk kerkgebouw kan zonnepanelen op het dak leggen. Waar dat kan een bijdrage leveren aan de duurzaamheid, is een mooi doel!

Katrijne Bezemer
voorganger in Zuid-Kennemerland en in Voorburg/Sassenheim

Meer blogs …

Foto: Benjamin Darlington / Shutterstock.com