Recensie: Abraham Kuyper
Gereformeerden heb ik vanaf mijn 15e al leren kennen als actieve, serieuze betweters. Via een paard van Troje kwamen ze mijn Hervormde kerken binnen en kaapten, bij gebrek aan verweer van de lauwe hervormden “Samen op Weg”. Zij brachten in mijn eerste gemeente Bathmen via Paaskaars en cantorij de oecumene binnen. Dan waren er die gereformeerden die de hervormden maar lauw vonden. Wat hebben me in de jaren negentig geïrriteerd en geïnspireerd!
Nu ik alweer vijfentwintig jaren voor vrijzinnigen werk, haal ik ze er meteen dankbaar uit: ex-gereformeerden nemen tenminste verantwoordelijkheid. Mensen met hun achtergrond zorgen ervoor dat we trager verdwijnen.
Maar of juist deze minderheid het zoutend zout is?
Ook de gewezen katholieken binnen de NPB/vrijzinnigen blijven als zodanig herkenbaar. Zij geloven op deelcertificaten: hebben zich afgekeerd van Paus, hiërarchie en celibaat, en zijn thuis in rituelen, liturgie en Oosterhuis. Nee, dan Hervormden, want die zijn het liefst publiek. Remonstranten hebben gewoon altijd gelijk en hoeven feitelijk niet zo nodig oecumenisch. Ook hebben we soms een evangelicale instroom (van homoseksuele heilssoldaten bijvoorbeeld) en verder nog wat Martin Roos “de waxinelichtjes-christenen” noemde.
Daar is-tie weer: onze kruiwagen met kikkers. Maar juist met deze mix aan diversen mogen we oefenen voor het Koninkrijk Gods op aarde.
Je begrijpt beter waarom het misgaat, als je de nestgeuren weet te identificeren. Maar al te vaak is theologie gerationaliseerde nestgeur. Als het goed is, heb je binnen onze vrijzinnige “kerkjes” geleerd om samen te leven en te leren. Geen wonder dat Nescio zo populair is. Die wist het ook niet, maar bleef zich verwonderen.
Ik lees graag biografieën. Om mijn ouders beter te begrijpen las ik Troelstra, Domela en William Booth. Tenslotte tellen we maar weinig geboorteleden; de meeste van ons zijn ingestroomd. Vandaar las ik Michel van der Plas en Guido Gezelle. Darwin en HaverSchmidt hielpen vervolgens me met de Modernen (latere NPB) te identificeren. Ik begreep, waarom de ontwikkelden onder de verachters van het fundamentalisme (citaat van Schleiermacher) zich onder dit vaandel schaarden. Had ik ook gedaan. Onze bedoelde revolutie ebde helaas al rond 1900 weg wegens de geringe betrokkenheid en kerkgang (er bestaat immers geen hemelse staf of straf); onze arbeiders stroomden met het badwater van het socialisme de kerk uit (ze konden het nooit van de luie liberalen winnen). Daarna kwam Kuyper: hij kreeg bijna iedereen op de kast. Ons noemde hij vrijzinnigen bontjaschristenen. De lijnen waren getrokken.
Met een grote boog ben ik dus om Kuyper heengelopen. Was deze figuur immers niet de hoofdschuldige aan de verzuiling van ons kikkerlandje? Hij begon immers een eigen kruiwagen en dat werd er een vol kruiwagens. Soevereiniteit in eigen kring heet dat; ons kent ons.
Een jaar geleden kwam de televisieserie over Kuypers reizen rond de Middellandse Zee en daar ontstonden de eerste barsten in mijn weerzin. Na het lezen van dit kloeke boek ben ik weliswaar nog niet helemaal gereformeerd geworden, maar moet ik toch eerlijk zeggen: wat had die man een werklust! Wat was het een sportman (bergbeklimmer!). Wat een veelschrijver en alleskunner! Abraham Kuyper is een fascinerend en groot man geweest. Ik heb het geprobeerd maar ook ik kon eerlijk gezegd niet om hem heen. Je was voor hem of tegen hem. Ik kan me goed voorstellen waarom hij zoveel aanhang kreeg. Hij heeft voor elkaar gekregen wat liberalen noch socialisten gelukt is. En hoewel ik weet dat wij het met elkaar aan de stok zouden krijgen: vaak had hij nog gelijk ook. Het blijft mijn nestgeur tegen de zijne. Misschien is het ook een karakterkwestie.
Maar wist je dat we aan Kuyper ons volkslied danken (anders was het “Wien Neerlands bloed” gebleven)? Dat een van de laatste brieven die de grote Domela schreef een fanmail aan Kuyper betrof (“Bij jou wist je tenminste wat je aan je had! Alle respect voor uw werklust en houding!”).
In de sociale politiek (stemrecht, kinderarbeid, arbeiders) waren beiden het vaak roodgloeiend eens geweest. Dat wist ik dus niet. En nog veel meer wist ik niet: hoe geliefd en inspirerend hij nog altijd blijkt in Amerika, Korea, Australië bijvoorbeeld.
Kuyper was een man met karakter. Zulken worden niet vaak meer in onze politieke akker gezaaid.
Na het lezen van dit boek besef ik eens te meer dat we diepgang, theater, bezieling, wortels en soul missen.
Ivo M. de Jong
voorganger Brielle, Rotterdam, Schiedam en Woubrugge