Op de grens

Diverse keren heb ik het land verlaten. In mijn jonge jaren was dat geen sinecure. Grenscontrole door de marechaussee, en douane die je streng vroeg of je niets aan te geven had. Zeker als je terugkwam uit het buitenland was je aan strenge regels gebonden. Geen alcohol, geen slof sigaretten, want als je gepakt werd was je nog niet jarig. Toch moet ik bekennen dat ik wel eens gelogen heb als de douane vroeg of ik iets aan te geven had. Dan trok ik mijn onschuldigste gezicht: nee ik had niets aan te geven. Ooit bij de Frans-Belgische grens geloofde een beambte mij niet en ik moest de kofferbak openen. ‘Als u mij wilt helpen…’ zei ik. Want we waren op weg naar het vakantieadres en het laatste wat mijn vrouw had ingepakt in de kleine auto, was een stapel boeken. De beambte wilde natuurlijk niet helpen, waardoor de boeken op straat vielen. Meteen had hij zijn belangstelling verloren en verdween uit het zicht, mij achterlatend met de vraag hoe ik alles weer in de kofferbak kreeg.

Lekker stout

Het is duidelijk: ik heb mij ook niet altijd aan de voorschriften gehouden. Sterker nog kreeg ik er een klein kickje van om toch wat te smokkelen. Als ik nu om me heen kijk dan zie ik soms mensen met een gezicht waarop een uitdrukking van: ik ben lekker stout en doe geen mondkapje op. En dat stoute gevoel, daar kan ik niet boos om worden. Er is echter wel een verschil. Als ik vroeger een paar flessen likeur in mijn bagage had verstopt zou de schade bij ontdekking alleen voor mij zijn geweest. Het ontduiken van de mondkapjesplicht kan echter gevolg hebben voor anderen.

 Nieuwe tijd

Terwijl ik dit schrijf is de jaarwisseling over enkele uren aanstaande. Het zal anders dan anders zijn. Zijn we ook wat betreft de coronaperikelen op een grens? Steken we een grens over die 2020 met 2021 markeert? Zou er douane zijn die vraagt of we iets hebben aan te geven? Over enige tijd zullen we wellicht antwoord krijgen. Intussen is onze wereld veranderd. Voor velen van ons is er een dreiging van besmetting, en zeker als je wat ouder bent is dit virus niet te onderschatten. De opmerking dat het niet erger is dan een gewone griep getuigt van een schromelijke onderschatting.

Laten we hopen dat de ‘virale beambte’ zijn belangstelling verliest en zich van ons mensen afkeert zodat wij ons in de nieuwe tijd aan zingeving kunnen weiden.

Wouter B. Blokhuis

Meer blogs …

Allerzielen

Op 2 november werd hij geboren. Toen ik hem leerde kennen vierde hij zijn verjaardag op die tweede dag in november. Van de importantie van die datum had ik met mijn protestantse opvoeding geen notie. Jan evenmin. Jan stamde uit een onkerkelijke familie, hij zag een kerk pas van binnen toen mijn vrouw en ik hem uitnodigden voor het bijwonen van de doop van een van mijn kinderen. 

Trouw en betrouwbaar

Jan was gewend zijn commentaren kracht bij te zetten door er een forse vloek aan toe te voegen. Zijn keurige schoonfamilie kon daar maar moeilijk aan wennen. Wij kenden Jan en wisten hoe hij in elkaar zat. Eigenlijk past het predicaat ‘edel’ op hem. Hij was door en door trouw en betrouwbaar. Dat hij zijn conversatie en emoties met een flinke knoop kon kleuren hadden wij hem allang vergeven. 

Toen er medische problemen kwamen bleef hij zijn werk steeds doen, ook al werd hij gedwongen met een groot pak voorzorgmateriaal van huis te gaan. Uiteindelijk heeft een hoogleraar met een heroïsche ingreep hem van zijn ongemakken verlost. 

Lafhartige moord

Jaren later waren wij uitgekampeerd op weg naar huis. Het was 2 november en ik belde hem op. Voordat ik echter uit kon brengen: ‘Van harte gefeliciteerd’ denderden een reeks vloeken door mijn mobieltje. ‘Heb je het nog niet gehoord?’ bracht Jan uiteindelijk uit. Ik wist van niets, had de najaarszon uit warmere streken nog in mijn hoofd. Een bekende Nederlander, Theo van Gogh, was op lafhartige wijze vermoord. Overdag en gewoon op straat. Het was de eerste keer dat ik mij ervan bewust werd dat vrijheid van meningsuiting een zo grote haat kan oproepen dat mensen gaan moorden. 

Mijn vriend was haast ontroostbaar. Op zijn verjaardag nogal liefst. En nu, vele jaren verder denk ik er ook nog bij: op Allerzielen.

Moed

De as van Jan is met een korte plechtigheid op zee verstrooid op een prachtige zonnige dag in het najaar, nu alweer vele jaren geleden. Maar met het verstrooien van de as lijkt het alsof tegelijker tijd de vrijheid van meningsuiting is verstrooid. Zo keurig in de grondwet vastgelegd, wordt ervan weggekeken. Angstig als sommigen zijn om een ander te beledigen. Angstig om ook vermoord te worden? Soms moeten er voor vrijheid offers worden gebracht. Dat was zo in oorlogstijd, en dat is niet veranderd. Waar haat is kan geen vrede leven. Dit onder ogen zien is de opdracht van deze tijd. Het vereist moed, maar zingeving is je loon.

Wouter B. Blokhuis

Meer blogs …

3 Oktober

Historische gebeurtenis

Terwijl de regen in ruime mate neder daalt, bedenk ik me dat het vandaag 3 oktober is. Tien jaar heb ik in de stad gewoond waar op die datum uitbundig feest werd gevierd. Feest waarbij een historische gebeurtenis werd herdacht: Leidens ontzet. Een keerpunt in de 80-jarige oorlog. Dat is natuurlijk al enige eeuwen geleden, maar het was voor de stad Leiden een cruciale gebeurtenis. Na een lange en uitputtende belegering waren de Spanjaarden opeens vertrokken. Burgers vonden in het verlaten kamp – volgens overlevering – haring en wittebrood en hutspot.

Nog steeds wordt er door de burgemeester op 3 oktober vroeg in de morgen haring en wittebrood uitgereikt aan minder draagkrachtige burgers. Later op de dag staat overal hutspot op het menu. Onderwijl kan men zich op een grote kermis vermaken. En dan natuurlijk de traditionele optocht. Wat hebben mijn vrienden en ik van deze festiviteiten genoten in de tien jaar dat ik mijzelf ‘Leienaar’ mocht noemen.

Klaagzangen

De situatie van het moment biedt weinig feestelijks meer. Haast symptomatisch voor deze tijd is de nu alweer geruime tijd neer druisende regen. Goed voor de tuin, denk ik dan. Maar af en toe lees ik een bericht dat Nederland te droog blijft. Het lijkt een tijd waarin het nooit genoeg is, welk gebied of je ook bekijkt. De klaagzangen vliegen je om de oren: uitkeringen zijn niet toereikend, de cultuur loopt gevaar,
bedrijven dreigen in te storten, het rijk doet te weinig, om over de testcapaciteit maar niet te spreken.
Zouden de Leidse burgers tijdens het beleg ook zo geklaagd hebben: schout en schepenen doen te weinig, de prins van Oranje moet ons ontzetten, de timmerman heeft geen hout meer en de bakker geen meel? Of sleepten de burgers zich op zondag naar de Pieterskerk om God te smeken hen van de Spanjaarden te verlossen?

Wij kunnen daarover slechts speculeren. Maar één ding is zeker: de wereld wordt nu ook belegerd. In plaats van Spaanse soldaten is de vijand nu onzichtbaar, maar daarom des te gevaarlijker. De westerse mens wil zien wat er gebeurt, anders is hij niet overtuigd. Dat zet hem aan tot uitspraken die ontkennend zijn, en soms rebelleert hij openlijk. Maar onze vijand is genadeloos. Wie hem ontkent kan zomaar geveld worden.

Moed en volharding

Het feest van 3 oktober herdenkt de moed en volharding van de belegerde burger op een zingevende manier. Hopelijk volgend jaar weer in volle glorie.

Wouter B. Blokhuis

Meer blogs …..

Tegenstellingen

Mistroostig keek ik uit mijn raam en zag dat uit een loodzware lucht een gestage regen kwam vallen. Zo’n regen waarvan je op je klompen aanvoelt dat die voor de eerste uren nog niet voorbij is. ‘Straks maar een regenjas aantrekken als ik wegga,’ dacht ik. Mijn oog viel op mijn krant. Het blijft te droog, kopte die. Het is maar hoe je het bekijkt, dacht ik.
Lang geleden kwam Kees voor zijn maandelijkse injectie. Die werd toen nog door de dokter zelf gegeven. Kees was in een filosofische bui.
‘Wat zijn we toch eigenlijk een raar volk,’ zei hij. ‘We zeggen wel: verdrietig dat opa gestorven is, maar gelukkig, nu hij nog boven aarde staat, is hij nog goed te zien. Bij iets dat eigenlijk heel triest is zeggen we dat iets gelukkig is.’

Contrasten

We zijn ons er niet altijd van bewust, maar we denken vaak in contrasten. Licht en donker, zwart en wit en natuurlijk goed en kwaad. Maar soms vergeten we aan welke kant we staan. En hoe menselijk: we bedenken gauw een uitvlucht om aan verlegenheid te ontkomen. Soms is dat een uitspraak, soms een verkeerde beslissing en soms rijden we gedachteloos door een rood stoplicht. Als je ons dan op de man af vraagt: ‘Wat deed je nou?’ bedenken we gauw een uitvlucht, een smoes.
Maar vaak rolt er een enveloppe op de mat die verordonneert dat je boete moet doen middels een overschrijving. Echter is het zo in onze maatschappij dat een verkeersovertreding wordt gezien als een pekelzonde. Je betaalt de boete en klaar. Maar anders ligt dat als je je begeeft tussen wit en zwart. Dan moet je goed opletten dat je niet iets verkeerd zegt, want dan zwaait er wat. Toch zijn de oosterse symbolen yin en yang wit en zwart. Wit wordt wel uitgelegd als mannelijk, zwart als vrouwelijk. Yin en Yang zijn dus niet genderneutraal. Buiten coronatijd betreed ik af en toe een zwart-wit geblokte vloer, voor mij is dat licht en donker, maar ook goed en kwaad. Het ene kan niet bestaan zonder het andere.

Tegenstellingen

Tegenstellingen zullen er altijd zijn. Daar moeten we mee zien te leven. Hoe groter het contrast, hoe duidelijker de tegenstelling. Als we het contrast verkleinen door zaken te vergoelijken wordt de tegenstelling minder duidelijk en is er de kans dat we de weg kwijtraken.
De geblokte vloer, maar ook yin en yang, zijn voor mij de beelden die de zingeving vormen bij deze gedachte.

Wouter Blokhuis

Meer blogs ….

Hoop, anderhalve meter theologie deel 3

Hoop?

Wie hoopt er niet? We hopen allemaal, misschien beter geformuleerd, we zouden allemaal willen hopen. Hoop is een mooi en kostbaar iets, het zet mensen in beweging.

Gezien de huidige situatie vraag ik mij af waarop hopen we in onze anderhalve meter? Hopen we op drie meter? Of op een omhelzing? Hopen we op goede afloop en voor wie? Natuurlijk hopen we op het grootst mogelijk goed voor de grootst mogelijk aantal mensen, maar dat is zo abstract. Iedereen hoopt  op wereldvrede, maar dat zet mensen nauwelijks meer in beweging. Persoonlijke hoop, hoop voor onszelf?

Waar komt die dan vandaan, waarom ben ik de ene dag pessimistisch en de andere dag hoopvol terwijl de wereldsituatie er niet aanzienlijk beter of slechter op is geworden in die ene dag?

Is het chemie? Goede slaap en goede hormonen? Waardoor hoop je de ene dag wel en de andere dag misschien minder? De anderhalve meter bepaalt je bij kleine hoop. Misschien is het wel goed eens klein te ‘hopen’.

Hoop is altijd op dingen die je niet ziet, maar wel hoopt. Je kunt het nog niet zien. Daarover gaan de beroemde woorden van Vacslav Havel.

Hoop is ergens voor werken
omdat het goed is,
niet alleen omdat het kans van slagen heeft.

Hoop is niet hetzelfde als optimisme
evenmin overtuiging
dat iets goed zal aflopen.
Wel de zekerheid dat iets zinvol is
afgezien van de afloop, het resultaat.

Emily Dickinson noemt hoop ook wel dat ding met veertjes dat neerstrijkt in de ziel. Het heeft iets ongrijpbaars maar heel krachtig.

Hoop is een uitdaging van binnenuit iets te doen. Binnen de anderhalve meter is dat misschien geen beperking, maar een uitdaging?  1,5 meter duurzaam? 1,5 meter Vrede? Anderhalve meter minder vlees?

Laten we ons niet blindstaren op het grote, het begint klein, bij anderhalve meter misschien.

Wies Houweling
algemeen secretaris

Meer blogs

Sprookje

In deze tijd van kommer en kwel, van zorgen en angst, is het voor velen moeilijk om toch blij de wereld in te blijven kijken. Daarom lieve lezers vertel ik nu een sprookje. Enerzijds roept dat herinneringen aan kampvuren op waarbij vaak spookverhalen werden verteld. Anderzijds behoren sprookjes tot de klassieke kinderliteratuur, zoals daar zijn Sneeuwwitje en de zeven dwergen en Assepoester. Pas later kom je er achter dat deze sprookjes vaak een diepere betekenis hebben. Hoewel ik niet van Grimm afstam, nog van de Storyteller, waag ik mij op het gladde ijs van een sprookje.

Er was eens …

Er was eens een volkje van nijvere dieren. Niet één soort dieren maar laat ik maar zeggen: vogels van diverse pluimage. Het volkje bestond niet uit louter vogels, die waren er wel, maar de dieren die op het land leefden en werkten waren ver in de meerderheid. De vogels waren eigenlijk uit een ander land gekomen en waren bezorgd over hun komaf. De dieren op het land wilden de vogels geruststellen, want zo zeiden ze: ons dna is volgens hetzelfde principe opgebouwd als jullie dna. Maar de vogels waren daar niet mee tevreden.

Wijze Pad

Nu wilde het geval dat het volkje van nijvere dieren werd bestuurd door een wijze Pad. Het verschil tussen een pad en een kikker is dat een pad niet springt. Maar goed, dit terzijde. Uiteindelijk werd door een vertegenwoordiging van de landdieren en de vogels besloten de Pad om raad te vragen. Dat was nog zo simpel niet, want je kunt niet zomaar op de Pad afstevenen en zeggen dat je hem om raad wilt vragen. Maar nadat er formulieren in tienvoud waren ingevuld en een ijverige vos, die tevens journalist was voor de krant van wakker dierenland, op een persconferentie het onderwerp ter sprake had gebracht, stemde de Pad in met een overleg.

Wijsheid en zingeving

Op de afgesproken datum begaven vertegenwoordigingen van de landdieren en de vogels zich naar het paleis van de Pad. Zij kregen ruim de gelegenheid om hun standpunten uiteen te zetten. De Pad luisterde zonder ze te onderbreken, maar stelde wel aanvullende vragen. Ten slotte kwam hij met zijn oordeel:
‘Mondkapjes zullen niet helpen’, sprak hij waardig. ‘Daar is geen wetenschappelijk bewijs voor. Maar wat ik jullie adviseer is: geef elkaar de ruimte. Let daarop. Maar let niet zo op elkaar.
Stil verlieten de vertegenwoordigers het paleis van de Pad. Stil door zijn wijsheid en de zingeving van zijn raad.

Wouter B. Blokhuis

Meer blogs …

Heilige bubbel, anderhalve meter theologie (2)

Anderhalve meter bubbel

Nu hebben we echt allemaal officieel onze eigen anderhalve meter bubbel. We kunnen het onze eigen heilige cirkel noemen. Deze cirkel moet ons beschermen en het beschermt anderen tegen besmetting die wij mogelijk zouden kunnen meedragen. Veiligheid, daar doen we het voor, maar misschien is het ook wel prettig, misschien is ons leven eigenlijk iets rustiger en overzichtelijker. Ons eigen kleine rijk, waarin we heersen en dat we moeten beschermen. Dat vraagt om enkele theologische overpeinzingen over het heilige van de bubbel.

Heiligheid?

Een vraag naar heiligheid in een nieuwe wereld, roept onmiddellijk een tegenvraag op: Is er nog wel iets heilig in deze tijd? Niet voor niets zijn vele heiligen omvergehaald, omdat ze niet heilig meer waren. Dat betekent niet dat heiligheid niet meer bestaat. Wat zouden we nu heilig willen noemen? Misschien de anderhalve meter en wat betekent heilig dan voor deze cirkel? Ben ik dan zelf heilig, of is dat eigenlijk alleen mijn gezondheid, dus mijn lichaam? Of is alles heilig binnen die anderhalve meter? Mijn totale ego, want voor iets anders is geen ruimte? Toch gaat de regeling uiteindelijk om de volksgezondheid, om het geheel. Het gaat uiteindelijk om de ander die je niet wilt besmetten.

Betekenis

Wat betekent heilig eigenlijk? Je kunt natuurlijk googelen wat heilig betekent, maar daar vind je echt niet alles. Het eerste wat ik vond is “Wie door God is uitgekozen”. Dat is een hele platte uitleg. Gelukkig is daar nog wel meer overgeschreven. Het woord heilig komt in alle religies voor. Heilige bergen, bomen, mensen en nu ook cirkels van anderhalve meter. Apart gesteld, vanuit de verte te zien, heeft ooit eens iemand mij verteld. Ik geloof dat het Niek Schuman was in zijn boek over Exodus.

Het fascinerende van het heilige

Rudolf Otto, een beroemd theoloog over Het heilige, hij laat zien dat het heilige aan de ene kant prachtige kanten heeft, maar ook verschrikkelijke kanten. Dat zou je kenmerken van echte heiligheid kunnen noemen. Iets is heilig als het enorme aantrekkingskracht heeft,, maar ook een gevaarlijke kant. De heilige anderhalve meter is het fascinerend en heeft aantrekkingskracht om baas te zijn en bijna een officieel recht te hebben om iedereen er buiten te wensen. Tegelijkertijd is het ook verschrikkelijk, wie mag je nog aanraken?

Nieuwe moraal

Het nieuwe normaal: aan de ene kant beginnen mensen te zwaaien of te schreeuwen als we dichtbij komen, maar we mogen elkaar niet meer aanraken, we zijn primair elkaars virusdragers en verspreiders.
Het nieuwe heilig, hoe fascinerend en verschrikkelijk is dat!

Wies Houweling

Meer blogs ….

Vakantie

Watersport

Jaren heb ik mijn vakantie in Nederland doorgebracht. Natuurlijk met die gezinsleden die zich nog verwaardigden om met hun ouders op vakantie te gaan. Maar ook die zich daar soms te groot voor voelden kwamen toch wel voor een paar dagen langs. Omdat er ook vrienden of vriendinnetjes langs mochten komen waren die vakanties een dolgezellige boel. De vrouw des huizes troonde dan als een spin in het web en zag erop toe dat iedereen van voedsel en drank werd voorzien. Er was één voorwaarde aan onze vakanties: er moest een mogelijkheid zijn om watersport te bedrijven. Daar was in Nederland makkelijk aan te voldoen. En wat hebben we van die vakanties genoten. Later namen kinderen soms hun eigen bootje mee. Zonen die zichzelf leerden met een spinnaker – een bolstaand voorzeil – voor de wind te varen. Anderen gingen gewoon kanoën, het maakte niet uit wat, maar iedereen was met het water bezig. Eén dochter vond met harde wind varen eng, maar toen namen haar broers haar mee met windkracht zes op het meer in een open zeilboot, lieten haar zelf aan het roer en zie, het was niet meer eng.

Stemmingen en uitzicht

Afgezien van deze ervaringen ontdekten we de schoonheid van ons eigen land. Water en wind zorgden voor een dagelijkse afwisseling van stemmingen en uitzicht. Later werden landgenoten in grote getale in auto’s, bussen en vliegtuigen ver buiten de landsgrenzen gebracht. Liefst naar de andere kant van de wereld. Een gezin van hardwerkende ouders, waarvan de kinderen in het zicht van het eindexamen kwamen zou nog eenmaal samen op vakantie gaan. De vraag was waar naartoe? Thailand was zo gewoon, laten we naar China gaan. Zo gezegd, zo gedaan. Twaalf uur vliegen heen, twaalf uur vliegen terug. Dagen in een hoge snelheidstrein. Veel gezien, dat wel. En een halfjaar later kwam er een virus. Ook uit China. En het virus was nog gevaarlijk ook.

Religie en vrijheid

Veel mensen voelen zich nu gedwongen in Nederland hun vakantie door te brengen. Geen verre reizen meer. Soms voelen mensen zich teruggeworpen in hun bestaan en beknot in hun vrijheid. Dat is het paradoxale in die gevoelens. Nederland is een land waar ultieme vrijheid heerst. Waar grondwettelijk iedereen gelijk is, los van huidskleur of geaardheid. Die gelijkheid is denk ik zeker ook te danken aan de invloed van talrijke religies die in Nederland gerespecteerd worden. Religies die zingeving aan het bestaan van hun medemens hoog in het vaandel hebben staan en ons vrijheid hebben gebracht.

Wouter B. Blokhuis

Meer blogs ….

Snelheid

Leefomstandigheden

Het huis waarin ik woon is ongeveer een halve eeuw oud. Het is stevig gebouwd waarbij ruimschoots gebruik is gemaakt van beton. Het is duidelijk dat hier voor- en nadelen aan zijn verbonden. Maar verder dan moeite met het ophangen van lampen was ik niet gekomen. En omdat ik er al tien jaar geleden ingetrokken ben ligt deze moeite ver achter mij. Nu is echter een ander probleem merkbaar geworden dat ik niet onvermeld wil laten omdat het nauw gerelateerd is aan de huidige leefomstandigheden. En deze leefomstandigheden worden  bepaald door een virus, dat zomaar de wereld rondgaat en waar we geen tegengif voor hebben.

Anderhalve-meter-maatschappij

Als er in vroeger tijden een ernstig besmettelijk ziektebeeld opdook dan ging men over tot isolatie. Velen die met Bijbelse geschiedenis zijn opgegroeid zullen zich ongetwijfeld herinneren hoe beschreven is zoals men met melaatsen omging. En wonderlijk: tegen het virus waar vooralsnog geen kruid tegen gewassen is past men opnieuw isolatie toe. Alleen noemen we het nu de anderhalve-meter-maatschappij.

Nieuwe technieken

We werken thuis, dragen mondkapjes in de trein en zitten met anderhalve meter tussenruimte. We doen ons best, mogen met dertig mensen naar kerk en schouwburg. We mogen zelfs weer op een terras zitten. En dit alles na maanden van afzondering. Desalniettemin hebben we toch behoefte om elkaar te zien. We willen overleggen, vergaderen en ook het nieuwe huis zien dat vrienden hebben gekocht. Er zijn diverse redenen die ons naar nieuwe technieken doen grijpen en dus maken we gebruik van beeldbellen, en tele-vergaderen.

Snel internet

En op dit punt aangekomen ging ik de mist in. Onduidelijk haperend beeld kwam op mijn scherm en de conclusie was: haal er maar een deskundige bij. Meten, lieve lezers, is weten. En zie, internet was maar rudimentair tot mijn werkkamer doorgedrongen. ‘Dat heb je met betonnen vloeren,’ was het commentaar. Maar merkwaardig, ik had het niet gemist. Nu is het aangepast en zie ik het verschil. Internet komt nu op volle snelheid mijn kamer binnen.

Virtueel bestaan is geen zingeving

Toch zit ik met een paar vragen. Liep ik nu achter? Zou mijn levensbeschouwing hierdoor veranderen? Komt de zingeving in mijn leven nu in het gedrang? En mijn antwoord op deze vragen is: ‘ik denk het niet.’ Technische hulpmiddelen zijn leuk en kunnen enorm behulpzaam zijn. Natuurlijk gaan bepaalde handelingen nu sneller en duidelijker. Maar als de zingeving in je leven daarvan afhangt voer je een virtueel bestaan. Een bestaan dat niet echt is. En dat is, denk ik, niet de bedoeling.

Wouter Blokhuis

Meer blogs …..

Anderhalve meter theologie

Bang

Gisteravond was ik bang in de supermarkt, bang voor de groep jonge mensen die vrolijk de winkel in kwamen. Normaal is het rustig ’s morgens voor 9 en ’s avonds na 21.00 uur. Sinds 15 maart mijd ik zoveel mogelijk fysiek contact met mensen. Als ik vind dat een park of een straat te vol is keer ik om en vind ik een andere weg. Gisteren was er geen ontsnappen aan en ik merkte dat ik bang werd.

Nieuwe normaal

Dat doet dus ons nieuwe normaal van 1,5 meter afstand houden met je als je je eraan houdt. De ander als mogelijke oorzaak zien van besmetting. De ander als oorzaak van het kwaad. De ander wordt zo een obstakel voor mijn vrijheid en leven. Dit denken we natuurlijk niet, maar we doen het wel en lopen met een grote boog om elkaar heen. Deze houding past ook naadloos in onze samenleving met steeds meer nadruk op het individu.

Geen eiland

De mens is geen eiland, mensen zijn op vele wijzen onlosmakelijk met elkaar verbonden en daar hoort ook fysieke aanraking bij. De mens als beeld van God, Imago dei. Hoe overleeft de imago dei in de anderhalve meter samenleving?

Vreemde dansen

Het nieuwe normaal is eigenlijk helemaal abnormaal. Alleen je geliefde aan mogen raken, verder niemand. Wat doet dat met een mens? Wat als het nog veel langer duurt. Geen omhelzingen in familie en vriendschapsverbanden. Geen hand vasthouden in de zorg? Geen kinderen een aai geven?

Liefdevol met humor

Het is raar dat wij vreemde dansen met oogcontact uitvoeren om mensen op 1,5 meter te houden. En we boos worden als jonge, onachtzame mensen die het gewoon even vergeten zijn doordat het zo mooi weer is, binnen onze cirkel komen. Het is niet normaal.

Laten we elkaar toch liefdevol in de ogen blijven kijken en met humor over de 1,5 meter heen reiken.

Wies Houweling
algemeen secretaris

Meer blogs …