De schepping

In Genesis vinden we het scheppingsverhaal. Dit verhaal is de basis geworden voor de klassieke christelijke theologie die de zondeval als fundament gebruikt voor de verzoeningstheorie. Die theorie komt er kort gezegd op neer dat door de zonde van de eerste mensen (Adam en Eva) alle mensen nadien belast zijn met de erfzonde en de kruisdood van Jezus nodig was om God weer met die zondige mensheid te verzoenen. De leer van de erfzonde is door Augustinus ontworpen, hoewel het woord zonde in Genesis niet voortkomt. Augustinus heeft dit ontleend aan Paulus die in zijn brief aan de Romeinen schrijft dat met de zonde van de eerste mens de universele dood over allen is gekomen omdat allen zondigen.

Alle theologie over Genesis ziet de mens als de kroon van de schepping, maar dat staat helemaal niet zo in de bijbel. In Genesis zijn de hemel en de aarde de hoofdzaak. In het veel uitgebreidere scheppingsverhaal in Job 38-40 vraagt God aan Job wat hij allemaal weet over de schepping. Heb jij ooit de morgen ontboden, de dageraad op zijn plaats gewezen? Ken jij de wetten van de hemel? Zo gaat het meer dan honderd regels door zonder dat de mens daarin één keer wordt genoemd. De spot in Gods vragen aan Job is duidelijk voelbaar. Hij toont Job een schepping waarin de mens maar een nietig schakeltje is in het grote universum.

Het gaat dus in de scheppingsverhalen van de bijbel niet om de zondeval en niet om de mens. Het gaat over de hele kosmos en de aarde en de mensheid maakt daar maar een heel klein deel van uit. In de omgang met de schepping past de mens daarom enige bescheidenheid. Die bescheidenheid, actueler dan ooit, ontbreekt dus in de niet-vrijzinnige christelijke theologie.

Johan de Wit
voorganger Walkartgemeenschap Zeist

Meer blogs …

Religieuze kunst

Vermeer in Amsterdam

Het begeleidende boek van de Vermeer tentoonstelling in het Rijksmuseum ligt voor me. Ik ben van plan als de eerste drukte voorbij is in Amsterdam te gaan kijken. Johannes Vermeer (1632-1675) heeft een relatief klein oeuvre nagelaten en er is over hemzelf ook weinig bekend. Ontegenzeggelijk hoort hij bij de grootste der Nederlandse schilders. Ik bekijk het boek bladzijde voor bladzijde. De bekende raampartijen met het licht van links komen me tegemoet. Bijzondere schakeringen rood, geel en blauw. Ik zie liefelijke meisjesgezichten; ‘tronies’ geheten in termen der schilderkunst. Ik kijk naar simpel lijkende blauwachtige slierten die het marmer op witte tegels weergeven en detaillistisch nageschilderde landkaarten.

Religie en cultuur

Vrijzinnigen hebben vanaf eind negentiende – en begin twintigste eeuw de kunsten, waaronder literatuur, de beeldhouw- en schilderkunst, muziek en ontdekkingen van de moderne wetenschap nadrukkelijk een plaats willen geven in hun verenigingen. Het idee was dat in de samenkomsten er aandacht voor de ‘hoogstaande cultuuruitingen’ zou zijn. Uiteindelijk gingen veel afdelingen naast het godsdienstonderwijs voor kinderen, kerkdiensten op zondagen organiseren. Er werd nog maar af en toe een lezing of concert gehouden. Nu is dat bij diverse afdelingen (weer) meer verdeeld en gebalanceerd. Voor mij is er, het ligt wel aan de artiest, een duidelijke overeenkomst tussen religie en kunst (bijvoorbeeld de schilderkunst). Vermeer maakte in mijn ogen religieuze kunst.

Religieuze beleving

Wat is er religieus of zo je wilt ‘spiritueel’ aan de werken van Vermeer? Er zijn op deze tentoonstelling drie werken met een direct religieus thema. Vermeer, die katholiek was, beeldde Christus in het huis van Martha en Maria af, de vrouwelijke heilige Sint Praxedis en maakte een ‘Allegorie op het geloof’ (d.w.z. het katholicisme). Maar volgens mij is religieuze kunst veel breder en gaat het dan ook om de gevoelens die willekeurig elk ander schilderij in de toeschouwers kan oproepen. En dat doen Vermeers schilderijen. Daarvoor begeven zich uit de hele wereld nu mensen naar het Rijksmuseum. Bij mij zijn dat verrassing, inspiratie, ontroering, bewondering… een glimlach. Ze laten me de eigen tijd met alle problemen vergeten. Ondergedompeld in kleur en perfectie wordt het stil van binnen. Ik word even boven mezelf uitgetild. Voor mij is dat religie!

Katrijne Bezemer
voorganger bij vrijzinnigen Zuid-Kennemerland en Voorburg/Sassenheim

Meer blogs …

Zon

Vandaag schijnt de zon. Dat is zo langzamerhand iets bijzonders. Het was voortdurend regen afgewisseld met grijze lucht. Een wolkendek waar geen zonnestraaltje doorheen kwam. En dan verlangt een Hollander naar eens wat anders. Maar het is maar goed, denk ik dan, om in Nederland te wonen, want als er iets afwisselend is dan is het wel het weer. Ooit verbleef ik in de tropen en als daar het regenseizoen aanbrak dan wist je niet waar je het zoeken moest.

Alles werd nat en overstromingen dreigden de boel onder water te zetten. En de regen hielt maar niet op. Er was één troost: de Nederlandse televisie maakte er melding van. Onze landsaard is zodanig dat het weer een grote rol in ons leven speelt. In de wachtkamer van een arts begint iemand over het weer om het ijs te breken. Vaak heerst er een haast angstig stilzwijgen en als dan iemand over het weer begint dan wordt daar dankbaar op ingegaan. In de tropen is zoiets haast niet mogelijk. Het licht gaat om zes uur aan en twaalf uur later weer uit. Een schemering is maar van heel korte duur. Het was daar zonnig of regenachtig, anders was er niet. Kortom, veel variatie was er niet.

Maar het is duidelijk: die op onze hoogte woont is gewend aan afwisseling. Die afwisseling gaat soms gepaard met prachtige luchten. Dat krijgen we er gratis bij. Voor de Hollandse luchten kwamen schilders vroeger van heinde en verre, ook uit het buitenland. Nergens was het licht zo bijzonder als in Nederland. Terwijl de strenge leer van de protestanten in vorige eeuwen bepaaldelijk geen vrijheid blijheid inhield. ’s Zondags tweemaal ter kerke om met angst en beven de nieuwe week te beginnen. Vrijzinnigheid was er niet bij. Dat men überhaupt vrij kon denken was dat slechts aan een enkeling gegeven.

Er was dus een grote tegenstelling in de sfeer van het land en de mentaliteit van de bewoners. Je kunt je afvragen of dat nog zo is. Als mensen soms na jaren terugkeren, dan zijn ze blij weer terug te zijn in Nederland waar alles zo goed geregeld is. Terwijl de Nederlander klaagt en moppert omdat er niets blijkt te kloppen. Het is crisis op crisis. Door de sleur van alle dag zou men uit het oog verliezen dat er meer is in het leven dan de crisis die heerst. Dat is zingeving in je leven.

Wouter B. Blokhuis

Meer blogs …

Porties

Vreemd perspectief

Tijdens de vakantie zorgden wij voor de 4 konijnen van de buren. Ze hebben een hok met twee etages en uitloop. De buurvrouw heeft een lijst gemaakt van wat ze dagelijks moeten eten. Wortels 2 of 3, 1 selderijsteel, appels 1 of 2, een stapeltje hooi, 3 handen vol harde konijnenbrokjes en vers water. Na enkele dagen dringen de konijnen zich op als ik kom. Ze hebben in feite alleen interesse in het eten maar ik spreek ze toch altijd ook even toe.

Porties wegen

Ik moet direct aan dit lijsje van instructies denken als ik een brief lees die een Delfste politica in de krant heeft gezet. Het is een brief van de teammanager facilitair aan de bewoners van het woonzorgcentrum Die Buytenweye. De bewoners krijgen bericht dat er bezuinigd moet worden en ze nu minder gevulde soep en minder vlees krijgen. Het vreemdste in mijn ogen staat in de laatste alinea in de brief. “Vanaf 1 januari 2023 hanteren we vanuit de centrale keuken per bewoner per dag de norm/portiegrootte van 150 gram aardappelen, 150 gram groenten en 80 à 100 gram vlees/vis per bewoner per dag”. (…) De medewerkers en vrijwilligers die het eten opscheppen worden met een weegschaal uitgerust en instructies omtrent portiegroottes.”

Angst voor later

Griezelig dat de schrijver dit als een normale brief aan ‘zijn’ bewoners beschouwt. Wat voor dingen gebeuren in dat woonzorgcentrum nog meer om te bezuinigen? Ik praat geregeld met ouderen over ‘later’. De grootste angst is voor velen ‘om de regie te verliezen’. Die angst gerelateerd aan zo’n bovengenoemde brief is extra begrijpelijk. Je vraagt je af hoe ouderen worden beschouwd in een dergelijk huis behalve dan als kostenpost. Waar is het respect voor de Ander gebleven? Zou het niet heerlijk zijn als de bewoners van dit woonzorgcentrum zouden roepen: “Wij gaan hier weg. Wij hebben er 100 procent genoeg van en willen jullie 120% niet meer zien!” Maar ze zijn afhankelijk, ze kunnen dat niet. Na enkele dagen kwam er wel een brief met verontschuldigingen van Die Buytenweye. De eerdere brief had ‘niet verstuurd mogen worden’ en zou ‘onduidelijk’ zijn.

Katrijne Bezemer
voorganger bij vrijzinnigen Zuid-Kennemerland en Voorburg/Sassenheim

Meer blogs ….

Lief zijn

Om mijn huis heen wonen drie kraaien. Deze zwarte vogels horen hier, want ik woon tegenover een begraafplaats. En een begraafplaats is niet compleet als er geen kraaien wonen. Overigens heb ik al een tijd geleden over de kraaien verteld. Maar door de jaren heen zijn mijn vrouw en ik geheel vertrouwd met de kraaien geraakt dat wij spreken ‘van die jongens’ als we het over de kraaien hebben. Hun populariteit hebben ze echter zeker ook te danken aan het feit dat ze alles wat eetbaar is opruimen.

Nu wil ik echter iets over die jongens vertellen wat mij zeer getroffen heeft. Het was op een wintermorgen dat ik naar buiten stond te kijken naar de bomen aan de overkant. Deze bomen horen bij de begraafplaats. Omdat het winter was waren de takken goed zichtbaar. Op een tak ontwaarde ik twee kraaien met enige tussenruimte. Op zich weinig bijzonders. Maar op een gegeven moment ging er één naar de ander toe en gaf de ander een knuffel zouden wij zeggen. Gezien de afstand was het niet duidelijk of het een knuffel was, maar in ieder geval een liefkozing. Daarna nam de kraai weer zijn oude plaats in.

Liefde

Mijn dag was goed. Het heeft iets ontroerends om een uiting van liefde te zien. Maar gewoon van de kraaien, het raakte een gevoelige snaar in mij. Als dat onder kraaien kan gebeuren, hoe zit het dan met mensen?

Totdat corona een belangrijke rol in ons leven ging spelen hoorden drie zoenen tot het begroetingsritueel. Over de kwaliteit van een dergelijk kusgebeuren mag uzelf oordelen. De meeste zoenen troffen niet eens doel. Na corona is er gelukkig een einde gekomen aan deze gewoonte. Terugkijkend op de scene met mijn kraaien denk ik wat een les speelde zich voor mijn ogen af. Gewoon eens even liefde tonen. Echte genegenheid voor een ander. Het hoeft niet altijd een knuffel te zijn, of drie zoenen in de lucht. Een vriendelijk woord is al genoeg. Natuurlijk bedoel ik niet genegenheid in de vorm van grensoverschrijdend gedrag. Maar genegenheid gebaseerd op respect. Als kraaien het kunnen dan moet het voor mensen ook mogelijk zijn.

In deze tijd zijn we allemaal gehaast. Tijd voor een ander is er eigenlijk niet. Zorgen kwellen ons. In de haast lopen we elkaar soms straal voorbij. Voorbij aan een mens die misschien in hetzelfde schuitje zit. Mijn wens is dat u dan nog eens aan mijn kraaien denkt. De volgende gedachte zal zingeving zijn.

Wouter B. Blokhuis

Meer blogs …

 

Terugkijken

Verhalen waarin mensen op hun leven terugkijken, spreken mij erg aan. Vaak zijn het verhalen waarin scholing, grote families, armoede en de oorlogsjaren een rol in spelen. Maar nog interessanter vind ik de verhalen waarin mensen terugkijken op hun innerlijk leven; hun meningen en gedachten. Daar geniet ik helemaal van. De opvattingen en veranderingen daarin, laten je de grote veelzijdigheid en veerkracht van mensen zien.

Mensbeeld

Zo hoorde ik het verhaal van iemand die als jonge man een groot bewonderaar was van het Russisch communisme. De betrokkene reisde naar de Sovjet-Unie om de ‘arbeidersheilstaat’ te bezoeken en keerde gedesillusioneerd terug. De schok was vooral dat er een rijke klasse was, die anderen uitbuitte en voorloog. Dat mensen zo oneerlijk waren vond de verteller het meest teleurstellende. Kortom, zijn mensbeeld was aan stukken gevallen. Hij was er nog steeds verontwaardigd over. Dat hij zelf ook een foute visie had gehad, realiseerde hij zich nauwelijks.

Zwart-wit denken

Een vrouw vertelde mij dat zij zich op jonge leeftijd actief had ingezet voor de vrouwenbeweging. Ze liep rond met ‘Baas in eigen buik’ op het lichaam geschilderd. Haar partner, een man, moest opeens de stofzuiger pakken en koken. Enkele avonden per week ging ze met andere bevrijde vrouwen ‘op les’ of onderling gewoon gezellig uit. Ze voelde zich serieus ‘ontwaakt’. De partners en ook haar echtgenoot, had het moeilijk. Was hij begripvol dan was hij een meeloper, indien kritisch; een bruut. Terugkijkend begreep ze niet waarom ze zo zwart-wit had gedacht in die jaren.

Kunst in handen van leken

Mooi, vond ik ook een dilemma dat een kunstenaar mij vertelde. Hij richtte zich op de schilderkunst wat hem geen vetpot opleverde. Op een bepaald moment kon hij extra gelden van de gemeente waar hij woonde krijgen, door mee te werken aan de Kunstuitleen. Die bracht publiek en kunstenaars bij elkaar. Hij moest daarvoor “een eigen, zeer geliefd kunstwerk loslaten in handen van leken”, zo beschreef hij dat. Een alternatief was, wat willekeurigs te produceren en in te leveren. Hij koos voor zomaar wat inleveren en had daar later enorme spijt van. Het publiek had zo nooit zijn pure werk leren kennen!

Katrijne Bezemer
voorganger van Voorburg-Sassenheim en Zuid-Kennemerland

Meer blogs …

Zorg

Als het jaar ten einde spoedt, word ik soms overvallen door een contemplatieve bui. Ik kom dan in een stemming van beschouwing en overweging. Eigenlijk hoor ik dan thuis in een kerkzaal, maar de aanval van stemming hierboven beschreven komt vrijwel nooit op zondag. Het is dus een gewone doordeweekse gebeurtenis, die ik echter u niet wil onthouden. Het gaat namelijk over zorg. Eigenlijk over dé zorg.

Dat komt natuurlijk niet uit de lucht vallen. Als je jaren achtereen alleen de griepprik haalt, is je bemoeienis met de zorg verwaarloosbaar. Maar als er opeens een kink in de kabel komt, en je gezondheid brozer is dan je denkt, dan krijg je met de zorg te maken. En dan vallen een paar dingen op: de enorme papierwinkel, de stroom sms-jes en mailtjes, en hoe aardig de mensen zijn die ermee moeten werken.

Het is de aardigheid van deze mensen die mij fascineert. De enorme papierwinkel komt denk ik voort uit wantrouwen van managers en zorgverzekeraars. De stroom sms-jes en mailtjes komt voort uit een behoefte zo duidelijk mogelijk te zijn. Maar daarmee is de vriendelijkheid van de mensen die er mee werken nog niet verklaard. Terwijl ons dagelijks wordt ingehamerd dat werken in de zorg gelijkstaat aan slavernij. En al is het 150 jaar geleden, de regering wil excuses maken. Maar excuses naar werkers in de zorg worden niet gemaakt … En toch zijn deze mensen aardig. Er moet dus een andere drijfveer zijn. Een drijfveer die we gemakshalve over het hoofd zien. Het kan de verdienste niet zijn. Ook de woonruimte niet. Een werker in de zorg verdient te weinig om een ruime woning te kunnen bekostigen.

Die ontbrekende factor, lijkt me, valt onder het hoofdstuk medemenselijkheid. Er zijn dus nog mensen die iets om een ander geven. Misschien zijn het veel meer dan je zo zou denken. Mensen met empathie. Mensen die een andere mens in nood graag willen helpen. Dat zijn mensen die niet op de voorgrond treden. Mensen die zelden in het zonnetje worden gezet.

Mijn beschouwelijke stemming heeft zijn doel bereikt. En met een variant op een titel van een boek zeg ik: deze mensen deugen. Als je zingeving ervaart in het bijstaan van een medemens dan mag er een extra kaarsje voor je worden aangestoken. Kerstmis wordt dan een feest van licht. Verdiend licht.

Wouter B. Blokhuis

Meer blogs …

Rimpelingen

Je staat er niet bij stil maar gezondheid is een groot goed. Je wordt er pas van bewust als er iets hapert. Je gaat naar de assistente van de huisarts. Die reageert een beetje aarzelend. Misschien toch maar een afspraak maken, zegt ze. Daar voel je dan niet veel voor, maar de klacht ligt buiten het werkgebied van de assistente. Dus je moet wel, en met een gevoel van: wie A zegt moet ook B zeggen maak je een afspraak. De volgende dag vraag je je af of de klacht zo erg is dat je ervoor naar de dokter moet. Daarbij bedenk je dat die goede dame het toch al zo druk heeft. Wie ben jij dat je wat van haar tijd vraagt.

Al dat soort gedachten en argumenten passeren de revue. Maar gelukkig zeg je de afspraak niet af. En dan is het moment daar dat je in de wachtkamer zit waar een man binnenkomt die vrolijk ‘Goedemorgen’ zegt. Kennelijk iemand die hier vaker komt. Doktersbezoek als ontspanning, denk je dan. Later, misschien wel dagen later, kom je er bij toeval achter dat die opgeruimde geest aan een ernstige ziekte lijdt. En als je dat gevraagd wordt: ‘Zou je willen ruilen?’ je het liefst weg zou willen kruipen.

Schijn bedriegt

Als ergens schijn bedriegt, dan is dat wel in de wachtkamer van een dokter. En de conclusie is dan ook dat ieder mens zijn eigen portie narigheid krijgt. En zijn eigen boontjes moet doppen.

Dan kom je bij de dokter en blijkt het een eenvoudig mankement te zijn dat op een simpele manier te behandelen is. Weg zijn de zorgen, maar het is wel het werk van een dokter, niet van de assistente. Opgelucht verlaat je het praktijkgebouwtje. Misschien realiseer je je dat je gevreesd hebt voor pijnlijke narigheid, misschien ook niet. Maar het gevoel van: de mensheid lijdt het meest door het lijden dat hij vreest … zorgt voor een opgewekte stemming.

Stemmingen

De mens is een merkwaardig dier. Afgezien van het feit dat hij op twee benen rondloopt spelen stemmingen een welhaast groteske rol in zijn of haar leven. Sommigen maken er zelfs een cultus van. Als het overhemd niet goed geknoopt zit dan is dat een slecht teken, en de daarvoor gevoelige persoon verkeert onmiddellijk in een negatieve stemming.

Objectief is er weinig aan de hand, maar degene die ontbreekt is de persoon die zegt: Niets aan de hand. Die persoon doet aan zingeving.

Wouter B. Blokhuis

Meer blogs …

Bomen leren kennen

Met een bestuurslid samen ben ik als onderdeel van een oecumenisch kerkenprogramma op tournee in een andere gemeente. Wij gaan het hebben over Peter Wohlleben, boswachter en auteur. In 2015 kreeg Wohlleben internationale bekendheid met het bijzondere boek Het verborgen leven van bomen. Intussen heeft hij veel meer over de planten- en dierenwereld gepubliceerd. Zijn boeken zijn in vele talen vertaald.

Honderd jaar is een korte tijd

We bespreken het genoemde boek maar hebben ook een meer persoonlijke inbreng. Mijn collega-spreker heeft een strijd op leven en dood tussen berken en coniferen in een plantenbak op zijn balkon meegemaakt. Voor bomen, en zeker berkenstekken, geldt: eerst de eigen soort ondersteunen. Zo vertelt ook Peter Wohlleben. De coniferen in de plantenbak moesten wijken. Het publiek luistert geboeid. Zonder het boek van Wohlleben was wat op het balkon gebeurde een raadsel gebleven. Ik had als toevoeging diverse foto’s van bomen in de regio en op de Veluwe gemaakt. Schitterende platanen, vliegdennen en bospaden waarin licht en donker elkaar afwisselen. Van groot belang is je te realiseren dat voor een boom honderd jaar maar een kleine tijdspanne is! Vaak krijgt een boom in onze omgeving niet de kans om op te groeien. De opzet was dat wij met onze verhalen en die van Wohlleben aandacht gaven aan het thema duurzaamheid en respect voor het leven.

Emotionele of wetenschappelijke taal

De latere boeken van  Wohlleben gaan over de communicatie tussen mensen en de natuur  waaronder; De geheime band tussen mensen en natuur. Dit gaat onder meer over de menselijke zintuigen en het vraagstuk over het bewustzijn van planten. In 2018 heeft hij zijn ideeën daarover al op een groot symposium in The Botanical Garden in New York ten gehore gebracht. Dat was onder de titel ‘Plant Intelligence’. Wohlleben kreeg daar ook kritiek van wetenschappers bij wie de beschrijvingen van ‘moederbomen’ die hun ‘kinderbomen’ wilden beschermen verkeerd vielen. Al die ‘emoties’ stonden hun tegen. Een fijne balans moet gezocht worden tussen de taal die emoties oproept – en daarmee ook de aandacht van het grotere publiek! – en de ‘ouderwetse’, droge, wetenschappelijke taal die afstand houdt.

Katrijne Bezemer
voorganger  in Zuid-Kennemerland en Voorburg

Meer blogs …

De mens en het kwaad

Eind negentiende- en begin twintigste eeuw sprak de vrijzinnigheid zich uit tegen de visie van de orthodoxie dat de mens ‘geneigd zou zijn naar het kwaad.’ Immers, duidelijk was te zien hoe de mens als individu kon groeien. De vrijzinngen zagen de mens als een bijzonder schepsel dat kan bijdragen op het wereldtoneel. Zij deelden met de humanisten een positief mensbeeld en een vooruitgangsgeloof. Hier waren ook tekenen van te zien: toename van de algemene ontwikkeling door het onderwijs, de opkomst van de moderne wetenschap en de ontwikkelingen van de moderne natiestaat.

Botsende visies

Vrijzinnigen zetten zich ook aan het begin van de nieuwe eeuw in voor maatschappelijke goede doelen. Bijvoorbeeld op het gebied van onderwijs en de armoedebestrijding. Er kwam echter spoedig een kink in de kabel. Eerst door de Eerste Wereldoorlog en de Russische Revolutie, met als klap op de vuurpijl het fascisme en Tweede Wereldoorlog met de holocaust. Het vertrouwen in vooruitgang en de mooie wereld met ‘een zich ontwikkelend, vriendelijk menselijk wezen’ was voorbij. Het ging niet zo ver dat vrijzinnigen nu ook vonden dat de mens ‘geneigd is naar het kwaad’. Maar de visie van de vrijzinnigen had duidelijk nuancering nodig.

Hoe staan we er voor?

Het is, vind ik, een lastig standpunt gebleven, ook nu nog. Hoe staat het met de mens en de wereld?   Helaas laten de afgelopen twintig jaar op het gebied van religie veel geweld zien. In allerlei landen moesten mensen vluchten vanwege hun overtuigingen. Als er al vooruitgang is, gaat dat wel in bochten. Het leek alsof de aanval op de Twin Towers in 2001 een eerste omslagpunt was in de relatief vredige westerse wereld. Recent is opnieuw ons wereldbeeld doorelkaar geschud. Op politiek gebied verwachtte men een toename van de westerse vorm van democratie. Dat is niet uitgekomen. Op het gebied van scholing verwachtte men wereldwijd meer ontwikkelingsmogelijkheden, ook voor meisjes. Op wereldschaal is dat niet gebeurd maar wel in Nederland. Misschien dat alleen op het terrein van de gezondheidszorg er op wereldschaal vooruitgang is geboekt; met betere medische zorg en een afname van de kindersterfte. Dat is op zich heel positief.

Katrijne Bezemer
voorganger in Voorburg en Zuid-Kennemerland

Meer blogs …