Erfzonde in het ik-tijdperk

Erfzonde, dat is typisch zo’n begrip dat in een vrijzinnige beeldenstorm ten onder is gegaan. De orthodox-calvinistische leer, die benadrukt dat de mens sinds de zondeval in het paradijs ‘onbekwaam is tot enig goed en geneigd tot alle kwaad’ (Heidelbergse Catechismus), heeft veel minder invloed gekregen. Zelfverwerkelijking, autonomie en eigen verantwoordelijkheid zijn centrale waarden geworden in onze samenleving. Een motto als ‘in het zweet des aanschijns je brood verdienen’ lijkt daarbij plaats te hebben gemaakt voor het gebod ‘gij zult gelukkig zijn’. Hebben we dus geen last meer van de erfzonde? Dat valt nog te bezien.

 Hulpeloos maar schuldig

De vorig jaar overleden psychologe Aleid Schilder was een dochter van een vrijgemaakt-gereformeerde predikant. Zij leed aan depressies en psychoses, en schreef daarover het boek Hulpeloos maar schuldig. Zij stelt dat de calvinistische leer mensen somber, angstig en passief maakt, overmatig schuldgevoel oproept en een gezond gevoel van zelfvertrouwen en eigenwaarde ondermijnt. Omdat we ‘in zonde geboren’ zijn, zijn wij niet in staat om God te gehoorzamen. Voor ons zieleheil zijn we volledig overgeleverd aan Gods genade. Daar hebben we echter geen invloed op, want God heeft vòòr de schepping reeds beschikt wie hij wel en wie niet uitverkoren heeft (de predestinatieleer). We kunnen niet anders dan falen, maar zijn daar tegelijk zelf wèl volledig verantwoordelijk voor. Op deze manier zou de gereformeerde leer mensen depressief maken.

Nu is dat wel kort door de bocht. Depressiviteit heeft ook te maken met aanleg en wat je meemaakt in je leven. En er is geen direct aantoonbaar verband tussen zwaar christelijk geloof en depressie. Maar mensen herkennen zich nog steeds in Aleid Schilders boek. Misschien komt dat òòk omdat we het gevoel ‘niet goed’, ‘zondig’ te zijn in een andere gedaante nog steeds maar al te goed herkennen.

De last van zelfverwerkelijking

In het zogenaamde ik-tijdperk staat zelfverwerkelijking centraal. Er klinkt een optimistischer geluid over de mens, die opgeroepen wordt om in deze wereld aan Gods rijk van vrede en gerechtigheid te werken. De God van liefde lijkt de oordelende God – de God der Wrake – te hebben verdrongen.

Maar om nu te zeggen dat er allemaal vrolijke, verantwoordelijke en positief ingestelde mensen rondlopen die goed in hun vel zitten… We spreken misschien minder over zonde, maar worden nog steeds geplaagd door schuldgevoelens, angst, zelftwijfel en schaamte. Misschien nog wel meer dan vroeger. Depressie is een volksziekte geworden. Mensen hebben weliswaar minder het gevoel te kort te schieten ten opzichte van God – maar des te meer ten opzichte van anderen en zichzelf. Zelfverwerkelijking legt een grote druk op ons: je leven moet lukken, je moet er zelf aan werken, je moet succesvol zijn! Ben je dat niet, dan ligt dat aan jezelf. En het lukt nu eenmaal niet altijd. We lopen aan tegen de grenzen van de maakbaarheid. Het leven bestaat nu eenmaal niet uit louter geluksmomenten.

Als je niet voldoet aan die hoge verwachtingen, kun je het gevoel krijgen: ‘Ik ben niet goed, dus ik mag er niet zijn.’ Dat is een veel erger en omvattender schuldgevoel dan dat na het maken van fouten; want die kun je weer proberen te herstellen. Bij depressie overheerst niet het gevoel dat je verkeerde dingen DOET, maar dat je zelf niet goed BENT. Horen we hier niet een echo van de leer van de erfzonde? Het relativerende religieuze besef dat we als aardse wezens grenzen hebben helpt te doen wat we kunnen en te genieten van wat wel tot stand kan komen.

Hetty Zock

Meer blogs

Vrijzinnig overstapje

Overstapkaartje
In de schoolvakanties kreeg ik een paar keer wat kwartjes van mijn moeder om in de tram een overstapkaartje te kunnen kopen. Met de gele tram reed ik dan naar Den Haag en stapte over op lijn 9. Dat deed ik omdat er op lijn 9 een nieuwe motorwagen reed en met dat overstapje kon je dan heen en terug naar Scheveningen. De toen nieuwe motorwagen is allang weer een museumstuk maar destijds vond ik dat een wonder van techniek. Nog steeds heb ik een fascinatie voor alles wat zich op rails voortbeweegt, maar de tijd dat je in de tram een overstapkaartje kocht is lang vervlogen.

Andere koers
Toch moest ik hier aan denken toen de redactie van Ruimte aangaf een andere koers te varen. En de vraag kwam of ik mee wilde overstappen naar www.vrijzinnigen.nl. Even vroeg ik mij af of het wel een overstap is of gewoon een kwestie van meegaan met je tijd. Want kwam je tien jaar geleden nogal eens mensen tegen die zeiden ‘nooit aan de computer’ te willen, is dat nu een zeldzaamheid. Steeds meer mensen raken vertrouwd met internet en vinden daar hun weg in. Het werkt echter ook andersom. Kregen vroeger alleen de leden het tijdschrift Ruimte, nu kunnen ook mensen buiten deze kring die zich aangetrokken voelen tot vrijzinnigheid zich nader oriënteren. Het grote voordeel van het huidige digitale tijdperk is de ontwikkeling van de communicatie. Natuurlijk blijft het principe van de communicatie dat er een zender is en een ontvanger, waarbij zender en ontvanger voortdurend van functie kunnen wisselen. Wanneer iemand echter zijn computer, laptop of tablet start en daarna inlogt stelt hij zich al open voor informatie, maar geeft er tevens blijk van iets te zoeken. De zoeker heeft alle vrijheid om verder te gaan. Daar is hij vrij in. Het is aan het team achter www.vrijzinnigen.nl om die vrijheid te verbinden met zinnigheid, zodat de websitebezoeker niet het gevoel krijgt van verloren (zoek)tijd, iets wat in onze huidige maatschappij een spook is dat nooit slaapt.

Overstapje
Was mijn overstapje van vroeger slechts het plezier van comfortabel meerijden in een nieuwe tram, dit overstapje zie ik als een uitdaging. Contact maken en iets van jezelf daarin investeren is een basisvoorwaarde om mensen met het vrijzinnige gedachtegoed in aanraking te brengen of het te verdiepen. Het OV-zuiltje heeft al gepiept, ik ga op weg.

Wouter B. Blokhuis

Meer blogs

Niet weer flessenmelk!

Voor een duurzamer samenleving verzamel en lever ik plastic afval apart in. Nu gaan er stemmen op, zelfs bij het CPB, dat het niets helpt en ik mijzelf voor de gek houd. Helpt mijn kleine bijdrage voor een duurzamer samenleving of voel ik mij op deze manier alleen maar een duurzamer mens? Een dilemma voor mensen die duurzaam willen leven. In de jaren tachtig had ik ook al zo’n dilemma. Moet je melk in pakken kopen of in flessen? Heftige strijd over het vervuilende pak met plastic of het wassen en recyclen van de fles, wat evenveel vervuilend was. Het debat is nu helemaal achterhaald, er is geen fles melk meer te zien in de supermarkten. Over een aantal jaren zal dit ook zo zijn met het plastic recycling vraagstuk. Of er is geen plastic meer te vinden, of alles wordt op efficiënte wijze gerecycled. Het is een kwestie van tijd, wat doet de duurzame burger in de tussentijd?

In Amsterdam is het best een gedoe om plastic apart in te zamelen. Veel huizen hebben geen buitenruimte, dus alles moet worden gewassen. In kleine zakjes verzameld en weggebracht. Het moet naar aparte containers, die weer niet bij de glas- en papiercontainers staan, het is dus een extra loopje. Ook zijn de containers vaak vol. Toch doe ik het. In mijn Wageningse tijd ben ik opgevoed in het gescheiden afval inzamelen. Wel 10 verschillende soorten, die je ook allemaal apart en makkelijk kwijt kon bij de afvalverwerking. Toen ik naar Amsterdam verhuisde moest opeens alles, behalve kranten en flessen, in een zak. Dat voelde raar. Heeft het allemaal wel zin gehad, die jaren van afvalscheiding in Wageningen?

Ik ga toch door met afvalscheiding, zeker met het apart verzamelen van plastic afval. Ik ben niet naïef, maar ik wil wel zo leven. Op deze manier let ik op de hoeveelheid plastic die ik gebruik. Ik houd zo ook de (ongelezen) kranten en lege flessen in de gaten. Dat is de manier waarop ik wil leven.

Natuurlijk stelt mijn kleine beetje niets voor bij de grote vervuilende bedrijven.

Nu moet ik op gaan passen dat ik niet word zoals de farizeeër, die bidt dat hij zo blij is dat hij veel beter is dan de anderen. Ik constateer alleen maar een feit, dat mijn bijdrage eigenlijk niet meer is dan een duizendste druppel op een gloeiende plaat, maar dat het wel mijn druppel en mijn manier van vrijzinnig leven weergeeft. Een leven dat naïef gericht is op een beter toekomst en vol verlangen uitkijkt naar de wetenschappelijke ontwikkelingen die ons helpen met plastic recycling en zoveel mogelijk moeilijk recyclebaar plastic loos gaan maken.

Wies Houweling
algemeen secretaris Vrijzinnigen Nederland

 

Meer blogs lezen?

 

Schijnheilig veilig?

Rotterdam vindt een creatieve oplossing om drukke winkelstraten af te schermen tegen busjes met bommen en gasflessen. De meeste mensen voelen zich daar veiliger bij. Zijn ze ook echt veiliger? In Amsterdam zien ze af van deze maatregel. Zijn ze daar minder veilig? Ik denk van niet, maar mensen voelen zich veiliger als de overheid, politici, de burgemeester en politie voor hen  zorgt.

Als Amsterdammer stelde ik mijzelf de vraag: wanneer voel ik me nu veilig? Ik denk er eigenlijk niet vaak over na. Thuis in bed, onder het dekbed is een hele veilige plek, maar hoeveel veiligheid is er eigenlijk mogelijk?

Veiligheid groeit door vertrouwen in de toekomst en in elkaar als medemensen.  Veilig voelen groeit als het geloof in het goede van de mens stabiel is. Als mensen steeds vaker gaan geloven dat het alleen maar slechter wordt, verliezen mensen het vertrouwen in elkaar. Dat is wat sommige verslaggeving en media met mensen doet. De grote optocht in Barcelona vlak na de aanslag voerde spandoeken mee: wij zijn niet bang! (volgens mij mag je best af en toe bang zijn) Het was  een dappere daad van vele Spanjaarden, een land waar het lange tijd rustig is geweest na de vele bomaanslagen van de ETA, de Baskische afscheidingsbeweging. Ook andere delen van Europa zijn in het verleden vaak getroffen door bomaanslagen: in Engeland door de IRA, In Duitsland de Rote Armee Fraktion. Waar zijn de historici in de media? Het collectieve geheugen vergeet snel, historici hebben een belangrijke taak, maar zijn nauwelijks te horen.

Mensen worden in de loop der jaren niet slechter, maar ook niet veel beter. Het is om je veilig te voelen, belangrijk te geloven dat het goede in de mens veel groter is dan het kwade. Zo is ook ons dagelijkse leven ingericht. Mensen die het geloof in het goede van de mens voorop stellen worden vaak als naïef en slap afgeschilderd in de geschiedenis. Dat is vaak met mensen die zich vrijzinnig noemden gebeurd.

Tot nu toe zijn we nog gespaard in Nederland, dat is toeval. Ook in Nederland kan een aanslag gebeuren, elk moment. Niet omdat de politici, de politie en de burgemeester niet goed voor de veiligheid zorgen, maar omdat er altijd gekken rondlopen. Amos Oz: 98 % van de mensen ter wereld zijn normale en vredelievende wezens, 2 procent van de mensheid is radicaal gevaarlijk van welke achtergrond dan ook en deze mensen doen afgrijselijke dingen, waartegen niemand zich afdoende kan beschermen.

Veiligheid in het leven van mensen is nooit 100%, maar je veilig voelen zit in je hoofd en daar kun je zelf wat aan doen.

Wies Houweling

Algemeen secretaris Vrijzinnigen Nederland

Meer blogs lezen?

herdenken met pijn

Herdenken met pijn

Vandaag is de herdenking van de bevrijding van Indonesië, al weer 72 jaar geleden. Deze periode heeft levens van mensen bepaald, maar er wordt zelden over gesproken. Voor mensen die daar woonden is het net zo reëel als de bevrijding op 5 mei. Mijn moeder en haar familie overleefden maar net de kampen en de Bersiapperiode vlak daarna, velen niet. Deze dag was belangrijk voor ons, en is dat nog steeds voor mij.

Toch is er iets dat blijft schuren bij deze herdenking. Je raakt steeds het topje van de ijsberg van leed, het leed van witte Nederlanders. De Indonesiërs die er voor konden of moesten kiezen naar Nederland te vluchten, de oneerlijke deal die de Molukkers voor hun trouwe diensten werd aangeboden. En dan het einde van de kolonie, het uitroepen van de republiek Indonesië, twee dagen na de capitulatie van de Japanners.

Laten we niet vergeten dat Indonesië echt een kolonie was. Ik ben nog opgevoed met de gedachte dat we daar hele goede dingen hebben gedaan, zoals zending, scholen en ziekenhuizen bouwen. Dat is zo, maar laat dat niet verdoezelen dat het gewoon een kolonie was voor de winst, de grondstoffen en de strijd om de wereld. Boeren waren bijvoorbeeld verplicht een deel van hun oogst af te staan aan de Nederlandse bezetter, dat leidde rechtstreeks tot grote hongersnoden, waarbij veel mensen omkwamen.

herenken met pijn

En meer vreselijke dingen gebeurden door Nederlanders, in opdracht van rijke handelaren en de regering. Staan deze feiten nu in de Nederlandse geschiedenisboeken? Als dit deel van onze geschiedenis niet openbaar wordt en onderdeel wordt van de lesstof op de scholen, zal de herdenking altijd iets ongemakkelijks blijven. En overlevenden hebben recht op een waardige herdenking.

In het prachtige, vreselijke boek van Alfred Birney ‘De tolk van Java’ is een deel van de gemeenschappelijke geschiedenis van Nederland en Indonesië beschreven. Dit boek is een stukje geschiedschrijving, laat het niet vergeten worden. Het is een vuile geschiedenis voor Nederland.

Ik wil graag leven in een eerlijk land, waar de geschiedenis niet alleen het verhaal van de overwinnaars is. Dan moeten we ook open zijn over hoe we rijk zijn geworden, wat we gedaan hebben. Niet alleen bevrijding van de Spanjaard en de Duitser, maar ook hoe wij zelf terecht weggejaagd zijn als tirannen en uitbuiters.

Wies Houweling

Meer blogs lezen?

reizigers

O, noem mij bij mijn diepste naam…

‘Beste reizigers’ begint de voorganger de kerkdienst tijdens Pride Amsterdam. Mooi inclusief taalgebruik, reizigers zijn we allemaal, in de trein of in ons leven. Niemand buitensluiten is, zeker in kerkdiensten erg belangrijk, maar voldoet dit aan de behoefte gekend te zijn als mens? Is het niet te algemeen, hoe spreek je het unieke van ieder mens aan? Tussen niemand buitensluiten en uniek waarderen en liefhebben zit een hele wereld van woorden.

Uniek

Ik ben uniek en wil graag als mens aan gesproken worden. Ik heb er een enorme hekel aan als ik een brief of email krijg als meneer. Toen ik eeuwen geleden trouwde in Wageningen heb ik mijn eigen naam gehouden, dat kon daar. Toen ik later verhuisde naar Amstelveen werd ik daar opeens aangesproken met de achternaam van mijn toenmalige man. Dat irriteerde mij mateloos en ik vond het respectloos. Ik kan me er alles bij voorstellen dat mensen correct aangesproken willen worden. Het heeft met erkenning en zichtbaarheid te maken. Het is een teken van het zorgvuldig met elkaar omgaan in deze samenleving.

reizigers

Hokjes

Doreen Hazel, de helaas veel te vroeg overleden womanistisch theologe, leerde mij in de jaren negentig van de vorige de noodzaak van de unieke individuele benadering van ieder mens. Of je nu hetero, homo, wit, zwart of gehandicapt bent, zet je vooroordelen opzij. Iedereen heeft een basis als mens en is een uniek individu. Dat is de basis van elke contact tussen mensen. Helaas communiceren wij graag via hokjes, gevuld met vooroordelen. Het staat vreemd genoeg niet op gespannen voet met het uniek zijn dat wij via de social media uitdragen.

Beste reizigers

Is het vaak niet puur gemakzucht om vast te houden aan de hokjes? Het zal niemands opzet zijn om iemand buiten te sluiten of te irriteren, maar veel mensen vinden het vermoeiend. Er moet opnieuw nagedacht worden over taal. ‘Beste reizigers’ vind ik een prachtige oplossing van de NS, en ook voor het begin van een viering of kerkdienst. Liefdevol zoeken hoe wij elkaar het beste aan kunnen spreken kan ook een creatief en dankbaar proces zijn naar een inclusieve samenleving.

Voor wie ik liefheb, wil ik heten. ( Neeltje Maria Min)

Wies Houweling

vakantie

Vakantie met andere mensen

Mensen die werken brengen veel uren van de dag door met collega’s. Afgezien van de vrije tijd, de buitenlucht en de zon is dat misschien wel de grootste verandering als mensen met vakantie gaan. Waar je ook heen gaat of thuisblijft, wat voor weer het ook is, het is niet met je collega’s, maar met familie en vrienden of geliefden.

Wie is die meneer die het vlees snijdt mama? Was een beroemde vraag over de vaak werkende en afwezige vader. Nu is iedereen zo druk, op werk, school, lessen en sport dat een gezin elkaar pas in de vakantie weer uitgebreid ontmoet. Dan is er tijd om te praten en rustig naar elkaars verhalen te luisteren. Vakantie is ook om weer te ontdekken wie de andere mensen aan de eettafel zijn.

Single

Er zijn veel mensen die zich heel goed alleen kunnen vermaken, maar singles hebben wel vaak een probleem als ze samen met iemand vakantie willen vieren. Met wie ga je met vakantie? Vaak vinden ze een reisgenoot die ook single is. Gezinnen en stellen gaan met elkaar en je wordt zelden uitgenodigd om mee te gaan. Uitzonderingen zijn fantastische gezinnen en families die wel openstaan voor vrienden en vriendinnen die aansluiting zoeken om met vakantie te gaan. Daar heb ik vaak gebruik van mogen maken.

Een vakantie is tijd voor vrienden en familie. Is het belangrijkste van vakantie niet de cultuur, de zon, de vrije tijd, maar zijn bij mensen waar je graag bij wilt zijn? Of die graag bij jou willen zijn?

Vakantie

Voorrecht

Niet voor niets breken daarom tijdens vakanties vaak grote ruzies uit en meestal schijnbaar om niets. Een spanning of conflict wordt dan pas uitgesproken, of dan pas is er de rust om zaken uit te praten. Vaak zit veel spanning ook in de voorbereiding van de vakantie. Omgaan met een partner is toch echt anders dan met een collega. ‘Je kunt nu ophouden met voorzitten, doe nu ook gewoon eens wat’ hoorde ik een vriendin een keer tegen haar partner zeggen.

Vakantie is een voorrecht om samen te zijn met mensen van wie je houdt. Het gaat niet om jezelf of nietsdoen en genieten, maar 24 uur samen te zijn met de mensen waarvan je houdt. Gelukkig duren vakanties zelden langer dan drie weken.

Een mooie zomer.

Wies Houweling

Meer blogs lezen?

kwetsbaarheid van de vrijzinnigheid

Kwetsbaarheid van de vrijzinnigheid

Na mijn recent verdedigde proefschrift ‘A Second Reformation?’ verscheen op zaterdag 13 mei jl. in het opinieblad Elsevier een korte beschouwing over de ontwikkelingsgeschiedenis van de Nederlandse vrijzinnigheid.

De auteur, Gerry van der List, concludeert dat het voor vrijzinnigen in verleden en heden bijzonder moeilijk is gebleken om onder woorden te brengen waar zij precies voor staan. Ter illustratie daarvan verwijst hij naar de gelegenheidsuitgave ‘Hoezo vrijzinnig?’, die in 2015 onderdeel uitmaakte van een publiciteitscampagne van Vrijzinnigen Nederland. ‘Hoezo vrijzinnig?’ biedt volgens Van der List “weinig helderheid […] over de betekenis van het vrijzinnige gedachtegoed”. De in dit eenmalige tijdschrift door prof. dr. Laurens ten Kate geponeerde stelling dat vrijzinnigheid in feite neerkomt op het serieus nemen van de uitdagingen van de moderne tijd, doet Van der List af als “grote woorden, vage taal”.

Vaagheid

De formuleringen van Van der List laat ik voor zijn rekening; het is mij er hier niet om te doen om het waardeoordeel over de vrijzinnigheid van één journalist zelf te onderschrijven. Nee, mijn punt is hier dat de vrijzinnigheid vaker ‘vaagheid’ is verweten, al sinds het ontstaan van de zogeheten ‘moderne richting’ in het protestantisme, waaruit de hedendaagse vrijzinnigheid is geëvolueerd, in de tweede helft van de negentiende eeuw.

‘Tweede Hervorming’

De ‘modernen’ van het eerste uur erkenden dat de inhoud van hun geloof nog nadere precisering behoefde, maar hadden niettemin een duidelijk beeld van zichzelf: vrijzinnigheid was in hun mening alles wat de orthodoxie niet was, en zou de weg effenen voor een ‘tweede Hervorming’, een aanpassing van het christendom aan de tijdsomstandigheden in de geest van Luther.

Zolang modernen zich in meerderheid in dat beeld konden herkennen, was het niet problematisch dat zij ‘vrijzinnigheid’ uitsluitend konden definiëren in termen van wat het niet was en wat het wilde zijn. Op den duur, zo was hun verwachting, zouden zij de juiste woorden en vormen vinden om te concretiseren wat vrijzinnigheid wèl was. Die verwachting kwam echter niet uit.

Daarover teleurgesteld, manifesteerde zich vanaf het einde van de negentiende eeuw een nieuwe generatie modernen, die vraagtekens plaatste bij de vanzelfsprekendheid waarmee vrijzinnigheid als een ontkenning van orthodoxie werd voorgesteld, en die niet langer geloofde dat de toekomst automatisch aan de vrijzinnigheid behoorde. Het gevolg was dat de vrijzinnigheid terechtkwam in een identiteitscrisis, die tot op de dag van vandaag na-ijlt. De strijdbaarheid en het triomfalisme van weleer maakten plaats voor kwetsbaarheid.

De kwetsbaarheid van de vrijzinnigheid

Kwetsbaarheid

Die kwetsbaarheid is zowel een kracht als een zwakte van de vrijzinnigheid. Het ontbreken van een eenduidige definitie van wat ‘vrijzinnig’ inhoudt – door Van der List bestempeld als “vaagheid” –, zorgt ervoor dat ‘vrijzinnigheid’ als stroming ruim genoeg is om iedere zinzoeker te omvatten.

Wie ‘vrijzinnig-zijn’ vooral opvat als het hebben van een onbevooroordeelde geest en een open blik naar het wereldgebeuren, zoals Ten Kate doet, kan vrijzinnigheid met enig recht presenteren als een stroming die sinds de ontzuiling haar duizenden heeft verslagen.

Aan de andere kant schuilt in de afwezigheid van concrete geloofsvoorstellingen en specifieke identiteitskenmerken waaraan de vrijzinnigheid haar eigenheid ontleent, een grote moeilijkheid voor organisaties van vrijzinnige signatuur. Er zijn veel meer Nederlanders die een vrijzinnige ‘mentaliteit’ (zoals Ten Kate die omschrijft) hebben, dan dat er leden van vrijzinnige organisaties zijn. Kennelijk achten deze Nederlanders actieve deelname aan het vrijzinnige verenigingsleven niet noodzakelijk in de ‘uitoefening’ van hun vrijzinnige geesteshouding.

Meerwaarde

Kan Vrijzinnigen Nederland haar meerwaarde naar hen toe alsnog op overtuigende wijze duidelijk maken? Bovendien, waarin komt het ‘vrijzinnige’ van vrijzinnige organisaties tot uitdrukking? Zou er, buiten Vrijzinnigen Nederland, ook maar één levensbeschouwelijke gemeenschap in Nederland zijn die de buitenwereld niet van haar eigen gelijk tracht te overtuigen, maar juist in alle openheid tot reflectie op haar eigenheid oproept? (Alleen al de keuze voor ‘kwetsbaarheid van de vrijzinnigheid’ als thema voor een publiekscampagne is in dit verband veelzeggend!) Die bescheidenheid en grootmoedige zelfkritiek kunnen echter gemakkelijk doorslaan in een gevoel van onbeduidendheid en zelfrelativering.

Vraag

Vrijzinnigheid gaat meer om het zoeken dan om het vinden, meer om het stellen van vragen dan om het geven van antwoorden. De vraag is of de hedendaagse mens daarvoor het noodzakelijke geduld kan opbrengen, of de Vrijzinnigen Nederland hem met succes een hand kan toereiken, en of hij die hand vervolgens aanneemt.

Tom-Eric Krijger

Meer informatie

Proefschrift A Second Reformation?
Recensie Elsevier (pdf)
Heeft Vrijzinnigen Nederland nog een toekomst?

onvoltooid leven

Onvoltooid leven

Talloos zijn de levens die in de bloei worden afgebroken, waarvan de cirkel niet wordt voltooid. Het onvoltooide leven is tragisch, zeker zoals het vaak in deze wereld door ziekte, honger of met geweld afgebroken wordt. Het voltooide leven, een uniek Nederlands begrip, is ook tragisch. Het is een mens in nood en een schreeuw om hulp. Het gaat in beide situaties steeds over een andere toekomst dan men voor ogen had. Voltooid of onvoltooid; het einde van een leven laat ons nooit koud.

Wat is voltooid leven? Els van Wijngaarden geeft er in haar boek ‘Voltooid leven’ enkele kenmerken van. De mensen in het boek antwoorden open en eerlijk op de onderzoeksvragen. Steeds moet ik denken aan mensen die ik heb gekend of nog ken. En het is ook een gesprek dat over mijn eigen leven gaat. De vraag is dan eigenlijk ook steeds: ‘Wanneer vind ik het leven eigenlijk voltooid?’ Wat moet er in mijn leven nog allemaal gebeuren voordat ik kan zeggen, het is af of klaar? Dat zijn zaken waar ik liever niet over na denk.

Onvoltooide levens

Na het lezen van de interviews in het boek kan ik me de vraag van gezonde, oude mensen om een einde aan hun leven te mogen maken, wel enigszins voorstellen. Een van de conclusies van de schrijfster is dat er ook altijd dubbelheid is over de genomen beslissing, wel willen en nog niet willen, soms een twijfel of er toch nog iets onvoltooid is. Is dat ook de aarzeling bij het aanvaarden van het wetsvoorstel voltooid leven? Waarom zeggen we niet ruimhartig ja?

Zoals iemand tijdens de expertmeeting van GroenLinks. zei: “er zijn dagelijks zoveel onvoltooide levens,  die beëindigd worden, te korte levens van kinderen, jongeren, mannen en vrouwen wereldwijd door oorlog, honger en ziekte, waarom doen we zo moeilijk over een paar honderd mensen die hun leven voltooid noemen en ertussen uit willen? Laat ze! Laten we wat aan die andere honderdduizenden levens doen en ons inzetten voor medemensen die wel willen leven, maar niet kunnen, die hulp en steun nodig hebben.”

onvoltooid leven

Doodswens

Maar meer nog dan alle kinderen, gestorven door de honger in West-Afrika, komt de doodswens de mensen die hun leven voltooid weten in onze naaste omgeving als een monstrum op ons over. Het is confronterend, als mensen hier uit ons midden vragen om een einde aan hun leven. Zelfs al spelen  factoren als onvoldoende zorg, aandacht en weinig waardering voor hun ervaring en leeftijd mee.

Het is een oprechte vraag van onze autonome lijdende medemens. Iets in ons zal ook autonoom willen zijn en zeggen, ik ga wanneer ik het beslis, maar er is altijd die dubbelheid. Bij velen heeft dit gevoel, zelf te moeten/mogen beslissen niet de overhand, maar hoe zal dat in de toekomst zijn?

Kunnen we aan deze vraag die zo’n logisch gevolg is van de ontwikkelingen in onze samenleving op verschillende gebieden, zomaar voorbijgaan? Het is ook een vraag die respect en een afgewogen antwoord verdient. Helaas is soms de toon waarop hij gesteld wordt zo polemisch, dat zit een goed gesprek vaak in de weg.Voor de meeste mensen is het leven nog onvoltooid, we zitten er middenin. Ook daarin moeten we om leren gaan met het feit dat niet alle lijden op te lossen is. Het lijkt wel zo dat er steeds meer gedaan wordt om ziekte en lijden te verminderen, maar de mens is niet minder kwetsbaar geworden. De verantwoordelijkheid voor ons eigen lijden en niet lijden is alleen maar groter geworden. Waren we ooit schaapjes van de herder, nu zijn we af en toe klipgeiten op een kale berg.

Nederlands beleid

Er is nog geen goede zorgvuldige oplossing, we moeten er samen nog aan werken. Dit is geen strijdpunt voor partijen, dit is menselijk leed dat gehoord moet worden. We zijn niet geboren voor autonomie, maar voor de liefde. En eigenlijk zou het bij ons niet zo moeten zijn dat iemand dit wil besluiten. In zo’n wereld wil niemand leven.

Ondertussen is het wel zo, en wordt het wel door mensen zo gevoeld.Wereldwijd kijkt men gespannen naar ons beleid rondom de vraag over voltooid leven. Nergens ter wereld is er zo’n wet. Vaker liep Nederland vooraan met humane wetgeving. Kunnen we de verandering in de samenleving inschatten als gevolg van het toestaan aan mensen om er uit te stappen. Wat is de voorbeeldwerking? Hoe autonoom ben je als je zo’n besluit neemt? En hoe houd je met je keuze ook rekening met gevoelens van eventuele nabestaanden?

Vraag

De vraag blijft bij mij steeds rondzingen in mijn hoofd als ik met deze problematiek bezig ben: wat is nu werkelijk belangrijk in mijn leven en hoe kom ik daarachter voor het te laat is? Ik hoop dat dit voor meer mensen een positief neveneffect is van dit enorm moeilijke debat.

Wies Houweling

Blog Kwetsbaarheid

 

kwetsbaarheid

KWETSBAARHEID, een paar vragen …

‘Ik weet mij aan mijn naakte huid geraakt
die, niet verscholen meer, nu alle licht wil vangen.’[1]

Onze huid wordt wel het grootste orgaan van ons lichaam genoemd.  Het is onze fysieke sensor. We worden ermee aangeraakt, gestreeld, gekust, maar ook bezeerd, verwond. Daarin is een mens kwetsbaar. Wie dat weet, zal teder met dit orgaan, andermans huid, omgaan. Sommige mensen hebben of  kweken een ‘dikke huid’. Dat maakt hen minder kwetsbaar. Dat deze uitdrukking  overdrachtelijk bedoeld is, geeft al aan dat in onze lijfelijkheid onze geestelijke instelling spreekt.

Is kwetsbaarheid een eigenschap, of is het een keuze? De ene mens is meer aanraakbaar dan de andere. Huidcontact speelt een grote rol, kan nabijheid uitdrukken. Maar daardoor kan ik soms ook iemand ‘te dicht op haar/zijn huid zitten’. Onze huid is in alles onze sensor.

Soms pleit iemand ervoor, dat we ‘ons kwetsbaar moeten opstellen’. Dat klinkt als een tactiek, zelfs een trucje. Als ik maar mijn sensibele kant laat zien, zal dat ook de ander ‘ontwapenen’. Kwetsbaar willen, kunnen en durven zijn is vooral ook de bereidheid hebben je te willen laten raken en aanraken. Het is: de ander toelaten tot wie en wat ik in wezen ten diepste ben.

kwetsbaarheid

Maar kwetsbaarheid is daarom meer dan alleen maar een je open stellen. Het kan ook pijnlijk zijn. Het is ook: het risico nemen gekwetst, bezeerd te worden. Is zulke kwetsbaarheid onvoorwaardelijk, is dan de vraag?

Wie zelf kwetsbaar kan zijn heeft ook meer weet van de verwondbaarheid van de ander. Behoedzaamheid en eerbiediging zijn dan de paden voor de toenadering.

Wij dragen de naam van een Mens die onvoorwaardelijk dat risico nam, met de kruisdood als gevolg. Je moet maar durven …

Sytze de Vries, dichter, theoloog, predikant en tekstschrijver
[1] Uit het gedicht ‘Dat ik de naam mag zijn van jouw verlangen’,  uit: Sytze de Vries, Witgewassen woorden, De gedichten. Vught 2009.

Lees ook: Theologie van de kwetsbaarheid
Meer blogs lezen?