herdenken met pijn

Herdenken met pijn

Vandaag is de herdenking van de bevrijding van Indonesië, al weer 72 jaar geleden. Deze periode heeft levens van mensen bepaald, maar er wordt zelden over gesproken. Voor mensen die daar woonden is het net zo reëel als de bevrijding op 5 mei. Mijn moeder en haar familie overleefden maar net de kampen en de Bersiapperiode vlak daarna, velen niet. Deze dag was belangrijk voor ons, en is dat nog steeds voor mij.

Toch is er iets dat blijft schuren bij deze herdenking. Je raakt steeds het topje van de ijsberg van leed, het leed van witte Nederlanders. De Indonesiërs die er voor konden of moesten kiezen naar Nederland te vluchten, de oneerlijke deal die de Molukkers voor hun trouwe diensten werd aangeboden. En dan het einde van de kolonie, het uitroepen van de republiek Indonesië, twee dagen na de capitulatie van de Japanners.

Laten we niet vergeten dat Indonesië echt een kolonie was. Ik ben nog opgevoed met de gedachte dat we daar hele goede dingen hebben gedaan, zoals zending, scholen en ziekenhuizen bouwen. Dat is zo, maar laat dat niet verdoezelen dat het gewoon een kolonie was voor de winst, de grondstoffen en de strijd om de wereld. Boeren waren bijvoorbeeld verplicht een deel van hun oogst af te staan aan de Nederlandse bezetter, dat leidde rechtstreeks tot grote hongersnoden, waarbij veel mensen omkwamen.

herenken met pijn

En meer vreselijke dingen gebeurden door Nederlanders, in opdracht van rijke handelaren en de regering. Staan deze feiten nu in de Nederlandse geschiedenisboeken? Als dit deel van onze geschiedenis niet openbaar wordt en onderdeel wordt van de lesstof op de scholen, zal de herdenking altijd iets ongemakkelijks blijven. En overlevenden hebben recht op een waardige herdenking.

In het prachtige, vreselijke boek van Alfred Birney ‘De tolk van Java’ is een deel van de gemeenschappelijke geschiedenis van Nederland en Indonesië beschreven. Dit boek is een stukje geschiedschrijving, laat het niet vergeten worden. Het is een vuile geschiedenis voor Nederland.

Ik wil graag leven in een eerlijk land, waar de geschiedenis niet alleen het verhaal van de overwinnaars is. Dan moeten we ook open zijn over hoe we rijk zijn geworden, wat we gedaan hebben. Niet alleen bevrijding van de Spanjaard en de Duitser, maar ook hoe wij zelf terecht weggejaagd zijn als tirannen en uitbuiters.

Wies Houweling

Meer blogs lezen?

reizigers

O, noem mij bij mijn diepste naam…

‘Beste reizigers’ begint de voorganger de kerkdienst tijdens Pride Amsterdam. Mooi inclusief taalgebruik, reizigers zijn we allemaal, in de trein of in ons leven. Niemand buitensluiten is, zeker in kerkdiensten erg belangrijk, maar voldoet dit aan de behoefte gekend te zijn als mens? Is het niet te algemeen, hoe spreek je het unieke van ieder mens aan? Tussen niemand buitensluiten en uniek waarderen en liefhebben zit een hele wereld van woorden.

Uniek

Ik ben uniek en wil graag als mens aan gesproken worden. Ik heb er een enorme hekel aan als ik een brief of email krijg als meneer. Toen ik eeuwen geleden trouwde in Wageningen heb ik mijn eigen naam gehouden, dat kon daar. Toen ik later verhuisde naar Amstelveen werd ik daar opeens aangesproken met de achternaam van mijn toenmalige man. Dat irriteerde mij mateloos en ik vond het respectloos. Ik kan me er alles bij voorstellen dat mensen correct aangesproken willen worden. Het heeft met erkenning en zichtbaarheid te maken. Het is een teken van het zorgvuldig met elkaar omgaan in deze samenleving.

reizigers

Hokjes

Doreen Hazel, de helaas veel te vroeg overleden womanistisch theologe, leerde mij in de jaren negentig van de vorige de noodzaak van de unieke individuele benadering van ieder mens. Of je nu hetero, homo, wit, zwart of gehandicapt bent, zet je vooroordelen opzij. Iedereen heeft een basis als mens en is een uniek individu. Dat is de basis van elke contact tussen mensen. Helaas communiceren wij graag via hokjes, gevuld met vooroordelen. Het staat vreemd genoeg niet op gespannen voet met het uniek zijn dat wij via de social media uitdragen.

Beste reizigers

Is het vaak niet puur gemakzucht om vast te houden aan de hokjes? Het zal niemands opzet zijn om iemand buiten te sluiten of te irriteren, maar veel mensen vinden het vermoeiend. Er moet opnieuw nagedacht worden over taal. ‘Beste reizigers’ vind ik een prachtige oplossing van de NS, en ook voor het begin van een viering of kerkdienst. Liefdevol zoeken hoe wij elkaar het beste aan kunnen spreken kan ook een creatief en dankbaar proces zijn naar een inclusieve samenleving.

Voor wie ik liefheb, wil ik heten. ( Neeltje Maria Min)

Wies Houweling

vakantie

Vakantie met andere mensen

Mensen die werken brengen veel uren van de dag door met collega’s. Afgezien van de vrije tijd, de buitenlucht en de zon is dat misschien wel de grootste verandering als mensen met vakantie gaan. Waar je ook heen gaat of thuisblijft, wat voor weer het ook is, het is niet met je collega’s, maar met familie en vrienden of geliefden.

Wie is die meneer die het vlees snijdt mama? Was een beroemde vraag over de vaak werkende en afwezige vader. Nu is iedereen zo druk, op werk, school, lessen en sport dat een gezin elkaar pas in de vakantie weer uitgebreid ontmoet. Dan is er tijd om te praten en rustig naar elkaars verhalen te luisteren. Vakantie is ook om weer te ontdekken wie de andere mensen aan de eettafel zijn.

Single

Er zijn veel mensen die zich heel goed alleen kunnen vermaken, maar singles hebben wel vaak een probleem als ze samen met iemand vakantie willen vieren. Met wie ga je met vakantie? Vaak vinden ze een reisgenoot die ook single is. Gezinnen en stellen gaan met elkaar en je wordt zelden uitgenodigd om mee te gaan. Uitzonderingen zijn fantastische gezinnen en families die wel openstaan voor vrienden en vriendinnen die aansluiting zoeken om met vakantie te gaan. Daar heb ik vaak gebruik van mogen maken.

Een vakantie is tijd voor vrienden en familie. Is het belangrijkste van vakantie niet de cultuur, de zon, de vrije tijd, maar zijn bij mensen waar je graag bij wilt zijn? Of die graag bij jou willen zijn?

Vakantie

Voorrecht

Niet voor niets breken daarom tijdens vakanties vaak grote ruzies uit en meestal schijnbaar om niets. Een spanning of conflict wordt dan pas uitgesproken, of dan pas is er de rust om zaken uit te praten. Vaak zit veel spanning ook in de voorbereiding van de vakantie. Omgaan met een partner is toch echt anders dan met een collega. ‘Je kunt nu ophouden met voorzitten, doe nu ook gewoon eens wat’ hoorde ik een vriendin een keer tegen haar partner zeggen.

Vakantie is een voorrecht om samen te zijn met mensen van wie je houdt. Het gaat niet om jezelf of nietsdoen en genieten, maar 24 uur samen te zijn met de mensen waarvan je houdt. Gelukkig duren vakanties zelden langer dan drie weken.

Een mooie zomer.

Wies Houweling

Meer blogs lezen?

kwetsbaarheid van de vrijzinnigheid

Kwetsbaarheid van de vrijzinnigheid

Na mijn recent verdedigde proefschrift ‘A Second Reformation?’ verscheen op zaterdag 13 mei jl. in het opinieblad Elsevier een korte beschouwing over de ontwikkelingsgeschiedenis van de Nederlandse vrijzinnigheid.

De auteur, Gerry van der List, concludeert dat het voor vrijzinnigen in verleden en heden bijzonder moeilijk is gebleken om onder woorden te brengen waar zij precies voor staan. Ter illustratie daarvan verwijst hij naar de gelegenheidsuitgave ‘Hoezo vrijzinnig?’, die in 2015 onderdeel uitmaakte van een publiciteitscampagne van Vrijzinnigen Nederland. ‘Hoezo vrijzinnig?’ biedt volgens Van der List “weinig helderheid […] over de betekenis van het vrijzinnige gedachtegoed”. De in dit eenmalige tijdschrift door prof. dr. Laurens ten Kate geponeerde stelling dat vrijzinnigheid in feite neerkomt op het serieus nemen van de uitdagingen van de moderne tijd, doet Van der List af als “grote woorden, vage taal”.

Vaagheid

De formuleringen van Van der List laat ik voor zijn rekening; het is mij er hier niet om te doen om het waardeoordeel over de vrijzinnigheid van één journalist zelf te onderschrijven. Nee, mijn punt is hier dat de vrijzinnigheid vaker ‘vaagheid’ is verweten, al sinds het ontstaan van de zogeheten ‘moderne richting’ in het protestantisme, waaruit de hedendaagse vrijzinnigheid is geëvolueerd, in de tweede helft van de negentiende eeuw.

‘Tweede Hervorming’

De ‘modernen’ van het eerste uur erkenden dat de inhoud van hun geloof nog nadere precisering behoefde, maar hadden niettemin een duidelijk beeld van zichzelf: vrijzinnigheid was in hun mening alles wat de orthodoxie niet was, en zou de weg effenen voor een ‘tweede Hervorming’, een aanpassing van het christendom aan de tijdsomstandigheden in de geest van Luther.

Zolang modernen zich in meerderheid in dat beeld konden herkennen, was het niet problematisch dat zij ‘vrijzinnigheid’ uitsluitend konden definiëren in termen van wat het niet was en wat het wilde zijn. Op den duur, zo was hun verwachting, zouden zij de juiste woorden en vormen vinden om te concretiseren wat vrijzinnigheid wèl was. Die verwachting kwam echter niet uit.

Daarover teleurgesteld, manifesteerde zich vanaf het einde van de negentiende eeuw een nieuwe generatie modernen, die vraagtekens plaatste bij de vanzelfsprekendheid waarmee vrijzinnigheid als een ontkenning van orthodoxie werd voorgesteld, en die niet langer geloofde dat de toekomst automatisch aan de vrijzinnigheid behoorde. Het gevolg was dat de vrijzinnigheid terechtkwam in een identiteitscrisis, die tot op de dag van vandaag na-ijlt. De strijdbaarheid en het triomfalisme van weleer maakten plaats voor kwetsbaarheid.

De kwetsbaarheid van de vrijzinnigheid

Kwetsbaarheid

Die kwetsbaarheid is zowel een kracht als een zwakte van de vrijzinnigheid. Het ontbreken van een eenduidige definitie van wat ‘vrijzinnig’ inhoudt – door Van der List bestempeld als “vaagheid” –, zorgt ervoor dat ‘vrijzinnigheid’ als stroming ruim genoeg is om iedere zinzoeker te omvatten.

Wie ‘vrijzinnig-zijn’ vooral opvat als het hebben van een onbevooroordeelde geest en een open blik naar het wereldgebeuren, zoals Ten Kate doet, kan vrijzinnigheid met enig recht presenteren als een stroming die sinds de ontzuiling haar duizenden heeft verslagen.

Aan de andere kant schuilt in de afwezigheid van concrete geloofsvoorstellingen en specifieke identiteitskenmerken waaraan de vrijzinnigheid haar eigenheid ontleent, een grote moeilijkheid voor organisaties van vrijzinnige signatuur. Er zijn veel meer Nederlanders die een vrijzinnige ‘mentaliteit’ (zoals Ten Kate die omschrijft) hebben, dan dat er leden van vrijzinnige organisaties zijn. Kennelijk achten deze Nederlanders actieve deelname aan het vrijzinnige verenigingsleven niet noodzakelijk in de ‘uitoefening’ van hun vrijzinnige geesteshouding.

Meerwaarde

Kan Vrijzinnigen Nederland haar meerwaarde naar hen toe alsnog op overtuigende wijze duidelijk maken? Bovendien, waarin komt het ‘vrijzinnige’ van vrijzinnige organisaties tot uitdrukking? Zou er, buiten Vrijzinnigen Nederland, ook maar één levensbeschouwelijke gemeenschap in Nederland zijn die de buitenwereld niet van haar eigen gelijk tracht te overtuigen, maar juist in alle openheid tot reflectie op haar eigenheid oproept? (Alleen al de keuze voor ‘kwetsbaarheid van de vrijzinnigheid’ als thema voor een publiekscampagne is in dit verband veelzeggend!) Die bescheidenheid en grootmoedige zelfkritiek kunnen echter gemakkelijk doorslaan in een gevoel van onbeduidendheid en zelfrelativering.

Vraag

Vrijzinnigheid gaat meer om het zoeken dan om het vinden, meer om het stellen van vragen dan om het geven van antwoorden. De vraag is of de hedendaagse mens daarvoor het noodzakelijke geduld kan opbrengen, of de Vrijzinnigen Nederland hem met succes een hand kan toereiken, en of hij die hand vervolgens aanneemt.

Tom-Eric Krijger

Meer informatie

Proefschrift A Second Reformation?
Recensie Elsevier (pdf)
Heeft Vrijzinnigen Nederland nog een toekomst?

onvoltooid leven

Onvoltooid leven

Talloos zijn de levens die in de bloei worden afgebroken, waarvan de cirkel niet wordt voltooid. Het onvoltooide leven is tragisch, zeker zoals het vaak in deze wereld door ziekte, honger of met geweld afgebroken wordt. Het voltooide leven, een uniek Nederlands begrip, is ook tragisch. Het is een mens in nood en een schreeuw om hulp. Het gaat in beide situaties steeds over een andere toekomst dan men voor ogen had. Voltooid of onvoltooid; het einde van een leven laat ons nooit koud.

Wat is voltooid leven? Els van Wijngaarden geeft er in haar boek ‘Voltooid leven’ enkele kenmerken van. De mensen in het boek antwoorden open en eerlijk op de onderzoeksvragen. Steeds moet ik denken aan mensen die ik heb gekend of nog ken. En het is ook een gesprek dat over mijn eigen leven gaat. De vraag is dan eigenlijk ook steeds: ‘Wanneer vind ik het leven eigenlijk voltooid?’ Wat moet er in mijn leven nog allemaal gebeuren voordat ik kan zeggen, het is af of klaar? Dat zijn zaken waar ik liever niet over na denk.

Onvoltooide levens

Na het lezen van de interviews in het boek kan ik me de vraag van gezonde, oude mensen om een einde aan hun leven te mogen maken, wel enigszins voorstellen. Een van de conclusies van de schrijfster is dat er ook altijd dubbelheid is over de genomen beslissing, wel willen en nog niet willen, soms een twijfel of er toch nog iets onvoltooid is. Is dat ook de aarzeling bij het aanvaarden van het wetsvoorstel voltooid leven? Waarom zeggen we niet ruimhartig ja?

Zoals iemand tijdens de expertmeeting van GroenLinks. zei: “er zijn dagelijks zoveel onvoltooide levens,  die beëindigd worden, te korte levens van kinderen, jongeren, mannen en vrouwen wereldwijd door oorlog, honger en ziekte, waarom doen we zo moeilijk over een paar honderd mensen die hun leven voltooid noemen en ertussen uit willen? Laat ze! Laten we wat aan die andere honderdduizenden levens doen en ons inzetten voor medemensen die wel willen leven, maar niet kunnen, die hulp en steun nodig hebben.”

onvoltooid leven

Doodswens

Maar meer nog dan alle kinderen, gestorven door de honger in West-Afrika, komt de doodswens de mensen die hun leven voltooid weten in onze naaste omgeving als een monstrum op ons over. Het is confronterend, als mensen hier uit ons midden vragen om een einde aan hun leven. Zelfs al spelen  factoren als onvoldoende zorg, aandacht en weinig waardering voor hun ervaring en leeftijd mee.

Het is een oprechte vraag van onze autonome lijdende medemens. Iets in ons zal ook autonoom willen zijn en zeggen, ik ga wanneer ik het beslis, maar er is altijd die dubbelheid. Bij velen heeft dit gevoel, zelf te moeten/mogen beslissen niet de overhand, maar hoe zal dat in de toekomst zijn?

Kunnen we aan deze vraag die zo’n logisch gevolg is van de ontwikkelingen in onze samenleving op verschillende gebieden, zomaar voorbijgaan? Het is ook een vraag die respect en een afgewogen antwoord verdient. Helaas is soms de toon waarop hij gesteld wordt zo polemisch, dat zit een goed gesprek vaak in de weg.Voor de meeste mensen is het leven nog onvoltooid, we zitten er middenin. Ook daarin moeten we om leren gaan met het feit dat niet alle lijden op te lossen is. Het lijkt wel zo dat er steeds meer gedaan wordt om ziekte en lijden te verminderen, maar de mens is niet minder kwetsbaar geworden. De verantwoordelijkheid voor ons eigen lijden en niet lijden is alleen maar groter geworden. Waren we ooit schaapjes van de herder, nu zijn we af en toe klipgeiten op een kale berg.

Nederlands beleid

Er is nog geen goede zorgvuldige oplossing, we moeten er samen nog aan werken. Dit is geen strijdpunt voor partijen, dit is menselijk leed dat gehoord moet worden. We zijn niet geboren voor autonomie, maar voor de liefde. En eigenlijk zou het bij ons niet zo moeten zijn dat iemand dit wil besluiten. In zo’n wereld wil niemand leven.

Ondertussen is het wel zo, en wordt het wel door mensen zo gevoeld.Wereldwijd kijkt men gespannen naar ons beleid rondom de vraag over voltooid leven. Nergens ter wereld is er zo’n wet. Vaker liep Nederland vooraan met humane wetgeving. Kunnen we de verandering in de samenleving inschatten als gevolg van het toestaan aan mensen om er uit te stappen. Wat is de voorbeeldwerking? Hoe autonoom ben je als je zo’n besluit neemt? En hoe houd je met je keuze ook rekening met gevoelens van eventuele nabestaanden?

Vraag

De vraag blijft bij mij steeds rondzingen in mijn hoofd als ik met deze problematiek bezig ben: wat is nu werkelijk belangrijk in mijn leven en hoe kom ik daarachter voor het te laat is? Ik hoop dat dit voor meer mensen een positief neveneffect is van dit enorm moeilijke debat.

Wies Houweling

Blog Kwetsbaarheid

 

kwetsbaarheid

KWETSBAARHEID, een paar vragen …

‘Ik weet mij aan mijn naakte huid geraakt
die, niet verscholen meer, nu alle licht wil vangen.’[1]

Onze huid wordt wel het grootste orgaan van ons lichaam genoemd.  Het is onze fysieke sensor. We worden ermee aangeraakt, gestreeld, gekust, maar ook bezeerd, verwond. Daarin is een mens kwetsbaar. Wie dat weet, zal teder met dit orgaan, andermans huid, omgaan. Sommige mensen hebben of  kweken een ‘dikke huid’. Dat maakt hen minder kwetsbaar. Dat deze uitdrukking  overdrachtelijk bedoeld is, geeft al aan dat in onze lijfelijkheid onze geestelijke instelling spreekt.

Is kwetsbaarheid een eigenschap, of is het een keuze? De ene mens is meer aanraakbaar dan de andere. Huidcontact speelt een grote rol, kan nabijheid uitdrukken. Maar daardoor kan ik soms ook iemand ‘te dicht op haar/zijn huid zitten’. Onze huid is in alles onze sensor.

Soms pleit iemand ervoor, dat we ‘ons kwetsbaar moeten opstellen’. Dat klinkt als een tactiek, zelfs een trucje. Als ik maar mijn sensibele kant laat zien, zal dat ook de ander ‘ontwapenen’. Kwetsbaar willen, kunnen en durven zijn is vooral ook de bereidheid hebben je te willen laten raken en aanraken. Het is: de ander toelaten tot wie en wat ik in wezen ten diepste ben.

kwetsbaarheid

Maar kwetsbaarheid is daarom meer dan alleen maar een je open stellen. Het kan ook pijnlijk zijn. Het is ook: het risico nemen gekwetst, bezeerd te worden. Is zulke kwetsbaarheid onvoorwaardelijk, is dan de vraag?

Wie zelf kwetsbaar kan zijn heeft ook meer weet van de verwondbaarheid van de ander. Behoedzaamheid en eerbiediging zijn dan de paden voor de toenadering.

Wij dragen de naam van een Mens die onvoorwaardelijk dat risico nam, met de kruisdood als gevolg. Je moet maar durven …

Sytze de Vries, dichter, theoloog, predikant en tekstschrijver
[1] Uit het gedicht ‘Dat ik de naam mag zijn van jouw verlangen’,  uit: Sytze de Vries, Witgewassen woorden, De gedichten. Vught 2009.

Lees ook: Theologie van de kwetsbaarheid
Meer blogs lezen?

hemelvaart

Hemelvaart: een wolk van niet (zeker) weten

Een dogma mag je pastoraal zingen; je kunt het nimmer voorschrijven. Doe je dat toch, dan toon je daarmee aan dat je zelf iets van je geloof verloren hebt.

Hemelvaartstorm

Zoiets gebeurde in 1875 tijdens de Haagse “Hemelvaartstorm”, toen Domela Nieuwenhuis, die kort daarvoor twee vrouwen en een aantal kinderen verloren had, en het geloof in een liefhebbende en almachtige God aan het verliezen was. Hij kon om principiële redenen deze dienst niet leiden. In zijn plaats kwam een strenge dominee (Ivo Gaukes Knottnerus), die hem de pan en daarmee zijn eigen kerk uitveegde.

Dogma’s verketteren nog altijd, je gelooft je oren niet. Er zijn nog steeds mensen, die keihard beweren dat wij ons ‘gelovig’ moeten neerleggen bij verschrikkingen.

Hemelvaart

Hemelvaart is traditioneel de dag, dat Jezus veertig dagen na Pasen naast God terecht is gekomen om deze wereld voortaan samen in de hand te houden. Met andere woorden: als (!) alles een zin heeft, dan heeft het een goede zin. Dan heeft zowel de geschiedenis als de toekomst heeft een humaan en gezegend gezicht.

Daar kan ik wel wat mee; ik wil het helpen hopen, als blijft de melodie sterker dan de tekst. Ik wil het liedje van vertrouwen blijven zingen: Als iets of iemand de aarde in de hand heeft, dan in een goede hand, en niet in een verpletterende vuist of een dreigende vinger. He’s got the whole world..

hemelvaart

Sterven en helen

Daarnaast is Hemelvaart het beeld geworden van sterven – en dan opgenomen en geheeld worden. Je verneemt zoiets in de verhalen van bijna-doodervaringen; alleen kijken de betrokkenen dan terug op een onvolkomen lichaam. Het bijbelse verhaal laat Jezus met huid en haar opstijgen. Joodse gelovigen namen onze lichamelijkheid altijd al ernstig; op afbeeldingen zie je nog de stigmata. Maar daar hoeven we niet moeilijk over te doen.

Bijzonder verhaal

Ik kan Hemelvaart soms verstaan vanuit mijn eigen ervaring. Soms heb ik een gewaarwording, een ervaring dat het niet voor niets is. Soms ook ervaar ik, dat er in mij iets eeuwigs huist. Dat heb ik gelukkig niet op een bepaalde donderdag. Natuurlijk was die zin of dat gevoel van harmonie er al, voordat Jezus naar boven steeg. Dat hebben ouders hun kinderen altijd voorgezongen en het goddank niet met dogma’s er in gestampt. Het verhaal van Hemelvaart  moet een extra gewaarwording zijn geweest van gewone mensen, die Jezus hadden meegemaakt.

Ik vind het een bijzonder verhaal. Zeker, waar Jezus zegt dat het beter voor ons is als hij weg gaat, omdat wij nu zo langzamerhand zelf moeten fietsen; omdat we met losse handen kunnen lopen en geloven, het oude liedje neuriënd. We hebben een duwtje, een voorbeeld, de wind in de rug gekregen en sinds Pinksteren nog een lopend vuurtje ook.

Alle (basis)vertrouwen. We kunnen verder. Al lopend scheppen we het pad.

Ivo de Jong, voorganger Schiedam, Rotterdam, Woubrugge en Brielle

Meer informatie

De lucht in

Geen kyrie zonder gloria

Geen Kyrie zonder Gloria, geen 4 mei zonder 5 mei

Eens in de vijf jaar is 5 mei een officiële feestdag. Wordt het geen tijd om 5 mei elk jaar te vieren? Vooral in deze tijd waar in de wereld angst en oorlog heersen.

Op 4 mei herdenken we alle slachtoffers in dankbaarheid. We denken dan ook aan alle verschrikkingen die nu de wereld teisteren. Als 4 mei het Kyrie is voor slachtoffers, dan moet er de dag daarna een Gloria klinken om wat er wel aan goeds bereikt is tussen mensen. Een feestdag waarin centraal staat dat je meest vreselijke dingen kunt overleven. Een viering waarin het belang van vrijheid voor ieder mens betekenis krijgt.

Kyrie

Kyrie is de aanhef van een oud gebed. In de klassieke muziek zijn er veel Kyries te vinden, die daarna onmiddellijk worden gevolgd door een Gloria. In veel kerken spreken mensen op zondagmorgen een Kyriegebed uit om de ellende in de wereld en in het leven van mensen te duiden. Alleen al het uitspreken daarvan is belangrij. Zoals ook om elk jaar weer met 4 mei aandacht te besteden aan alle slachtoffers, die hun leven gaven voor onze vrijheid.

geen kyrie zonder gloria

Gloria

Meestal is het na het Kyrie even stil en dan volgt een uitbundig lied, om te laten zien dat niemand gevangen moet blijven in rouw. Dat vrijheid en vrede belangrijk zijn voor alle generaties. Vrijheid en vrede zal altijd in harten van mensen blijven en dat willen wij ook nu vieren. Juist in deze tijd, waarin er zoveel meer onzekerheid is over de toekomst. Dit zijn waarden die altijd aandacht nodig hebben.

Feest

Vrije dagen zijn belangrijk voor een samenleving. Daarin weerspiegelt zich een cultuur. Is het dan nu niet eens tijd om echt aandacht te besteden aan 5 mei?

Vieren dat we het overleefd hebben, dat wij kunnen blijven dromen van vrijheid. Een goede nationale invulling in de samenleving, met en voor elkaar. Zo is 5 mei vieren een Gloria voor de toekomst van de Nederlandse samenleving.

Pleidooi

Gezien de relevantie van feestdagen en weerspiegeling van onze, seculiere, cultuur  is het wellicht tijd om bijvoorbeeld Hemelvaart in te ruilen voor 5 mei als officiële, vrije feestdag? Als vrijzinnige wil ik daar een warm pleidooi voor houden.

Wies Houweling

Lees ook

Bidden met de voeten
Meer blogs

Verboden vruchten

Eva of Sneeuwwitje, hun appels als taboe

Vrijzinnige verboden vruchten?

Heeft het u ook aangenaam verrast dat het thema van de Boekenweek 2017 in ons geseculariseerde Nederland ‘Verboden vruchten’ was? Misschien dat niet iedereen de Bijbelse verwijzing heeft begrepen, maar die kun je toch niet ontkennen.

Als vrijzinnige blijf ik me verbazen, hoe christelijk onze cultuur eigenlijk is. Ik las vele stukken over zonde en vrouwen en appels, maar helaas niets over Sneeuwwitje.  Die hoort voor mij als vrijzinnige echt bij dit onderwerp. De appel van Sneeuwwitje is ook veel gevaarlijker dan die van Eva.

Ligt het oerverhaal van de verboden vrucht niet in oude verhalen? Maar nergens iets over de giftige appel, alleen over de appels die kennis geven. Praten over verboden vruchten is een calvinistische insteek, die een sfeer oproept van lang geleden. Wie maalt er nog om verboden vruchten, alles mag toch, wat is er gevaarlijk aan?

De zonde van de vrouw

Daarnaast was ook de titel van het Boekenweekgeschenk, geschreven door Connie Palmen: ‘De zonde van de vrouw’. Hoe christelijk wil je het hebben? Verboden vruchten, schuld, zonde, vrouw. Al deze onderwerpen kwamen terug in het thema van de Boekenweek. Bekroond met een boekje, geschreven door een vrouw, over de zonde van vrouwen. Als teken van Nederlandse cultuur op haar hoogtepunt? Zijn we niets opgeschoten met de emancipatie van de vrouw, is zij nog steeds de belangrijkste draagster van verboden vruchten? Eigenlijk wel. De meeste jury’s bestaan uit mannen, de meeste bekende schrijvers zijn mannen, maar de meeste lezers zijn vrouw!

Appel van Sneeuwwitje

Als geseculariseerde Nederlandse had ik misschien eerder gedacht dat het ging om de appel van Sneeuwwitje. Leven wij niet in de tijd van verhalen, symbolen en rituelen? Liggen sprookjes gewoon ook net onder de oppervlakte, in het onder bewuste van onze cultuur? Zijn daar taboes, zonden en verboden vruchten? Had dat niet een veel spannender thema opgeleverd? Persoonlijk denk ik dat we in deze geseculariseerde wereld banger zijn voor de comateuze slaap door een hap uit de appel van Sneeuwwitje dan voor een hap van de appel van Eva die ons de kennis des onderscheids brengt.

Vrijzinnigen vinden het allemaal best, die zullen altijd beide verhalen waarderen, maar zijn banger voor de coma, dan de kennis. Wakker zijn en blijven, dat is het motto van veel vrijzinnigen.

Wies Houweling

Meer blogs lezen?

Anne Zernike

Anne Zernike verbeeldde zich heel wat

In De mensch en zijn godsdienst, gepubliceerd in het eerste bezettingsjaar, brak de radicaalvrijzinnige theologe en NPB-predikante Anne (Manke) Zernike (1887-1972) een lans voor die vormen van vrijzinnigheid die geen uitwendige autoriteit erkenden van kerk, bijbel of dogma’s.[1]

Enkele jaren daarvoor had zij religie al eens geduid als een eeuwig licht dat, vallend door een wereldlijk prisma, waarin het uiteenspat in vele kleuren en vormen, altijd herleid kan worden naar die ene, ondeelbare, bron.[2] Voor Zernike lag in dat besef geen terugkeer naar de veiligheid van kerkmuren of christendom. Het inzicht vormde voor haar juist een schakel in het proces van het verder openbreken van de in haar ogen soms te dogmatische vrijzinnigheid. Een belangrijke rol zag zij daarin weggelegd voor de verdraagzaamheid.[3]

Katalysator

Het was de horror van het bombardement van Rotterdam – in de meidagen van 1940 –  die had gefungeerd als een katalysator in haar denken hierover. Terwijl in haar kerk (Het Nieuwe Verbond – Rotterdam Zuid) hen die alles verloren hadden en op de vlucht geslagen waren werden opvangen realiseerde Zernike zich dat ze niet langer – zoals ze in de jaren daarvoor wel had gedaan – op het aambeeld van de absolute weerloosheid moest slaan, maar op zoek moest naar manieren om te midden van verschillen samen verder te leven.

Anne Zernike

Anne (Mankes) Zernike (met ketting) te midden van leden van ‘haar’ NPB-afdeling op Rotterdam-Zuid – eind jaren ’30 (privé-collectie)

Verdraagzaamheid

Elkaar verdragen. Het met elkaar uithouden. In een tijd  waarin om mij heen allerhande koersen van uitsluiting in zijn en worden geslagen – en ik het daarmee soms maar moeilijk uithoud – inspireert en motiveert Zernike me om te zoeken naar die, soms ook wel eens wat utopische aanvoelende, contouren van verdraagzaamheid. Aanwijzingen vind ik in haar latere werk, maar ook in het overzien van haar levenswandel. Zelf was ze bepaald geen conflictvrije persoonlijkheid. Geen heilige. Geen rolmodel voor ‘pais en vree’. Een echt mens met een woelig leven, waarin werd nagedacht, gevoeld, gewonnen, verloren, gewikt, gewogen en heel veel gediscussieerd.

Anne Zernike raakt me vooral als ze, soms tastend, maar meestal met een scherpe pen of stem, aanwezig is in het debat en op zoek is naar ruimte. In het vinden van consensus of in gladstrijkende vriendelijkheden lijkt ze totaal niet geïnteresseerd. Het is haar vooral aangelegen ons duidelijk te maken dat te allen tijde de betrekkelijkheid van de vorm van de richting waar we denken toe te behoren ingezien moet worden. Dat geeft lucht en daar kan ware humaniteit beginnen.

Dialoog

De contouren van Zernikes’ denken over verdraagzaamheid zie ik de laatste jaren terug in het werk van mijn collega’s aan de Universiteit voor Humanistiek. In het doordenken van de ‘vreemde vrijheid van het scheppen […]’(Camus, 1954) of van het Tayloriaanse begrip ‘social imaginaries’, waarin gedeelde sociale verbeeldingen worden verkend om vanuit die verbeelding zowel te scheppen als zelf geschapen te worden.

Ook zie ik het terug in het idee van ‘learning in tension’, waarin mensen vanuit verschillende achtergronden – en zonder het ooit met elkaar eens te hoeven worden – in dialoog gaan, om letterlijk en figuurlijk een ruimte te scheppen voor zichzelf en elkaar.[4] Zijn het utopische gedachten en aanpakken? Ik denk het wel. Zijn ze daarmee ook ‘onmogelijke werkelijkheden’? [5] Dat geloof ik niet.

Froukje Pitstra

Noten

Anne (Mankes) Zernike (met ketting) te midden van leden van ‘haar’ NPB-afdeling op Rotterdam-Zuid – eind jaren ’30 (privé-collectie)

[1] A. Mankes-Zernike, De Mensch en zijn Godsdienst (Naarden 1941)

[2] A. Mankes-Zernike, ‘Historische Godsdiensten en Universeele Religie’. Geschrift nr. 5 van de Linker-werkgroep van Moderne Theologen (Assen 1938) pp. 25-29. ‘Moge het goddelijke licht, door verschillende facetten van het prisma gebroken, voor ieder een andere kleur hebben, het [is] toch een en hetzelfde licht, dat alle godsdiensten aanbidden.’

[3]De Mensch en zijn Godsdienst, pp. 122-123. ‘Het beste erfgoed der vrijzinnigheid is waarschijnlijk de verdraagzaamheid’.

[4] Zie o.a. publicaties van prof. dr. Hans Alma, prof. dr. Laurens ten Kate en dr. Caroline Suransky (allen leerstoel Globalisering en Dialoogstudies). Lees over de ‘vreemde vrijheid’ meer in de inaugurele rede van Ten Kate, bijzonder hoogleraar Vrijzinnige Religiositeit en Humanisme: L. ten Kate, De vreemde vrijheid. Nieuwe betekenissen van vrijzinnigheid en humanisme in de 21ste eeuw (Amsterdam, 2016)

[5] Utopie is een literair-filosofische term die vaak omschreven wordt als een ‘onmogelijke werkelijkheid’, een ideale wereld, een ideaal welke echter niet bereikt kan worden.

Meer informatie

Vrijzinnig Utopia
Inspiratiebronnen