Alle hens aan dek

Hulp in het ziekenhuis

Het St. Antonius Ziekenhuis in Nieuwegein gaat in het najaar een proef doen op twee verpleegafdelingen. Ze gaan familieleden van patiënten inschakelen bij de zorg. Ik lees dit in een artikel van Sven van Diepen en Lene Makkink. Het gaat dan bijvoorbeeld om bedden opmaken, kousen aandoen, sondevoeding geven en het geven van injecties (na instructie). Dit kan zorgen voor minder werkdruk bij de verpleegkundigen en betere kennis over de zorg die verleend wordt. Familie zou tegenwoordig al hinten dat ze tot deze hulp bereid zijn. Verpleegkundigen zullen de proef begeleiden.

Vraagstukken

Ik zag direct haken en ogen. Hoe zit het met de aansprakelijkheid? Stel een lieve dochter maakt een medische fout? Wie is er dan aansprakelijk? Wat gebeurt er als iemand die in de bijstand zit enkele uren in een ziekenhuis bij opa bijspringt? Wordt dit dan gezien als ‘werk’ of niet? En als het geen werk is, wat is het dan wel? Hoe gaat de belastingdienst om met verleende zorg in het ziekenhuis? Is daar wel over nagedacht? Het artikel vermeldt dat de verpleegkundigen de patiënten blijven verzorgen als familieleden dat niet willen of kunnen. Maar, vraag ik me af, komt er niet toch enige druk op je te staan terwijl je zo ‘nietsdoend’ bij je familielid op bezoek gaat? Of tref je je lieve familielid net wat hongeriger en onverzorgder aan?

Van alle markten thuis?

Mijn fantasie ging ook verder met de basisgedachte. Ik kon me voorstellen dat de garagehouder waar ik mijn auto breng zou zeggen: “Prima idee, meehelpen. Ik verwacht u of een familielid om precies 8.00 uur op de brug morgen.” De tuinman zou me instrueren om, na andere schoenen te hebben aangetrokken, mee te helpen de tegels uit de tuin te verwijderen. “Dat deel kunt u best zelf. Ik zal het u eerst voordoen.” De tandarts zou me oproepen om mijn eigen man een verdoving toe te dienen. “Het is niet moeilijk. U moet hem wel even instrueren stil te blijven zitten.” Op de radio dezelfde dag hoorde ik in een inbelprogramma de reactie van diverse artsen en verpleegkundigen. Zij vonden het een heel slecht plan.

Katrijne Bezemer
voorganger van Voorburg-Sassenheim en Zuid-Kennemerland

Meer blogs …

De vergeten moedergodin

Op een van mijn strooptochten in kringlopen trof ik een boekje met de titel “De vrouw in het sprookje” aan. Het was geschreven door Marie-Louise von Franz, de naaste medewerker van C.G. Jung, en zij behandelt in het boekje acht sprookjes, waarvan het eerste Doornroosje. De inhoud van dit sprookje in enkele zinnen:

Een koning en koningin krijgen na jaren hun kinderwens vervuld. De koningin brengt een beeldschoon meisje ter wereld. Een boze fee spreekt een vloek uit: “Op haar vijftiende verjaardag zal de prinses zich prikken aan een spinnewiel en sterven”. Een andere fee verzacht de vloek: “Sterven zal ze niet, maar wel honderd jaar slapen”. Aldus geschiedde. Het meisje prikt zich, iedereen in het paleis valt in slaap en honderd jaar later kust een prins het meisje wakker.

De boze fee was niet uitgenodigd voor de kraamvisite, ontsteekt daarover in woede en spreekt de vloek uit dat het meisje zal sterven. Hier duikt het motief van de vergeten moedergodin op. De genegeerde moedergodin is buitenstaander geworden. Volgens von Franz raakt dit beeld vrouwen onbewust.

Blijkens de historie van het westerse christendom is dat niet denkbeeldig. In dat christendom wordt een God-Vaderfiguur aanbeden die zich in zijn zoon Christus incarneert en ook de Heilige Geest is. Maar binnen voorchristelijke beschavingen speelde de moedergodin een belangrijke rol. In het officiële christendom echter, werd het bestaan van de moedergodin genegeerd. Zij kreeg later weer de gestalte van de Maagd Maria, maar aan haar werden alleen die eigenschappen toegedicht die door mannen als wenselijk werden gezien. In de christelijke patriarchale traditie ontbreekt daarom een religieus symbool voor de vrouw. Zij is de vergeten moedergodin en het is niet ondenkbaar dat dat mede de oorzaak is van de zoektocht van vrouwen naar het wezenlijke van hun vrouw-zijn.

Johan de Wit
voorganger Zeist

Meer blogs …

Vraagstukken rond de vakantie

Duurzaam reizen

Op vakantie gaan is ook niet meer hoe het was. Terwijl we vroeger zonder verdere diepe gedachten ons met vliegtuig, boot of andere op pad begaven, moet nu over het vervoer danig nagedacht worden. Ik ken inderdaad mensen die het idee dat we zomaar met de auto gaan vreselijk vinden. Ze trekken dan een pijnlijk gezicht. Verspilde benzine, broeikasgassen, verhitting van de planeet. Reizen moet met de trein of ander openbaar vervoer en over de grond. Hoe zuinig we ook op onze auto’s zijn, die nog uit de vorige eeuw stammen, dat speelt daarin geen rol!

Morele vragen

En dan hebben we het nog niet over de bestemming zelf gehad. Zelf hadden we als eens bepaald dat we niet meer naar landen gaan waar echt grote armoede heerst. Waar we steeds mensen met honger zien die we niet afdoende kunnen helpen. Ook gebieden waar je steeds mishandelde dieren tegenkomt schuwen we vanuit onszelf al. Maar tegenwoordig moet je ook met de regeringen van landen rekening houden. Er moet in een land ruimte zijn voor mensen van alle kleur, geaardheid en achtergrond. Anders moet je het land niet bezoeken, vinden velen. En dan nog iets: Wat eet je buiten de landsgrenzen? Is het eten wel klimaatneutraal, duurzaam, biologisch, diervriendelijk en voor een eerlijke prijs vervaardigd? Heeft het voedsel niet onnodig ver ‘gereisd’. Ook dat zijn vragen die een antwoord verdienen.

Een rustige vakantie

Je wilt dat natuurlijk niet als eerste noemen maar bij dit alles speelt dan ook nog iets heel anders mee. Je wilt niet ergens heen waar je door een overstroming, een hittegolf, grote brand of andere ramp wordt overvallen. Stel je voor dat je met sirenes vanuit je vakantiegebied geëvacueerd moet worden. Dit alles bedacht hebbende: wij gaan in elk geval ook weer naar Frankrijk. Daar gebeurt van alles maar je bent ook zo weer thuis. Daar zijn in de musea altijd wel weer bijzondere tentoonstellingen te bezoeken. In de zomer worden daar ook geregeld op onverwachte plekken in parken en kapellen concerten gegeven. Je loopt er langs en kunt blijven kijken of luisteren. En je kunt dat allemaal ook gewoon niet doen.

Katrijne Bezemer
voorganger van de afdelingen Voorburg/Sassenheim en Zuid-Kennemerland

Meer blogs ….

Huurders

Ieder jaar opnieuw bieden mijn vrouw en ik een bescheiden woonruimte te huur aan. Meestal is daar belangstelling voor. Over het algemeen gedragen deze tijdelijke huurders zich netjes. Het zijn geen asocialen die van de gelegenheid gebruik maken. Maar van de huurpenningen zie ik niets terug. Desalniettemin beleef ik toch wat vreugde aan hun aanwezigheid. Sterker nog iedere keer dat mijn bescheiden woonruimte door mijn huurders in bezit is genomen krijg ik een demonstratie in goed ouderschap.

De vader is onvermoeibaar van de vroege morgen tot de late avond in de weer voor zijn gezin. Echt heel bijzonder. En dan denk ik weleens waar vind je dat nog? Zeker in een tijd waarin maaltijden op school worden aangeboden, omdat de kinderen slecht kunnen leren met een lege maag. Oke. Er moet ook nog gewerkt worden. En dat is een noodzaak. Maar de toewijding van mijn vader huurder is indrukwekkend.

Ik hoef u niet uit te leggen dat mijn huurders mezen zijn. Eerst nemen ze het nestkastje in ogenschouw. Als het is goedgekeurd bouwen ze een nest. Ook dat is een wonder van toewijding. Op de een of andere manier ziet het mezenpaar kans om zodanig materieel te vergaren dat als het ware een donzen bed ontstaat. Hierop kan moedertje met een gerust hart haar eitjes leggen.

Terwijl moeder broedt zorgt vader voor de voedselvoorziening. Maar die bezigheid wordt intensiever als de jongen geboren zijn. Dan begint voor vader de drukste tijd. Onvermoeibaar draagt hij kleine insecten aan om zijn kinderen te voeden. En dan opeens is er een vreemde rust. Alsof er niemand meer woont, het huis is verlaten. De vogels zijn uitgevlogen. Even gemakkelijk als vader zorgde neemt hij nu de houding aan van probeer maar op eigen vleugels te vliegen. Hij blijft nog even in de buurt om zo nodig de helpende vleugel te bieden.

Belangeloos zich inzetten voor het nageslacht. Dat is ieder jaar weer de spiegel die deze simpele vogeltjes mij voorhouden. Het blijven zorgen voor die ander, die je nooit meer zult zien. Zorgen dat je hem of haar alles meegeeft wat in je vermogen ligt. Is dat niet zingeving optima forma?

Dat is de les die eenvoudige vogeltjes mij voorhouden. Denk eens om de kinderen. Het is eigenlijk een plicht. Op een gegeven moment vliegen ze uit, maar aanvankelijk ben je in de buurt om, als dat nodig is de helpende hand te bieden.

Wouter B. Blokhuis

Meer blogs …

Dagelijkse bemoediging

Deze week bezocht ik een mini-symposium onder de naam ‘Een bemoediging voor elke dag’ bij de Abdij van Egmond. Na een wat chaotische rit in harde regen drong opeens een zilte zeelucht de auto binnen. Ik reed langs duinpannen waarachter kleine bollenvelden lagen. De abdij stamt uit de middeleeuwen maar is na gedeeltelijke verwoesting in de 16-e eeuw in de 19-e eeuw herbouwd. Wij ontmoetten in een bijgebouw van de abdij waar ook een boekhandel, café en een winkel voor streekproducten gevestigd was. Het thema van de middag, troost en bemoediging, werd breed benaderd. Hopelijk brengen geestelijk verzorgers en voorgangers deze aan mensen in hun werk.

Je eigen troost vinden

Marinus van den Berg, oud pastor en geestelijk verzorger en Elsbeth Littooij, geestelijk verzorger en voorzitter Werkvelden VGVZ bestuur, hadden het woord. Veel eigen ervaringen van wat wij in onze gemeenschappen ‘bezoekwerk’ noemen, werden gedeeld. Hoe kom je binnen, ga je direct zitten of vraag je waar dat past? Wat betekent het als je iemand toeknikt? Wat denkt diegene zelf wat het betekent? Hoe lang duurt het voordat iemand zich vertrouwd voelt met jou en andersom. Wat biedt troost? Een interessante conclusie was dat het aandachtig luisteren naar iemand er naar kan leiden dat diegene zijn eigen bemoediging of troost ontdekt. Zijn niet alle cliché troostende woorden van buitenaf zoals: ‘de tijd heelt alle wonden’ (wie heeft dat bedacht!), of: ‘gelukkig heb je nog veel om dankbaar voor te zijn’, of: (nog erger) ‘uiteindelijk is het toch Gods wil’, lege hulzen? De eigen gevonden bemoediging heeft dit uiteraard niet.

Een tekst voor iedere dag

Het eerste exemplaar van de scheurkalender 2024 werd vervolgens uitgereikt met voor iedere dag een inspirerende bijbeltekst. Voor ouderen maar toch ook wel voor jongeren. Ook jongeren kunnen pijn en tegenslag meemaken. Elsbeth Littooij gaf hier voorbeelden van. Ze verraste ons door prachtig delen van psalmen voor ons te zingen. Belangrijk is om verdriet en lijden niet te ontkennen want pas als deze, ‘er mogen zijn’, is ook een nieuw perspectief mogelijk. Tot slot luisterden we naar het lied van Lennard Cohen, Anthem, met de zin: “There is a crack in everything, that’s how the light gets in”. Een prachtige middag.

Katrijne Bezemer
voorganger van vrijzinnigen Voorburg/Sassenheim en Zuid-Kennemerland en geestelijk verzorger

Meer blogs …

Merel

Daar was hij weer. De zwarte vogel met de gele snavel. En hij wilde dat wij ons realiseerden dat hij nu de boventoon voerde. Op de nok van het huis gezeten zong hij zijn lied. Zong hij zijn lied of was het meer een boodschap? Toen het stil werd en het begon te schemeren twijfelde ik. Omdat hij zong met pauzes en in die pauzes hoorde ik in de verte een antwoord. Een andere merel reageerde. Het was eerder alsof mijn merel berichten uitwisselde met een collega merel. Of was het alleen maar een boodschap die inhield als je dit kunt verstaan dan ben je op mijn territorium.

Er zullen ongetwijfeld wetenschappers zijn die precies weten wat de merel bedoelt te zeggen met zijn lied. Maar dat is niet de essentie van mijn verhaal. Wat ik bedoel is Het genieten op een avond in de lente van iets wat de natuur ons geeft. Afgezien van het feit dat het gratis is, je hoeft er niets voor te betalen. Gewoon maar gaan zitten en luisteren. Is er niets mooiers? Wij mensen zijn altijd geïnteresseerd als we iets kosteloos kunnen verwerven. Maar voor de natuur hebben we geen aandacht. We maken ons wel zorgen om een bepaald plantje dat we natuurlijk niet zelf kweken. Echter op een zwoele lenteavond stil genieten van de vogelgeluiden is wat veel gevraagd.

Overigens, een merel groeit maar niet zomaar op. Eenmaal uit het nest gevallen, zeurt het jong om eten. En dan komt de opvoeding om de hoek kijken. En die is harder dan menig mensenouder zich durft te permitteren. Niet zeuren is de boodschap. Wie dat overleeft mag uiteindelijk hoog in een boom, of op de nok van een huis zitten zingen. Wat de betekenis ook is, het is voor ons mensen het luisteren waard.

Een eenvoudige scene uit het dagelijkse leven stemt tot nadenken. In ons dichtbevolkte landje is natuur een schaars goed. Wij zijn echter niet alleen op deze planeet. Er zijn nog talloze schepsels die een plaatsje op deze wereld willen hebben. Samen met ons mensen. Zo’n plaatsje schep je door te luisteren op een zwoele lenteavond. Je komt tot rust en geeft de vogel een plek. Onnodig dat je dan met zingeving bezig bent. Natuur is niet aan parken of dierentuinen gebonden. Natuur is om je heen, zelfs in ons dichtbevolkte landje, als je er maar oog voor hebt.

Wouter B. Blokhuis

Meer blogs …

Een mooi project

De geschiedenissectie van het Veurs Lyceum in Leidschendam had een bijzonder project georganiseerd waar ik aan meewerkte. Representanten van divere religies en levensbeschouwelijke organisaties waren uitgenodigd om iets over henzelf aan brugklassers te vertellen. De leerlingen zouden de levensbeschouwingen ordenen en die in een venndiagram zetten. Ik was gevraagd om het protestantisme te vertegenwoordigen. Er was een katholiek collega, maar ook een andere protestantse collega (hoewel niet vrijzinnig protestant). Er was een iman, een pandit, twee rabbijnen en een vertegenwoordiging van het humanisme en het universeel soefisme.

Verschillende achtergrond

Ik zag aan de kinderen dat de opzet wel in goede aarde zou vallen. De kinderen hadden duidelijk heel verschillende achtergronden. Naast meisjes met lang loshangend haar waren er ook meisjes met hoofddoek, bedekt in lange rokken tot de grond. Er waren diverse kinderen met niet witte huidskleur, allemaal broederlijk en zusterlijk naast elkaar. Het zou mooi zijn als dat zo zou blijven, ook als ze de schooljaren vaarwel hadden gezegd. Uiteraard had ik mijn verhaal, dat steeds maar 20 minuten mocht duren over het protestantisme, gesimplificeerd.

Kennismaking met elkaar

“De katholieke priesters trouwden niet. Protestantse predikanten, ook vrouwen, mochten wel trouwen en droegen meestal zwarte toga’s, een soort jurk of mantel in de kerk”, vertelde ik. Het vrijzinnige liet ik maar even helemaal weg. Een meisje stelde als vraag: “Waarom moet je zo’n zwarte jurk aan en kun je geen gezellige jurk met bloemen aan?“ “Het zijn vaak ook gewoontes”, zei ik. Misschien had ik ook beter het woord ‘jurk’ niet voor toga moeten noemen. “Waarom vloeken sommige mensen zo, en noemen ze God of Christus in hun vloek?”, vroeg een ander. Uiteraard keek ik gepast zorgelijk bij die vraag. Aan het eind van een les kwamen enkele leerlingen mij bedanken. “Ik ben protestants”, zei een meisje daarbij. “Maar”, zei ik, “dan wist je toch alles al?” “Ja, maar u vertelde het zo mooi”, zei ze. Na de bijeenkomst zagen de representanten elkaar ook nog even. Ieder was opgetogen over het project en de verbroedering die het project beoogt. “Volgend jaar weer?” “Ja zeker!”

Katrijne Bezemer
voorganger van Zuid-Kennemerland en Voorburg-Sassenheim

Meer blogs …

Paasverhaal

Pasen is in de christelijke wereld het feest van de wederopstanding. Het doet er niet toe of je protestant of katholiek bent, wederopstanding is het motief van Pasen. Soms is een mens vergelijkbaar met de ongelovige Thomas, in die zin dat hij bevestigd wil zien dat wat hij gelooft door een teken. Iets tastbaars is ook goed, als het hem maar bevestigt dat hij op de goede weg is.

Scheepsklok

Omdat ik er vol van ben wil ik u daarover vertellen. Bij mij aan de muur hangt een scheepsklok. U weet wel, zo’n klok in een messing huis, met romeinse cijfers die de uren aanduiden. Een seconden wijzer completeert het geheel. Tweemaal per jaar gaat het deksel open, namelijk om de klok gelijk te zetten met de zomer- of wintertijd. Een scheepsklok vraagt u, bij een uitgesproken landrot? Dat zal ik uitleggen.

Camper

Toen ik met pensioen ging, was de keus: een boot of een camper. Zelf voelde ik wel voor een boot. Het huwelijk bestaat echter uit twee personen, dus had mijn vrouw een gewichtige stem. ‘Als jij zo nodig moet varen, dan ga je maar alleen.’ Dat was duidelijke taal. We hebben prachtige reizen gemaakt en veel van Europa gezien. Ergens had ik toch een gevoel van jammer, en daarom heb ik de scheepsklok een plaatsje gegeven in de camper.

Nu heb ik de camper niet meer, en hangt de klok aan de muur. En toen kwam de zomertijd. Gelijkzetten lukte wonderwel, maar de klok vertikte het om te lopen. Misschien is het batterijtje op, dacht ik hoopvol. Maar een vers batterijtje bood geen soelaas. De klok liep niet. De volgende dag beide batterijtjes getest, beide waren goed. Dan blijft er niets over dan de klok naar de klokkenmaker te brengen.

Maar mijn enthousiasme was niet groot. Voelde ik wat er komen ging? De klok hing er een week, zonder een poging tot lopen te ondernemen. Maar in de nacht van zaterdag op eerste paasdag gebeurde het. Hij ging spontaan lopen. Bij het openen van de gordijnen zag ik het. En hij loopt nog.

Paasfeest

Voor mij kon het paasfeest niet meer stuk. Het is raar, maar een mens heeft soms een vingerwijzing nodig. Daarmee wordt hij gesterkt in zijn levensbeschouwing. Die vingerwijzing komt soms uit een onverwachte hoek. Je moet er oog voor hebben, en erop voorbereid zijn dat het kan komen.

Wouter B. Blokhuis

Meer blogs …

Ik weet het ook niet meer

Mythe of waarheid

De discussie over het wel of niet wijzigen van uitdrukkingen in de boeken van Roald Dahl, wat veel opwinding veroorzaakte, riep bij mij allerlei vragen op. En die vraagstukken zijn helemaal niet zo simpel te beantwoorden. Ik heb veel boeken en veel hadden er, als er met een moderne stofkam door mijn boekenkast heen was gegaan, niet meer gestaan. Om verschillende redenen. Het is zowaar nog ingewikkeld! Ik heb bijvoorbeeld een boek over mythen en sagen. Daar staat onder andere de mythe in van de geboorte van Boeddha. Maya, de moeder van  Boeddha, droomde dat een witte olifant, in welke gedaante de Boeddha geestelijk verbleef, haar zijde aanraakte. Tien maanden later werd Boeddha van onder haar rechterarm geboren. Wat niet in dat boek staat is het geboorteverhaal van Jezus Christus uit de maagd Maria. De schrijvers zagen dat laatste geboorteverhaal namelijk niet als een mythe maar als een waarheid. Moet nu een dergelijk mythologieboek gecensureerd worden omdat er een blanke superioriteitsvisie aan ten grondslag ligt?

Vrouwen en koloniën

Ik heb ook een wat oudere 20e eeuwse encyclopedie. Er staan opvallend weinig vrouwen in genoemd. Moet nu die encyclopedie weg?  In mijn kunstboeken, ook die van de laatste jaren, staan daarentegen juist wèl weer relatief veel afbeeldingen van vrouwen. Maar dat betreft ook veel vrouwelijke naakten. Daar zijn ‘voldoende’ vrouwen te zien maar weer niet op de ‘gewenste manier’ weergegeven!  Moeten musea deze ‘pornografie’ nog wel vertonen? Diverse oude kinderboeken die ik nog bezit zijn hoogstwaarschijnlijk ook niet in orde. Ot en Sien houden zich in het boek van Jan Ligthart  ‘Ot en Sien in Nederlands Oost-Indië’, onbeschaamd in de vroegere kolonie op. Vader draagt witte tropenkleding. De mooie illustraties van C. Jetses hebben een nostalgische waarde maar het boek bevestigt ook vreselijke scheve verhoudingen tussen mensen. Kun je die boeken niet beter uit de handel halen? Je kunt hier vanuit diverse invalshoeken over denken. Wat voor de één goed en ‘bevrijdend’ is, is voor de ander griezelig en ‘beklemmend’. Ik weet geregeld niet meer wat ik zelf ergens van vind.

Katrijne Bezemer
voorganger in Zuid-Kennemerland en Voorburg

Meer blogs …

Vlek

Er zit een vlek op je broek. Een weinig vleiende opmerking, gemaakt op een bijna verwijtende toon. Schuldbewust kijk ik naar de aangegeven plek des onheils. En jawel, ontkennen helpt niet, er prijkt een vlek op mijn broek. Dat het mannen eigen is om het met eten niet zo serieus te nemen, werkt ook al niet in mijn voordeel. Andere smoezen, zoals ja maar ik had ook geen servet, werkt ook niet. Tenslotte voer ik mijn leeftijd nog op, maar dat werkt slechts averechts. Moet ik dan een schort ombinden? Tja, dat wil ik ook niet. Als iets stigmatiserend is, dan is het wel een extra kledingstuk. Ach, de broek gaat in de was en de producten van Unilever maken de vlek weer weg.

Vlekje op de ziel

Iets anders is een vlekje op je ziel. Dat is gemakkelijk te verdoezelen, maar wegwerken is een ander verhaal. Nu helpen de producten van Unilever niet, en gebruiksaanwijzing is er niet. Het is niet zichtbaar, dus je hoeft het niet te tonen. Er is niemand die de vlek constateert. In eerste instantie. Maar als iemand je beter leert kennen, kan het maar zo zijn dat hij zegt ‘een aardige vent, maar er klopt iets niet’. Misschien wil hij erover praten, misschien ook niet. Juist omdat het wel een aardige vent is, zal ik wel eens een balletje opgooien.

 Zo’n relatie is als het ware de producten van Unilever voor de ziel. Praten is namelijk heilzaam. Erover praten vergt moed. Juist als je iemand iets beter leert kennen gebeurt het maar al te vaak dat je zegt: aardige vent, maar er is iets.

Praten vergt nog iets: luisteren. Niet iedereen kan dat. Gezellige praters zijn vaak slechte luisteraars. Vooral in deze tijd geldt wie het hoogste woord heeft, die wordt geloofd. Toch heeft het zin eens even je mond te houden en naar de ander te luisteren. Het is merkwaardig, maar je stijgt in aanzien als je ook kunt luisteren.

Even een vlekje wegwerken, zo luide een drankreclame in vroeger tijden. Zo simpel is het echter niet. Zit het vlekje op je broek, dan is het een kwestie van samenwerken met Unilever. Zit het vlekje op je ziel, dan is in het gunstigste geval een ontmoeting met iemand die begrijpt wat zingeving is de oplossing. Wat dat betreft schuilt er in ieder van ons een ‘oplosser’ als we maar willen luisteren naar wat de ander te zeggen heeft.

Wouter B. Blokhuis

Meer blogs …