Voor wie bent U?

Geen tijd!

Ik sta net met mijn portemonnee in de hand bij de parkeerautomaat aan de Boerhaavelaan in Leiden als ik word aangesproken. “Mogen we u iets vragen,“ vraagt een jongen uit een groepje van vier. Ze zijn zo 16 jaar en hebben een migratie-achtergrond. “Nee niet nu, ik heb geen tijd”, zeg ik. Maar als de autozaken zijn geregeld besluit ik toch naar hen toe te lopen. Zo lang hoeft dit toch niet te duren.

In gesprek

“Wat wilde je vragen?” De jongen kijkt blij. “Voor wie bent U in Gaza?”, vraagt hij. “Ik denk niet zo in twee partijen. Ik vind het vreselijk als wie dan ook maar, andere mensen zo doodmaakt,” zeg ik. “Ik denk ook niet in twee groepen”, zegt de jongen. “Zijn jullie ook erg geschrokken van wat jullie zien en horen?“ Dat beamen ze. “Wat zou u doen als ze bij wijze van spreken zomaar uw huis binnen zouden komen en een kamer daarvan innemen?”, vraagt een van de andere jongens. “Je bedoelt, dat de Joden dat gedaan hebben met de Palestijnen,” zeg ik. Drie jongens kijken hun klasgenoot bewonderend aan. “De Joden zijn hier in de oorlog op een afgrijselijke manier behandeld en vermoord”, zeg ik. Gelukkig ontkennen ze dat niet. “Israël bombardeert onschuldige burgers”, zegt een ander. “Dat is toch erg.” “Ja, heel vreselijk. “Hamas had in de kibboetsen niets te zoeken”, zeg ik, “Ze hebben daar zomaar mensen vermoord.” Was er nu even een stilte zonder begrip? We staan daar met zijn vijven, allen wat somber. Dat verbindt ons. “Dank u wel”, zegt de jongen die me in eerste instantie aansprak. “Het beste jongens, dag!”

Opnieuw kijken

Aan het begin van de straat staat een standbeeld van Herman Boerhaave (1668-1738). Het ‘kijkt’ richting Leidsch Universitair Medisch Centrum. Boerhaave ging als hoogleraar en arts als eerste met studenten in opleiding langs de zieken. Hij voerde als het ware de co-schappen in. Studenten mogen niet afgaan op oude ideeën, boekenkennis of ‘hear-say’, vond hij. Ze moeten zelf oordelen en zelfstandig feiten onderzoeken. Het gaat om waarheid. Boerhaave werd ‘de leermeester van Europa’ genoemd.

Katrijne Bezemer
voorganger van Voorburg/Sassenheim en Bloemendaal

Meer blogs ….

Het menselijk gelaat

In de afgelopen maand werd er opnieuw veel gesproken over groepen: ‘de Israëliërs’, ‘de Palestijnen’. Je bent vóór de één en fel tégen de ander.
Bij de aanslag van Hamas werden ten minste 1.300 Israëliërs op gruwelijke wijze vermoord, waaronder 220 soldaten en 45 politieagenten en er waren meer dan 3.400 gewonden. Tweehonderd mensen werden ontvoerd en gegijzeld. Maar deze barbarij is voor de Israëlhaters een bijzaak, iets waar ze het niet over willen hebben. Een analist in een populaire talkshow zei zelfs: “De Joden hebben er wel een beetje om gevraagd…”

Bij de strijd tegen Hamas in de Gazastrook zijn op het moment dat ik schrijf 5791 Palestijnen om het leven gekomen, onder wie 2360 kinderen en 1292 vrouwen. Er zijn al meer dan 15.000 gewonden. Maar deze niet-proportionele geweldspoging om de terreurbeweging uit te schakelen is iets waar in Israël zelf en door westerse politici liever van wordt weggekeken. Zijn ze niet zelf verantwoordelijk voor deze ellende, Israël heeft het recht zichzelf te verdedigen.”

Maar het gaat in alle gevallen om mensen. De tranen staan in mijn ogen als ik op tv een moeder hartverscheurend zie huilen omdat haar man vermoord is en haar dochter is weggesleept naar één van de tunnels onder Gaza terwijl haar ouders eens werden omgebracht in de Holocaust. Ik zie niet een Israëliër, ik zie een mens.

De tranen staan in mijn ogen als ik de radeloosheid zie in de ogen van zovelen in Gaza omdat ze al zo lang opeen gepakt zitten in één groot kamp, omringd door dood en vernietiging en waar ze willens en wetens verstoken blijven van water, gezondheidszorg en elektriciteit. Ik zie niet Palestijnen, ik zie mensen.
Wat valt er nu partij te kiezen? Welk doel dient het om de ene of de andere vlag te hijsen? Er zijn aan twee kanten zoveel mensen gedood, gewond, voor hun verdere leven getekend door trauma. Het gaat om mensen. Op hun gezicht zie je peilloos verdriet, wanhoop, pijn. Niet dat ze tot een bepaalde groep behoren. Zouden mensen van beide vijandelijke groepen elkaar wel eens in de ogen zien en tot zich laten doordringen dat ze een medemens zien, ‘die is zoals ik’?

Er is een experiment dat in de psychologie wordt beschreven als een van de moeilijkste experimenten: kijk eens een ander vier minuten onafgebroken in de ogen. Dat brengt mensen dichter bij elkaar dan welk contact ook. Amnesty International heeft een video gemaakt waarin een aantal Europeanen vier minuten lang in de ogen kijken van vluchtelingen die nog geen jaar in Europa wonen. Amnesty hoopt met de video te laten zien dat we voorbij grenzen moeten kijken en elkaar meer moeten gaan zien voor wat we zijn: geen buitenlander, asielzoeker of vluchteling, mindere of meerdere, maar als mens. Bekijkt u eens dit filmpje op internet: ‘Look Beyond Borders’.

De Joodse filosoof Emmanuel Levinas (1906-1995) schreef over Het gezicht van de Ander: “De verschijning van het weerloze gelaat van de Ander kan mij ertoe bewegen de zorg voor het eigen ‘zijn’ te vergeten, de Ander doet dan, met andere woorden, een appèl op mijn verantwoordelijkheid.” Je wordt mens door een ander in de ogen te kijken. Aan fysiek geweld, aan het beroven van iemands vrijheid gaat dus, volgens Levinas, een fundamentele andere vorm van geweld vooraf: het ontwijken van de blik van de ander, de ontkenning van het gelaat. “Het gelaat toont, net als de naakte gestalte, de menselijke kwetsbaarheid. Het gelaat roept, vanwege de onmiddellijke kwetsbaarheid die het toont, op tot mededogen.”

Peter Korver
voorganger Majellakapel in Naarden-Bussum

Meer blogs …

Duurzaam leven

Oefenen in zelftucht

Als vrijzinnigen Nederland willen we van betekenis blijven voor de toekomst. Van belang is daarvoor om aan te sluiten bij het hedendaagse levensgevoel. Duurzaam leven is een duidelijk herkenbaar onderwerp. Ik heb al eerder in mijn blogs iets over denkbeelden van oude christelijke groeperingen geschreven, die van betekenis kunnen zijn voor onze tijd. De meest duidelijke en misschien wel nuttige lijn ligt op het terrein van de ascese. Het woord ascese, afkomstig uit het Oudgrieks kun je simpel vertalen met ‘zelftucht’. De ascese ontstond binnen het sportmilieu van de Grieken waarbij sporters zich hardden voor de lichamelijke strijd.

Bedachtzaamheid

Vanaf het begin van het christendom waren er altijd sekten en personen die het ideaal van de ascese volgden. Ze meenden dat lichamelijke tucht en het afstand doen van de geneugten van het lichaam, heiligheid zou stimuleren. Dus weinig eten (w.o. vaak geen vlees eten), geen alcoholische drank en seksuele onthouding. In feite afstand doen van alles wat het leven comfortabeler maakt. Dit soort ascese vind ik te extreem. Maar de ascese biedt ook de mogelijkheid de zelftucht op een breder terrein te zien. Ascese kun je vertalen als ‘bedachtzamer omgaan met wat alles wat je omringt.’ Op elk terrein.

Brede ascese

Je hoeft niet de opruimgoeroe Marie Kondo te volgen om te zien met hoeveel ‘dingen’ we ons leven delen. En hoeveel dat eist van onze omgeving, grondstoffen en natuur. Heb je nodig wat je koopt?  Zorg je goed voor wat je hebt? Loop je even extra naar de glasbak? En hoe ga je om met de mensen die je omringen? Ruim je geest op dat gebied ook eens op. Ten eerste zijn daar natuurlijk je familie, vrienden en kennissen. Maar dan volgen al die anderen. Mogen die er zijn? Mensen die je langs ziet lopen. Mensen in de rij bij de kassa. Mensen in de auto’s onderweg. Denk je ooit iets aardigs over hen zoals: “Ik hoop dat het je goed gaat”, in plaats van: “Je staat daar wel erg in de weg”. En dan de dieren en planten … Dat soort ascese spreekt me wel aan! Er is dan steeds weer veel te oefenen en leren.

Katrijne Bezemer
voorganger van de afdelingen Voorburg/Sassenheim en Zuid-Kennemerland

Meer blogs …

Hoop

Hoe zullen historici later de jaren 2000/2023 typeren? Het lijkt er wel op of er in deze periode geen einde komt aan alle rampspoed die de wereld teistert. Nu weer oorlog tussen de staat Israël en de Hamasbeweging, met al het menselijk leed dat daarmee gepaard gaat. De beelden zijn hartverscheurend en verdriet en machteloosheid overvallen je.

Daarnaast nog meer verontrustende ontwikkelingen. De oorlog van Rusland (Poetin) tegen Oekraïne duurt nu al bijna twee jaar en het einde is nog niet in zicht. Ook hier is het menselijk leed dat erdoor wordt aangericht overweldigend in zijn meedogenloosheid ten opzichte van de burgerslachtoffers. De mensenrechtenschendingen in regimes als die van Saoedi-Arabië, Afghanistan en Iran duren voort en er lijkt niets tegen te doen. In de Afrikaanse landen is het niet veel beter en er is hongersnood en burgeroorlog in landen als Soedan en Ethiopië.

Ook de natuur laat zich van een grimmige kant zien. Aardbevingen, overstromingen, grote bosbranden, orkanen en hittegolven op niet verwachte tijdstippen.

Zorgen, zorgen en nog eens zorgen. Is er dan niets positiefs zeggen over deze tijd?

Enigszins paradoxaal kun je zeggen dat juist de zorgen die wij ons maken, ook iets positiefs hebben. Want het betekent dat wij ons niet willen neerleggen bij een wereld die inhumaan is en geen recht doet aan de beginselen van het Evangelie zoals dat ons is overgeleverd. Wij willen de wereld anders en daarvoor hebben wij de hoop.

De hoop dat ooit, als wij daarnaar blijven streven, door mensen zal worden ingezien dat we niet kunnen volstaan met schouderophalen in het aangezicht van alle rampspoed die er is. Cynici mogen dan zeggen dat hoop niets anders is dan uitgestelde teleurstelling, maar daar ga ik niet in mee. Ik zeg liever: hoop verloren is al verloren.

Johan de Wit

Religieuze ervaringen

Leren van de meester

In mijn jeugd keek ik geboeid naar het televisieprogramma Kung Fu. Daarin speelde David Carradine de rol van Kwai Chang Caine die als kind in een shaolinklooster verbleef waar hij naast kung fu allerlei diepe wijsheden van een Chinese boeddhistische monnik leerde. De televisieafleveringen liepen meestal uit in een kung fu gevecht. Maar het waren de gesprekken van meester en leerling die mij aanspraken. Dat je als mens zo’n meester zou ontmoeten en zulke diepe inzichten zou verkrijgen! In de christelijke kerken lag de aandacht op het aannemen van denkbeelden en niet bij het jezelf in iets oefenen. Dat tekort heb ik zelf door de jaren aangevuld met vele cursussen op terreinen van new age, meditatie methoden en andere. En ja, dat ook gekoppeld aan langdurige studies zoals in de gnostiek.

Analyse van de westerse zoektocht

De filosoof Stine Jensen beschrijft in Go East (Ambo 2015) hoe de keuze ‘om iets te willen leren’ mensen nog steeds wegvoert van het christendom. Zelf ging zij lessen volgen in kundalini yoga waar ze ook werkelijk goed in werd. Als filosoof kon ze ook zichzelf analyseren. Ze zag dat de gelovige uitlatingen naar een God, die ze vanuit haar achtergrond ‘onacceptabel’ had gevonden, als onderdeel van een Oosterse training wel konden. Dat miskent helaas toch aspecten van de christelijke erfenis die heel waardevol en van betekenis zijn. Het zoeken naar het spirituele lijkt tegenwoordig nog meer dan in de jaren ‘70 en 2015 geworden tot: a) Nieuwe dingen leren. b) Je oefenen in iets. c) Ervaringen opdoen.

Mediteren met geiten

De spirituele draai die aan de zingeving wordt gegeven mag heel ruim zijn. Bij een boerderij in Brabant bijvoorbeeld bieden ze vakantiegasten: schilderen en koken, klankschalensessies, aura lezen, yoga, mediteren met geiten, paarden-coaching en verblijven in een mais-doolhof. Je kunt daar natuurlijk wat geringschattend over doen maar ik kan me desondanks voorstellen dat je richten op klankschalen of in het mais-doolhof ronddwalen een bijzondere ervaring is. Sommige van onze eigen afdelingen hebben deze thema’s trouwens ook in hun programma staan! Met een geit mediteren lijkt me ook een gebeurtenis. Dat een boerderij nu de plaats van een kerk, tempel of moskee inneemt dat is echt vernieuwend!

Katrijne Bezemer
voorganger van Zuid- Kennemerland en Voorburg/ Sassenheim

Meer blogs …

De kracht van de mythe

Het kost voorgangers die in de vrijzinnigheid werkzaam zijn, nogal eens moeite om aan belangstellende buitenstaanders met een paar woorden duidelijk te maken wat de inhoud is van het vrijzinnig geloven. Als mij gevraagd wordt “wat voor kerk is dat eigenlijk, die geloofsgemeenschap van jullie?” maak ik me er meestal van af met een paar one-liners zoals: Wij nemen de bijbel serieus maar niet letterlijk. Jezus is niet de zoon van God, maar een bijzonder mens dat ons tot een humane levenshouding inspireert.

Een mager antwoord, dat niet wijst op een christelijke geloofsovertuiging. Want die overtuiging is geen kenmerk van vrijzinnigheid. In onze kringen is de overheersende opvatting dat de christelijke dogmatiek gebaseerd is op mythen en het niet zinvol is om de leerstelligheden die op basis daarvan zijn geformuleerd, als waarheidsgetrouw te beschouwen.

Intussen zegt wat in het christendom aan geloofsovertuigingen op formule is gebracht, wel iets over de zeggingskracht van de mythe. Want ook als je de mening huldigt dat een mythe niet meer is dan een door mensen bedachte verklaring is van wat zich tussen het goddelijke en menselijke afspeelt, dan nog blijft staan dat die mythen in staat waren om mensen tot concrete uitspraken over God en mens te brengen. En die mensen er ook toe heeft gebracht om enorme kathedralen te bouwen die hen dichter bij God moesten brengen.

Vrijzinnigen bouwen geen kathedralen. Ze moeten zich tevreden stellen met eenvoudige plaatsen van samenkomst, waarin gereflecteerd wordt op de broosheid van het bestaan en de verwondering over dit leven op aarde. Hun religie is ontdaan van hoogverheven dogmatiek, maar ze zingen toch nog vaak (christelijke) liederen die naar de band tussen God en mens verwijzen. En ook dat zegt iets over de kracht van de mythe.

Johan de Wit
voorganger  Zeist

Meer blogs …

Alle hens aan dek

Hulp in het ziekenhuis

Het St. Antonius Ziekenhuis in Nieuwegein gaat in het najaar een proef doen op twee verpleegafdelingen. Ze gaan familieleden van patiënten inschakelen bij de zorg. Ik lees dit in een artikel van Sven van Diepen en Lene Makkink. Het gaat dan bijvoorbeeld om bedden opmaken, kousen aandoen, sondevoeding geven en het geven van injecties (na instructie). Dit kan zorgen voor minder werkdruk bij de verpleegkundigen en betere kennis over de zorg die verleend wordt. Familie zou tegenwoordig al hinten dat ze tot deze hulp bereid zijn. Verpleegkundigen zullen de proef begeleiden.

Vraagstukken

Ik zag direct haken en ogen. Hoe zit het met de aansprakelijkheid? Stel een lieve dochter maakt een medische fout? Wie is er dan aansprakelijk? Wat gebeurt er als iemand die in de bijstand zit enkele uren in een ziekenhuis bij opa bijspringt? Wordt dit dan gezien als ‘werk’ of niet? En als het geen werk is, wat is het dan wel? Hoe gaat de belastingdienst om met verleende zorg in het ziekenhuis? Is daar wel over nagedacht? Het artikel vermeldt dat de verpleegkundigen de patiënten blijven verzorgen als familieleden dat niet willen of kunnen. Maar, vraag ik me af, komt er niet toch enige druk op je te staan terwijl je zo ‘nietsdoend’ bij je familielid op bezoek gaat? Of tref je je lieve familielid net wat hongeriger en onverzorgder aan?

Van alle markten thuis?

Mijn fantasie ging ook verder met de basisgedachte. Ik kon me voorstellen dat de garagehouder waar ik mijn auto breng zou zeggen: “Prima idee, meehelpen. Ik verwacht u of een familielid om precies 8.00 uur op de brug morgen.” De tuinman zou me instrueren om, na andere schoenen te hebben aangetrokken, mee te helpen de tegels uit de tuin te verwijderen. “Dat deel kunt u best zelf. Ik zal het u eerst voordoen.” De tandarts zou me oproepen om mijn eigen man een verdoving toe te dienen. “Het is niet moeilijk. U moet hem wel even instrueren stil te blijven zitten.” Op de radio dezelfde dag hoorde ik in een inbelprogramma de reactie van diverse artsen en verpleegkundigen. Zij vonden het een heel slecht plan.

Katrijne Bezemer
voorganger van Voorburg-Sassenheim en Zuid-Kennemerland

Meer blogs …

De vergeten moedergodin

Op een van mijn strooptochten in kringlopen trof ik een boekje met de titel “De vrouw in het sprookje” aan. Het was geschreven door Marie-Louise von Franz, de naaste medewerker van C.G. Jung, en zij behandelt in het boekje acht sprookjes, waarvan het eerste Doornroosje. De inhoud van dit sprookje in enkele zinnen:

Een koning en koningin krijgen na jaren hun kinderwens vervuld. De koningin brengt een beeldschoon meisje ter wereld. Een boze fee spreekt een vloek uit: “Op haar vijftiende verjaardag zal de prinses zich prikken aan een spinnewiel en sterven”. Een andere fee verzacht de vloek: “Sterven zal ze niet, maar wel honderd jaar slapen”. Aldus geschiedde. Het meisje prikt zich, iedereen in het paleis valt in slaap en honderd jaar later kust een prins het meisje wakker.

De boze fee was niet uitgenodigd voor de kraamvisite, ontsteekt daarover in woede en spreekt de vloek uit dat het meisje zal sterven. Hier duikt het motief van de vergeten moedergodin op. De genegeerde moedergodin is buitenstaander geworden. Volgens von Franz raakt dit beeld vrouwen onbewust.

Blijkens de historie van het westerse christendom is dat niet denkbeeldig. In dat christendom wordt een God-Vaderfiguur aanbeden die zich in zijn zoon Christus incarneert en ook de Heilige Geest is. Maar binnen voorchristelijke beschavingen speelde de moedergodin een belangrijke rol. In het officiële christendom echter, werd het bestaan van de moedergodin genegeerd. Zij kreeg later weer de gestalte van de Maagd Maria, maar aan haar werden alleen die eigenschappen toegedicht die door mannen als wenselijk werden gezien. In de christelijke patriarchale traditie ontbreekt daarom een religieus symbool voor de vrouw. Zij is de vergeten moedergodin en het is niet ondenkbaar dat dat mede de oorzaak is van de zoektocht van vrouwen naar het wezenlijke van hun vrouw-zijn.

Johan de Wit
voorganger Zeist

Meer blogs …

Vraagstukken rond de vakantie

Duurzaam reizen

Op vakantie gaan is ook niet meer hoe het was. Terwijl we vroeger zonder verdere diepe gedachten ons met vliegtuig, boot of andere op pad begaven, moet nu over het vervoer danig nagedacht worden. Ik ken inderdaad mensen die het idee dat we zomaar met de auto gaan vreselijk vinden. Ze trekken dan een pijnlijk gezicht. Verspilde benzine, broeikasgassen, verhitting van de planeet. Reizen moet met de trein of ander openbaar vervoer en over de grond. Hoe zuinig we ook op onze auto’s zijn, die nog uit de vorige eeuw stammen, dat speelt daarin geen rol!

Morele vragen

En dan hebben we het nog niet over de bestemming zelf gehad. Zelf hadden we als eens bepaald dat we niet meer naar landen gaan waar echt grote armoede heerst. Waar we steeds mensen met honger zien die we niet afdoende kunnen helpen. Ook gebieden waar je steeds mishandelde dieren tegenkomt schuwen we vanuit onszelf al. Maar tegenwoordig moet je ook met de regeringen van landen rekening houden. Er moet in een land ruimte zijn voor mensen van alle kleur, geaardheid en achtergrond. Anders moet je het land niet bezoeken, vinden velen. En dan nog iets: Wat eet je buiten de landsgrenzen? Is het eten wel klimaatneutraal, duurzaam, biologisch, diervriendelijk en voor een eerlijke prijs vervaardigd? Heeft het voedsel niet onnodig ver ‘gereisd’. Ook dat zijn vragen die een antwoord verdienen.

Een rustige vakantie

Je wilt dat natuurlijk niet als eerste noemen maar bij dit alles speelt dan ook nog iets heel anders mee. Je wilt niet ergens heen waar je door een overstroming, een hittegolf, grote brand of andere ramp wordt overvallen. Stel je voor dat je met sirenes vanuit je vakantiegebied geëvacueerd moet worden. Dit alles bedacht hebbende: wij gaan in elk geval ook weer naar Frankrijk. Daar gebeurt van alles maar je bent ook zo weer thuis. Daar zijn in de musea altijd wel weer bijzondere tentoonstellingen te bezoeken. In de zomer worden daar ook geregeld op onverwachte plekken in parken en kapellen concerten gegeven. Je loopt er langs en kunt blijven kijken of luisteren. En je kunt dat allemaal ook gewoon niet doen.

Katrijne Bezemer
voorganger van de afdelingen Voorburg/Sassenheim en Zuid-Kennemerland

Meer blogs ….

Huurders

Ieder jaar opnieuw bieden mijn vrouw en ik een bescheiden woonruimte te huur aan. Meestal is daar belangstelling voor. Over het algemeen gedragen deze tijdelijke huurders zich netjes. Het zijn geen asocialen die van de gelegenheid gebruik maken. Maar van de huurpenningen zie ik niets terug. Desalniettemin beleef ik toch wat vreugde aan hun aanwezigheid. Sterker nog iedere keer dat mijn bescheiden woonruimte door mijn huurders in bezit is genomen krijg ik een demonstratie in goed ouderschap.

De vader is onvermoeibaar van de vroege morgen tot de late avond in de weer voor zijn gezin. Echt heel bijzonder. En dan denk ik weleens waar vind je dat nog? Zeker in een tijd waarin maaltijden op school worden aangeboden, omdat de kinderen slecht kunnen leren met een lege maag. Oke. Er moet ook nog gewerkt worden. En dat is een noodzaak. Maar de toewijding van mijn vader huurder is indrukwekkend.

Ik hoef u niet uit te leggen dat mijn huurders mezen zijn. Eerst nemen ze het nestkastje in ogenschouw. Als het is goedgekeurd bouwen ze een nest. Ook dat is een wonder van toewijding. Op de een of andere manier ziet het mezenpaar kans om zodanig materieel te vergaren dat als het ware een donzen bed ontstaat. Hierop kan moedertje met een gerust hart haar eitjes leggen.

Terwijl moeder broedt zorgt vader voor de voedselvoorziening. Maar die bezigheid wordt intensiever als de jongen geboren zijn. Dan begint voor vader de drukste tijd. Onvermoeibaar draagt hij kleine insecten aan om zijn kinderen te voeden. En dan opeens is er een vreemde rust. Alsof er niemand meer woont, het huis is verlaten. De vogels zijn uitgevlogen. Even gemakkelijk als vader zorgde neemt hij nu de houding aan van probeer maar op eigen vleugels te vliegen. Hij blijft nog even in de buurt om zo nodig de helpende vleugel te bieden.

Belangeloos zich inzetten voor het nageslacht. Dat is ieder jaar weer de spiegel die deze simpele vogeltjes mij voorhouden. Het blijven zorgen voor die ander, die je nooit meer zult zien. Zorgen dat je hem of haar alles meegeeft wat in je vermogen ligt. Is dat niet zingeving optima forma?

Dat is de les die eenvoudige vogeltjes mij voorhouden. Denk eens om de kinderen. Het is eigenlijk een plicht. Op een gegeven moment vliegen ze uit, maar aanvankelijk ben je in de buurt om, als dat nodig is de helpende hand te bieden.

Wouter B. Blokhuis

Meer blogs …